GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 146

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 146

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vroeger

NATÜIIRWETENSCHAPPEN Ik herinner me uit de tijd toen ik nog zo'n opgroeiende jongen was, dat een gereformeerde broeder, een overbuurman van ons, mij eens vroeg: „Vertel eens: ga jij door al die natuurwetenschap niet twijfelen aan de Bijbel en aan God?" Ik kon toen met een oprecht hart „nee" zeggen. Want zo was het. Ik heb hem zelfs gezegd dat, hoe meer je leert van de natuur en van het heelal, hoe meer bewondering je krijgt voor de Schepper. Dat laatste klinkt erg eenvoudig en vanzelfsprekend. Maar zo eenvoudig is het toch niet en die gereformeerde broeder had wel degelijk reden voor zijn vraag. Want — laten we het maar dadelijk zeggen: de ongelovige natuurfilosofie heeft in het verleden zijn tienduizenden verslagen. Niet te tellen is het aantal dergenen in de vorige eeuw, die, geïnspireerd door de 19e-eeuwse natuurfilosofie, het geloof hunner kinderjaren verloren. Ik heb hier een boekje; het is gedrukt in 1876 en het heet: „Kracht en Stof". De schrijver was Dr. Ludwig Büchner, een Duits medicus-natuurfilosoof. Van dit boek verschenen in 20 jaar tijds 14 drukken en het werd in vele talen vertaald. Ik zal er U enige passages uit voorlezen: „De stof is onsterfelijk, onvernietigbaar; geen stofje in 't heelal kan verloren gaan, geen enkel kan er aan toegevoegd worden.... En daarom is het onmogelijk dat de wereld een geworden wereld zou zijn. Hoe zou iets geschapen kunnen zijn, dat niet vernietigd kan worden!.... „De stof is eeuwig".... „De materie is de oergrond van het zijn." — „Dat de wereld niet geregeerd wordt, zoals men zich wel pleegt uitte drukken,maar dat de bewegingen van de stof aan een in henzelf gefundeerde natuurnoodwendigheid gehoorzamen, welk ontwikkeld mens.... zou heden ten dage daaraan willen twijfelen?" Geen onduidelijke taal, viridt U wel? — Dit boekje alleen al heeft zijn duizenden verslagen. Moet ik dus zeggen, dat de natuurwetenschap zijn duizenden verslagen heeft? Neen, niet „de natuurwetenschap", maar een bepaalde, ongelovige natuurfilosofie. Natuurfilosofie en natuurwetenschap — dat zijn twee begrippen die we hier even willen onderscheiden. Zij zijn weliswaar niet te scheiden, maar te onderscheiden zijn ze wel. We zouden kunnen zeggen: een natuurfilosofie geeft een bepaalde interpretatie van de vondsten der natuurwetenschap. Bijv.: wat Büchner presenteert als vondsten van de natuurwetenschap is in feite een natuurfilosofie, een bepaalde interpretatie namelijk! Een natuurfilosofie — zouden we kunnen zeggen —

en

Nu

gebruikt resultaten van de natuurwetenschappen als bouwstenen om daarmede een leerstelsel op te bouwen; op te bouwen op het fundament van een bepaalde levensen wereldbeschouwing, op een religieus fundament dus. Daarom kunnen we spreken van een Christelijke natuurfilosofie en daarom kunnen we ook spreken van een ongelovige natuurfilosofie. In zo'n ongelovige natuurfilosofie worden de natuurwetenschappen gebruikt voor een aanval op het Christelijk geloof. Gebruikt zei ik. Inderdaad — de onbevooroordeelde beoefening der natuurwetenschappen toch kan niet vanzelf een bedreiging van het geloof inhouden. Integendeel, er is een tijd geweest — vooral in de eerste twee eeuwen na de reformatie — dat er geen enthousiastere natuuronderzoekers gevonden werden dan die tegelijkertijd gelovig Christen waren. En ook later, tot heden toe, waren er en zijn er tallozen voor wie het voortgaande onderzoek der natuur en wat daarbij gevonden werd een dagelijks toenemen van hun ontzag voor de Schepper van dit alles, een voortdurende aanleiding tot levensverdieping en een bron van vreugde heeft verschaft. Maar de natuurwetenschappen en haar resultaten kunnen gebruikt worden en daarmee opent zich de mogelijkheid van conflicten. Want wetenschappen kunnen verkeerd gebruikt worden; en zijn verkeerd gebruikt; én worden het. Door wie? Door mensen in dienst van de „geest der eeuw", die zich verzet tegen het Koninkrijk Gods. En zo ontstaan de antichristelijke natuurfilosofische leerstelsels. Voor twee van zidke leerstelsels wil ik in het kort Uw aandacht even vragen, t.w.: het determinisme en het materialisme. Beide zijn ten nauwste aan elkaar verwant. Wat verstaat men onder het ,,determinisme"? In zijn rigoureuze vorm betekent het de leer dat de toekomst van alle dingen in het verleden en heden der dingen voorbeschikt ligt, dat de ontwikkeling der dingen verloopt volgens een in de dingen ze//vasthggende natuurnoodwendigheid, zodat er, om redenen die in de dingen liggen, reeds nu niets meer aan de toekomst te veranderen valt — of het zou moeten zijn door een „wonder", doch aan wonderen geloven de belijders van dit stelsel meestal niet. Om een beeld te gebruiken: het heelal is als een uurwerk, zorgvuldig geconstrueerd en eens voor ai in gang gezet dat nu verder alleen maar afloopt volgens de „wet" die er a.h.w. in verwerkt is. ?S30

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

VU-Blad | 156 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1958 - pagina 146

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1958

VU-Blad | 156 Pagina's