GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 11

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

IS HET NOG NODIG? Z o langzamerhand — zou men denken — moet toch wel Christelijk Nederland op de hoogte zijn van wat de V.U. is en wat deze wil. Klein begonnen en na tientallen van jaren uitgegroeid tot wat zij nu is. Enkele geslachten reeds hebben groei en bloei van deze inrichting voor hoger onderwijs — bijna zou ik zeggen van dag tot dag — kunnen waarnemen en er zich over verwonderen. Men zou zeggen : hoe sterker groei en hoe hoger bloei, des te meer geestdrift voor zo'n schone zaak. E n toch I Als een grootvader een boom pootte en de kleinzoon schuilt en speelt in z'n schaduw, dan vindt deze dat de gewoonste zaak van de wereld en verwondert zich hier allerminst over. Is het nog nodig propaganda te maken voor de V.U. ? Ja, inderdaad ! Opdat het tegenwoordig geslacht weet van de geloofsdaad van hen, die hen voorgingen ; opdat het weet van de zegen, door de V.U. verspreid ; opdat het doordrongen wordt van de noodzakelijkheid, dat de beoefening van de wetenschap niet overgelaten wordt aan het ongeloof en opdat het zijn roeping verstaan mag ten opzichte van een bestudering en ontwikkeling van de wetenschap bij het hcht van Gods W o o r d .

Een roeping ! W a n t het : ,,Gij zult mijn getuigen zijn" geldt toch zeer zeker en niet in de laatste plaats het hoger onderwijs ! Het is heerlijk dat deze eis wel verstaan werd voor het lager onderwijs en de roep om christelijk middelbaar onderwijs steeds sterker wordt, maar eigenaardig en bedroevend, dat zoveel christenen in Nederland de enige Universiteit met de Bijbel niet kennen en dus niet steunen met gebed en gave, met woord en daad of er langs heen zien. De invloedssfeer van een hogeschool reikt toch veel verder en is meer omvattend dan van welk ander instituut. W a t een bezit heeft Nederland in een eigen christelijke universiteit. Dit te propageren is mede de taak van de lezers en lezeressen. Geve God aan nog velen die nu afzijdig staan, te zien, dat dit patrimonium moet doorgegeven worden aan het geslacht dat komt en dat het een voorrecht is en een roeping, daaraan mee te werken. Een roeping, omdat wij ook op dit terrein hebben te getuigen van de enige Naam tot behoud en op te roepen tot dienst van God ! Een voorrecht, dat wij tot dit werk geroepen worden ! J. F. H U P K E S - B O C K .

DE VRIJE UNIVERSITEIT IN 1960 Het nieuwbegonnen jaar is een lustrumjaar voor de universiteit. In 1880 als een nietige onderneming begonnen, heeft de V.U. zich in tachtig jaar ontwikkeld tot een eigen, door overheid en zusterinstellingen erkende instelling voor bijzonder hoger onderwijs. Om de huidige positie van de V.U. enigermate te illustreren kan worden vermeld, dat in de rijksbegroting 1959 voor de exploitatie en de kapitaalsuitgaven voor het hoger onderwijs ruim ƒ 216.000.000,— was uitgetrokken, waarvan voor de V.U. ƒ 10.800.000,—. In de begroting voor 1960 wordt verwacht, dat de V.U. ruim ƒ 21.900.000,— uit 's rijks kas zal ontvangen op een totaal van bijna ƒ 275.000.000,— voor het gehele hoger onderwijs. De rijksuniversiteiten te Leiden, Utrecht en Groningen kosten het rijk volgens de begroting 1960 circa ƒ 34.600.000,—, ƒ 37.900.000,— en ƒ 20.000.000,—, terwijl de R.K. Universiteit te Nijmegen — die practisch even groot is als de V.U. — ƒ 26.100.000,—^als tegemoetkoming in haar uitgaven verwacht

te ontvangen. De V.U. bevindt zich — evengoed als de overige universiteiten — in deze jaren in een geweldige ontwikkelingsfase. In het afgelopen jaar werd veel aandacht opgeëist voor de nieuwbouw. N a het overlijden van de architect J. H. Groenewegen werd aan ir. A. Rothuizen de opdracht verleend het door hen samen begonnen werk voor de bouw van het academisch ziekenhuis verder alleen af te maken; een fascinerende maar ook enerverende taak.

2955

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1960 - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

VU-Blad | 252 Pagina's