GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 209

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 209

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

E n ook hoe het aantal patiënten in de loop der jaren zich ontwikkeld heeft, het aantal gevallen waarin gunstig en waarin niet gunstig op bepaalde medicijnen werd gereageerd etc. De econoom die zich interesseert voor de kosten van levensonderhoud bemerkt tot zijn schrik hoeveel soorten brood er alleen al wel niet zijn. Om nog maar niet te spreken van aardappelen, groente, vlees, kleding en tramkaartjes. Prijzen die in de practijk helaas (of gelukkig ?) niet allemaal precies tegelijk naar beneden of naar boven gaan. En hij bemerkt, dat voor het ene gezin de prijs van karnemelk nogal belangrijk is en de tramtarieven niet, doch dat voor het andere gezin de zaak juist andersom ligt. Als men in al deze en dergelijke gevallen het op zichzelf verstandige besluit neemt om zich mede te oriënteren aan de cijfers, bemerkt men dus dat men voor schijnbaar onuitvoerbaar grote taken komt te staan. Het verzamelen van alle gegevens welke relevant zouden kunnen zijn, zou, zo al mogelijk, zeer tijdrovend en zeer kostbaar zijn. En hééft men ze eenmaal, dan zal men in deze enorme massa toch waarschijnlijk door al de bomen het bos niet meer kunnen zien, grote lijnen en algemene tendenties niet kunnen onderscheiden van toevallige en bijkomstige verschijnselen. Hier kan nu echter de statisticus op diverse manieren te hulp komen. Hij kan bijvoorbeeld uitzoeken, in hoeverre men door steekproeven voldoende betrouwbare informaties krijgen zal, en hoe groot zo'n steekproef in een bepaald geval moet wezen (of te wel hoe klein of ze mag zijn). Hij kan waar het bijeengebrachte materiaal, zelfs indien met steekproeven is volstaan, meestal nog zeer omvangrijk is, de methoden aangeven volgens welke men het in een bepaald geval het beste ordenen en samenvatten kan, in grafieken, door gemiddelden of indexcijfers te berekenen, of hoe dan ook. En pas zo kan men dan tenslotte toekomen aan de laatste en moeilijkste taak, waarbij de statisticus nog hulp verlenen kan: het opsporen van wetmatigheden en verbanden. Komt die ziekte bij dat bepaalde beroep meer voor dan bij andere ? vraagt de medicus. En, zo ja, kan het beroep zelf daar de oorzaak dan van zijn of hangt een en ander samen met het feit, dat dat beroep meestal alleen door oudere mensen uitgeoefend wordt ? E n de statisticus kan dat misschien met hem uitzoeken. Zijn de kosten van levensonderhoud in Nederland nog steeds stijgende ? vraagt men zich op het departement van economische zaken af. En statistici verzamelen en bewerken de cijfers die een antwoord moeten geven op die vraag. In welke plaats van ons land is de laatste V.U.-actie het meest geslaagd ? vragen directeuren van de V.U. zich af. En statistici kunnen het totale bedrag aan contributies na de actie in verband brengen met het totale bedrag daarvóór, maar ook met het aantal inwoners van elke plaats, het aantal protestanten, hun vermoedelijke draagkracht enz. Met het verlenen van dergelijke hulpdiensten is overigens de statisticus als zodanig (niet elk mens die zich in dit vak bekwaamd heeft uiteraard) aan het eind van zijn latijn ! Hij kan de zieken niet genezen, de kosten van levensonderhoud niet omlaag brengen, en zelfs ondanks al zijn cijfers nooit helemaal eerlijk beoordelen, waar die actie het beste is geslaagd. En daarom is het maar goed, dat er nog veel meer ijverige mensen zijn ! Dr. Hendrieke Goris.

(Vervolg

van pag.

3151)

dat een universiteit compleet behoort te zijn. Kerken zonder pastorie of kosterswoning, al zijn dat geen ,,liturgische" gebouwen, zijn ook niet ideaal en zelfs een fietsenstalling kan bij de kerk slecht gemist worden. Hoe zou men, hierop gelet, durven verdedigen dat een universiteit geen voltooiing behoeft ? De bewering, dat de subsidie particuliere inspanning overbodig maakt, mist iedere grond. Eerst bij de zekerheid dat er vrijwillige bijdragen vloeien, is de staat bereid tot helpen. Hij helpt krachtig, maar toch altijd in evenredigheid tot het vrijwillig geschonkene. Het is waar, dat een feest slechts in gerustheid kan worden gevierd. De internationale hemel is opnieuw zwaar bewolkt. Uitgesloten ware het, dat bezorgdheid over de toekomst bij de universiteit ontbreken zou. Maar terwijl deze zorg blijft, is er tegelijk plaats om met diepe dankbaarheid zich over het tot stand gebrachte te verheugen. Voor de Vrije Universiteit zelf zijn de onmiddellijke vooruitzichten hoopvol. Uitwendig staat zij, beschouwd over haar gehele breedte, stevig overeind. Aan zwakke plekken wordt gewerkt. Innerlijk wordt zij gedragen door vast geloof in haar roeping én voor het land én voor een ruimer gebied. Daarom kan in goed vertrouwen, juist bij het bereiken van de mijlpaal op 20 oktober, weerklinken de oude academische

vivat, floreat, crescat academia nostra dat onze universiteit leve, dat zij groeie en bloeie ! Prof. mr. I. A. Diepenhorst

3153

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 209

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's