Vrije Universiteitsblad 1948 - pagina 73

Nummer 139 / Augustus 1948

VRIJE UNIVERSITEITSBLAD MAANDELIJKSE MEDEDELINGEN Orgaan van de Vereniging voor Hoger onderwijs op Gereformeerden grondslag Amsterdam / Keizersgracht 166 Redactie Commissie: Prof Dr F. W. Grosheide / Mr G. H. A. Grosheide / B. Faber Stukken rooi de redaaie te eenden aan: B. Faber / Keizersgracht i66 / Amsterdam

DE VRIJE UNIVERSITEITSDAGEN 14 en i^ Juli 1948 TE GRONINGEN •

Sedert 1931 had de stad Groningen de Vrije Universiteit, vertegenwoordigd in haar Directeuren, Curatoren, docenten en vele honderden van haar vrienden en vriendinnen, niet binnen haar muren ontvangen. En nu de keuze weer eens op de Hunzestad was gevallen, hebben de Groningers op overtuigende wijze lat,en zien, hoezeer zij dat wisten te waarderen. De activiteit van de Regeüngscommissie, de goede zorgen v a n de dames-commissie, die voor de regeUng van het logies der bezoekers zich inspande, de hartelijkheid van de gastheren en gastvrouwen, de warmte voor de Vrije Universiteit, die in alle vergaderingen en persooiJijke gesprekken tot uitdrukking kwam, dit alles werkte er toe mee dat van de V.U.-dagen in Groningen mag gesproken worden als zéér geslaagd • Ook het weer werkte in de tot half JuU aan zonnedagen zo karig bedeelde zomer mee, om de" bezoekers te trekken.

De wetenschappelijke samenkomst Toen Prof. Bavinck als Voorzitter van de jaarlijkse wetenschappelijke vergadering, waarin ditmaal de in druk verschenen referaten van Prof. Dr G. C. Berkouwer en Dr L. Algera besproken zouden worden, de samenkomst om 11 uur opende, had reeds een groot aantal belangstellenden zich in de Harmonie verzameld. Het referaat van Prof. Berkouwer over het onderwerp 'Kohlbrugge in onze tijd' leidde tot een zeer interessante bespreking, zoals uit onderstaand, door den heer J . Spoelstra samengesteld, verslag blijkt. Kohlbrugge was in de 19e eeuw de man, die uit het modernisme terug" riep naar de rechtvaardig-

making door het geloof alleen, hij wilde absoluut niets weten v a n enige werkheihgheid. Doordat hij echter stond tegenover een gesloten front van modern rnorahsme, moest hij uit reactie er toe komen, uitdrukkingen te bezigen, die in later tijd werden misverstaan, en die door zijn volgehngen, de NeoKohlbruggianen, ten grondslag werden gelegd aan een systeem, waarin van enige heiUgmaking nauwelijks meer sprake was. Dr A. Kuyper had grote waardering voor het werk van Kohlbrugge, hij sprak v a n 'de schat, ons in Dr Kohlbrugge's prediking geschonken' en jidchte het toe, dat Kohlbrugge zo'n sterken nadruk legde op de rechtvaardigmaking. Tegen de NeoKohlbruggianen stelde hij zich heftig te weer. I n dezen tijd is het Karl Barth, die grote sympathie aan den dag legt voor de theologie van Kohlbrugge, Barth immers wil ook aUe menselijke en kerkelijke hoogmoed doden. Hij wil ook radicale verdeemoediging onder Gods genade. Elk ogenblik zijn wij weer doemwaardig en moeten wij weer worden gerechtvaardigd. Vanuit dit kamp nu verwijt men aan Kuyper, dat hij met zijn theologie van de wedergeboorte toch weer moralistische tendenzen in zijn leer bracht, als zou de rechtvaardigmaking een portaal zijn om te komen in de zaal van de heihgmaking, waarin m e n met dat portaal niets meer te maken heeft. H e t zou geworden zijn een religieus humanisme, vanuit de cel v a n den herboren mens. Prof. Berkouwer bestrijdt dan deze verwijten en toont aan, dat ook bij Kohlbrugge toch wel sprake was van het inwonen van den HeiUgen Geest in de gelovigen en v a n de heiligmaking. Men moet met reactie altijd heel voorzichtig zijn, dat men niet naar 1909

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen