GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 98

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 98

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

EEN BREED FRONT E r wordt voor de Vrije Universiteit een breed front gezocht, een zo breed mogelijk front. W a t zij met haar arbeid op wetenschappelijk gebied nastreeft en zij tracht tot stand te brengen door jonge mannen en vrouwen toe te rusten voor allerlei taken in de wereld, mag een goede christelijke zaak heten. Deze stelling ga ik thans niet verduidelijken of op een of andere wijze bewijzen. Zij vormt voor dit artikel een van mijn uitgangspunten. Natuurlijk stem ik toe, dat de Vrije Universiteit, met heel haar inrichting en al haar werkers, stof voor critiek kan opleveren. Het zou zelfs onjuist zijn haar de critiek te willen sparen en haar daarvoor immuum of daarboven verheven te willen verklaren. Het staat met haar in dit opzicht niet anders dan met alles wat behoort tot de goede christelijke zaak. Juist omdat hier het christelijke in geding is, kan en mag de critiek niet scherp genoeg zijn. Het zou zeer bedenkelijk zijn, wanneer men haar aan de critiek poogde te onttrekken of in feite haar die onthield. Met dit al moet toch eveneens worden gezegd, dat de Vrije Universiteit, juist omdat zij een goede christelijke zaak is, recht heeft op steun en medewerking van een zo breed mogelijk front. Ik mag er misschien aan herinneren, dat niet weinigen in het buitenland ons haar bezit benijden. Of in Nederland een analoog besef bij allen, van wie men dat zou mogen verwachten, aanwezig is, moet op goede gronden worden betwijfeld. Daarvoor is het maar al te duidelijk, dat het bedoelde en begeerde brede front nog altijd al te zeer ontbreekt. Er vertonen zich in dat front gapingen en hiaten. O p vuUing daarvan moeten wij bedacht zijn. Voor bereiking van dit doel zoeken wij naar alle kanten de medewerking en de bezielde overgave. Het brede front, waaraan ik denk, heeft iets met de kerk uit te staan. Ook de Vrije Universiteit heeft iets, ja heel veel met de kerk te maken. Er zijn er wel, die bang zijn om haar met de kerk in verband te brengen, althans om zich veel met dit aspect in te laten. N a a r mijn overtuiging vergissen dezulken zich. Met niet genoeg nadruk kan juist op de samenhang met de kerk worden gewezen. Indien de Vrije Universiteit in werkelijkheid een goede christelijke zaak is, moet zij noodzakelijkerwijze met de kerk in verband worden gezien. Wanneer dat verband er niet was en niet welbewust werd gezocht, zou het voor haar in de wereld een verloren zaak zijn. Alles wat met recht een goede christelijke zaak heet, is op Christus aangewezen en krijgt met Hem te maken als het Hoofd van een bepaald lichaam. Dit lichaam is de kerk. E r is tussen Christus en de kerk een zo nauwe verstrengeling, dat wat van Hem afhankelijk is, geacht moet worden eveneens op Zijn kerk aangewezen te zijn. Alle werk dat christelijk wil zijn, moet daarom ook uit en door de kerk worden gevoed en gekoesterd. N u valt het niet te ontkennen, dat wij hier in de practijk voor een enorme moeilijkheid worden geplaatst. Ik bedoel het verschijnsel van de gebrokenheid en gedeeldheid der kerk. Over de oorzaken van dat verschijnsel kan ik in dit verband niet spreken. Hoe men daarover ook moge denken en hoe iemand ook moge verlangen naar een bevredigend einde van die min of meer bizarre gedeeldheid,

2938

op het moment hebben wij met dat verschijnsel nu eenmaal rekening te houden zonder er ons bij neer te leggen. Hier schuilt een gevaar, dit gevaar, dat een bepaalde kerkengroep ten aanzien van de Vrije Universiteit te sterke aanspraken gaat voeren. Voor dit gevaar dienen de ogen open te zijn. Wanneer iemand zou menen, dat in dit opzicht een waarschuwing op haar plaats is, moeten wij bereid zijn daarnaar te luisteren. Maar er is ook een tegenovergesteld gevaar, en daarop zou ik thans in het bijzonder de aandacht willen vestigen. Wij kunnen zo bezig zijn met te denken aan het zo even genoemde gevaar, dat wij uit het oog verliezen, dat desondanks voor allen één plicht blijft gelden. En dat is de plicht voor een ieder om mede zich te stellen achter wat als een goede christelijke zaak dient te worden beschouwd. Tot welke kerkengroep iemand ook moge behoren, allen hebben wij onze verantwoordelijkheid te beseffen om te zorgen dat Christus over ons niet te klagen heeft, wanneer een bepaalde christelijke arbeid moet worden behartigd. Dan dienen de gelederen te worden gesloten. Over een zo breed mogelijk front zullen wij dan ons aaneensluiten om van die arbeid te maken wat wij kunnen. Gemeenschappelijk hebben wij als christenen, die aan de bijbel vasthouden, hier een taak. De goede christelijke zaak, die in de Vrije Universiteit mede is vertegenwoordigd, mogen wij allen helpen bevorderen en versterken. Laat het toch een breed front, een zo breed mogelijk front worden en blijve niemand achter, op wie een beroep wordt gedaan om mede te werken. D. N.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

VU-Blad | 104 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1959 - pagina 98

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

VU-Blad | 104 Pagina's