GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 111

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 111

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

zat heus wel heel wat in, hoor! Toen Dr Bronsveld dan ook op 1 Juni 1880 een brochure schreef, waarin hij het tegen hem aangevoerde bestreed, werd hij door de pen van Dr Kuyper zo volkomen verslagen, dat jhr. Elout van Soeterwoude verklaarde: 'Dr Kuyper heeft reeds bij de verkregen nieuwe rechten doen gelden op doctoraat, professoraat en rectoraat.' De inleiding van zijn brochure tegen Dr Bronsveld begon met dit aardige rijmpje: Gij zijt zeer vlug, hebt veel talent, Maar hebt U ditmaal niet gewend Om rustig van begin tot end Elk argument Te wikken en te wegen, vrind 'k Vertrouw, dat elk 't natuurlijk vindt Als ik dit keer U nog eens refuteer. (wat hij dan ook werkelijk gedaan heeft), zei de oude dominé er meteen achteraan. Eindelijk hadden wij, of liever Dr Kuyper, het pleit gewonnen. De grote dag, 20 October, brak aan. 't Was doodstil in de Nieuwe Kerk te Amsterdam. Men kon een speld horen vallen. Een zwak Octoberzonnetje keek vriendelijk naar binnen en speelde even over het al grijzend haar van Dr Kuyper. Zijne Excellentie de minister van Binnenlandse Zaken, jhr Six, de burgemeester plus de wethouders, de secretaris van Amsterdam, de leden van de Staten Generaal, vertegenwoordigers van de Stedelijke Universiteit, enz. enz. allen waren vertegenwoordigd bij deze grote plechtigheid. De titel van Dr Kuyper's rede was: 'Souvereiniteit in eigen kring'. 'De strijd gaat hier niet om ideaal of werkelijkheid, om clericaal of liberaal,' zo verklaarde hij in het eerste deel van zijn rede, 'maar het gaat om Hem, die eens zwoer Koning te zijn, en om deze souvereine Koningspretentie stierf voor ons aan het kruis van Golgotha. Niet als geloofdheld of martelaar, maar omdat Hij de koning der Joden, d.i. souvereiniteitsdrager was, daarom moest Hij sterven.' Dr A. Kuyper besloot zijn rede met de woorden: 'Indien xiit de Machtige Jacobs deze zaak niet ware, hoe zou ze stand kunnen houden? Dit ene slechts bid ik U, al waart ge ook de felste tegenstander, onthoud aan de geestdrift, die ons bezielt, de tol van uw eerbied niet.' De oude dominé zweeg. Met mijn voet trok ik figuren in het grint. En ineens vroeg ik: 'Dominé wat is nu eigenlijk het verschil tussen een universiteit en een hogeschool?' Verrast keek hij op. 'Dat zal ik je zeggen, mijn kind. Een universiteit zou je ook hogeschool kunnen noemen, inaar tegen elke hogeschool mag je nog niet universiteit zeggen. Een hogeschool heeft soms nl. maar één faculteit (d.i. afdeling) terwijl een universiteit er verscheidene heeft. Je hebt ook openbare en bijzondere universiteiten. Amsterdam, Groningen, Leiden, Utrecht hebben

openbare Universiteiten, maar Nijmegen en Amsterdam hebben bijzondere. Te Kampen heb je de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken. En dan heb je nog Technische en Handelshogescholen. Onze V.U. had eerst drie faculteiten, nl. de theologische, de juridische en de litterarische faculteit. In 1905 werden de examens van de V.U. door de Staat erkend met de voorwaarde, dat ze er binnen de 25 jaar een nieuwe faculteit bij moest hebben. Hoewel eerst enkele professoren (Bonman en van der Horst) voor een te vormen medische faculteit werden benoemd, kreeg de faculteit voor de wis- en natuurkunde, de z.g. vierde faculteit, de voorrang. Nu hebben we ook nog de economische faculteit, terwijl de medische zich ook begint te ontplooien. Als iemand theologie gaat studeren, moet hij twee examens doen: eerst propacdeutiseh, daarna wordt hij eigenlijk pas theoloog; en daarna candidaats, dat de toegang verschaft tot de kerkelijke examens. Dan kan men nog een derde doen, nl. doctoraal examen, dat op vijf wijzen kan worden afgenomen; algemeen OudTestamentisch, Nieuw-Testamentisch, kerkhistorisch en dogmatisch.' 'Oef,' dacht ik, 'wat geleerd.' En ik kreeg het er zowaar warm van! Maar ook kwam er groot ontzag in me op voor deze man, die er zoveel van wist, en voor dat eenvoudige gebouw, waarom en waarin al zoveel gestreden moest zijn, al waren het dan niet zichtbare wapenen, die men hanteerde. 'Ook voor de andere vakken,' zo begon de dominé opnieuw, 'zijn er veel hoogleraren en ook veel examens. Maar de hoofdzaak is, dat de mensen in hun wetenschappelijk denken uitgaan van Gods Woord, want de vreze des Heren is het beginsel der wijsheid. Daarom is het ook zo jammer, dat mensen van een Christelijke belijdenis het niet nodig vinden om onze Vrije Universiteit te steunen. In hoofdzaak doen dat alleen Gereformeerden en enkele Chr. Gereformeerden en Hervormden. Wel heeft de Staat onze V.U. erkend en krijgen we subsidie van het Rijk. Maar toch zijn we nog niet gelijk gesteld aan andere universiteiten. Nog elk jaar moeten onze vrouwen en meisjes met het z.g. V.U. busje lopen, om het tekort weg te krijgen.' Zwijgend luisterde ik ernaar en dacht eraan, hoe ik altijd gemopperd had, d a t ik op mijn vrije zaterdagmiddagen met zo'n busje óioest lopen. En ik schaamde me. Geestdriftig sloeg de dominé ineens met zijn wandelstókje op het harde grint. 'De mensen moesten maar eens wat meer over onze V.U. lezen; dan zouden ze er ook wel wat meer belang in gaan stellen. Financiële steun heeft ze nog hard nodig; de medische faculteit is nog lang niet wat ze moet zijn. Daarom moeten de mensen practisch meewerken aan haar uitbouw en, en . . .' 'Ervoor bidden,' vulde ik bijna onhoorbaar aan. De dominé zweeg en nam zijn brilletje van zijn neus en veegde verwoed over de bolle brilleglazen. Toen zette hij het weer op zijn neus en zijn mond beefde verdacht, terwijl hij zei: 'Ja, dat is het aller-, allerbeste, wat een mens ervoor kan doen.' 45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

VU-Blad | 132 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1955 - pagina 111

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1955

VU-Blad | 132 Pagina's