GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 25

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 25

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het fries aan de Vrije Universiteit Men heeft mij gevraagd iets te vertellen over de studie en de bestudering van het Fries aan onze universiteit. Gaarne wil ik aan dit verzoek voldoen. Toen in 1949 een leerstoel in het Fries werd ingesteld, zoals dat in officiële taal heet, hebben wellicht enkele Nederlanders, speciaal Hollanders, gedacht, is dat nu wel nodig voor een taal die slechts door een 400.000 mensen wordt gesproken ? In Friesland dachten daarentegen velen : „eindelijk". W a n t in 1917 had de bekende ds. Sipke Huismans, een leerhng van de V.U., er reeds op aandrongen het Fries aan de universiteit een plaats te geven. Omstreeks 1928 werd overwogen of er onderricht in het Fries gegeven zou kunnen worden, zoals toen ook voor de R.U. voor Groningen de benoeming van een docent voor het Fries besproken werd. In Groningen kwam toen een lectoraat tot stand dat later werd omgezet in een professoraat. Door de crisis en door de wereldoorlog met de nasleep er van duurde het tot 1949, voor de wens van vele Friezen werd vervuld, en aan de V.U. de studie van het Fries werd ingesteld. Aan verschillende rijksuniversiteiten waren toen al z.g. bijzondere leerstoelen door de Friese onderwijsraad gesticht. Het ,,eindelijk" was dan ook meer gerechtvaardigd dan de verwondering. Het onderwijs in het Fries kan op verschillende gronden verdedigd worden. Allereerst is het Fries de tweede germaanse taal die binnen de rijksgrenzen wordt gesproken en waarom zou die niet wetenschappelijk bestudeerd worden ? Het aantal Friezen mag dan niet zo groot zijn, de taal is toch minstens 15 eeuwen gesproken ; er worden immers en terecht, zelfs talen aan de universiteit bestudeerd, die in het geheel niet meer gesproken worden. Bovendien, het gebied van het Fries mag thans niet zo groot zijn, eens strekte de streek waar Fries of een nauw aan het Fries verwant dialect gesproken werd, zich uit van Duinkerken tot de Deense grens. Daar zijn nog enkele Friessprekende gebieden van over zoals ons Friesland, Sagelterland en Noord-Friesland in Sleeswijk. Uit het hier gezegde blijkt ook het grote belang van het Fries voor de geschiedenis van het Nederlands, want die begint met de komst van de Franken in eens Friese streken, zodat de taal daar „verfrankischt" werd ; uit deze mengtaal is het Nederlands ontstaan, wanneer we het hier eenvoudig mogen zeggen. Het Fries is derhalve van belang voor de geschiedenis van het Nederlands, maar ook voor de andere germaanse talen als het Engels, Duits, Deens en Noors. Het hoort met deze en nog andere tot de groep van de germaanse talen, waarvan de bestudering in alle universitaire centra ter wereld plaats vindt. Echter niet alleen om het belang voor andere talen verdient het Fries bestudering. Mede door het onderwijs van de stichter der universiteit, die de schakeringen in het volksleven van grote betekenis achtte, was er onder de rechtzinnige Friezen belangstelling voor eigen taal en nationaliteit ontstaan. Zij beschouwen hun eigen volkskarakter en

hun eigen taal als een gave hun door de Schepper gegeven en als een opgave die taal te bewaren en op hoger plan te brengen, vandaar hun belangstelling voor de Friese bijbelvertaling, voor de Friese psalmen, voor de Friese litteratuur. Maar ik zeg hier dingen die zo vanzelf spreken èn zo natuurlijk zijn, dat het vreemd is ze telkens weer te moeten herhalen. Z o is er dan het onderwijs in het Fries : in het oudfries, waarin zo'n kostelijke verzameling ,,wetten" bewaard is gebleven en dat met het oudengels een belangrijk onderdeel is van het westgermaans ; in het Fries uit de 17e eeuw, de taal van Gijsbert Japikcx, Frieslands beroemde dichter en in het Fries van onze tijd. Voor wie is dit onderwijs bestemd ? Voor allen die er belang in stellen, dus vooral voor hen die talen willen studeren, hetzij Nederlands, Engels of Duits. Ook voor hen die het Fries willen leren verstaan, omdat zij een werkkring in Friesland willen zoeken. Ik denk aan de a.s. predikanten. Men mag toch niet vragen dat de gemeente zich richt naar de predikant, al doen helaas sommige Friezen dit al te graag. Een predikant moet de mensen ontmoeten zoals ze zijn en niet in een z.g. Zondagspakje of nageaapt costuum. Van belang is dit onderwijs ook voor hen, die straks als leraar aan middelbare scholen of kweekscholen de verworven kennis weer door zullen geven. O p de middelbare scholen in Friesland worden enkele uren Fries gegeven, ook op de kweekscholen. Het best kunnen die gegeven worden door leraren die ook een andere taal onderwijzen. De universiteit behoort echter niet alleen op te leiden, maar ook en vooral de wetenschap verder te brengen door onderzoek. Daarvoor zijn mensen nodig. In de tegenwoordige tijd kan dit werk moeilijk door een hoogleraar alleen gebeuren, al doet die zijn best. Daarom is het verheugend dat de universiteit dit jaar ook meedoet aan het onderzoek naar dialecten in oostelijk Friesland, in de „Walden", een onderzoek dat door de Friese Academie te Leeuwarden wordt geleid. Er is nog veel te onderzoeken in de Friese taal. Gelukkig. Het is alleen spijtig dat in deze tijd in Nederland de meeste litteraire faculteiten te weinig wetenschappelijke belangstelling trekken, zodat het zeer moeilijk is het onderzoek op peil te brengen. Ook voor de Friese afdeling geldt dit ; er zouden meer studenten uit Friesland moeten komen die naast een andere taal of naast de geschiedenis ook hun eigen taal wetenschappelijk gingen beoefenen ; er is in Friesland binnen enkele jaren dringend behoefte aan academici die op wetenschappelijk terrein leiding kunnen geven en die het onderzoek door onze generatie begonnen, kunnen voortzetten. Belangstelling voor het Fries kwam ook uit het buitenland. Enkele studenten had ik uit Noorwegen, Zweden, Denemarken, Schotland, Duitsland en Zwitserland. In sommige van deze landen wordt (Vervolg op pag. 2670)

2969

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 25

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's