GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 21

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Wat een geweldige taal!", zeggen wij n u ! Zijn wij dan al bijna 60 jaar zwaar aan het zondigen? Of zouden de ordeningen Gods toch wat anders te zeggen hebben?

Mevrouw van der Veen tijdens het uitspreken van haar causerie op de vergadering van Vrouwen V.U.-Hulp in Dordrecht.

I i

„De hand der vrouw is slechts weinig korter en smaller dan die van de man. Doch bij haar is dikwijls de wijsvinger langer dan de ringvinger wat aan de hand een slanke vorm geeft. Voorts is in de regel de duim van de vrouw korter dan die van de man. Ook kenmerkt de vrouw zich door het geringe gewicht van de onderkaak die maar 79 procent is van die van de man. Ook haar pols slaat sneller en de vrouwelijke hand voelt fijner, reden waarom in Amerika voor het tellen van geld aan vrouwen de voorkeur wordt gegeven Zal nu iemand, die zo anders is dan de man, iets kunnen betekenen voor zoiets mannelljks als de wetenschap? „Neen", zegt Pabius, „absoluut neen". Zo heeft Pabius zijn oude argumenten nog eens herhaald en hij vindt van verschillende kanten bijval. Prof. Woltjer denkt er niet veel anders over en prof. Geesink waagt het zelfs te zeggen dat vrouwenstudie niet alleen ingaat tegen de aanleg en de bestemming der vrouw, maar dat het ook een ontwrichting is der maatschappij, ja dat het zelfs ingaat tegen de ordeningen Gods!

Het m a g ! Gelukkig zijn er ook voorstanders en daaronder is prof. Bavinck die meer gevoel heeft voor de ontwikkeling der maatschappij en voor de groeiende taak van de vrouw in die maatschappij, een taak die ook buiten het gezin een vorm gaat krijgen. De senaatsvergadering gaat voort en gelukkig wint het gezond verstand het van de principes die men zelf gemaakt heeft. Mejuffrouw 't Hooft mag studeren en wij vinden haar naam dan ook op de studentenlijst van de cursus 1905/1906. Vijf en twintig jaren van het bestaan onzer universiteit waren vergleden maar nu had de vrouw toch haar intrede gedaan I Toch moest nog een barrière genomen worden. Want de V.U.-dagen van 1906 waren aanstaande en daar moest ook aan het volk verteld worden dat meisjesstudie toch goed was. In Middelburg viel aan prof. H. H. Kuyper de eer te beurt voor een aandachtig gehoor de studerende meisjes te verdedigen. Achterdeur Nu heb ik weleens mooiere verdedigingen gelezen. De hooggeleerde haalt de dames wel in, maar lang niet met vlag en wimpel. Hij houdt eigenlijk niet van vrouwen in de wetenschap want z.i. betekenen ze daar niet veel. Bovendien: „een vrouw bij wie het schuchtere en ingetogene plaats zou maken voor mannelijke luidruchtigheid, bij wie het teler gevoel overheerst wordt door kloek verstand en die de liefde tot man en kind laat ondergaan in politieke en wetenschappelijke problemen, is geen aangename verschijning". Nu, dat vinden wij ook. Maar gelukkig is er toch nog een achterdeur. Want een universiteit leidt ook op tot de hogere beroepen, advocaat, leraar, arts enz. En Kuyper vindt dat een meisje, dat niet trouwt, zich aan die beroepen best mag geven en voor die opleiding moet ze dus wel aan de universiteit worden toegelaten. Er kwam niet veel debat op dit betoog. Alleen merkte prof. F. L. Rutgers op dat het toch wel een zorgwekkend verschijnsel is dat men tegenwoordig niet meer wil dienen. „Waar zijn de goede dienstboden?" roept hij uit. „De meisjes worden liever telefoniste, of winkeljuffrouw of naaister in een atelier!" Dat is dus een klacht uit 1906: een tijd die naar ons idee overliep van keuken- en bellemeisjes, van eerste en tweede dienstboden, van kinderjuffrouwen en huisnaaisters. Waarom zo lang? Ik heb getracht u een schildering te geven van wat ziöh afgespeeld heeft rondom de toelating van de eerste vrouwelijke studenten aan onze V.U. Maar er ligt toch een vraag! Waarom heeft het zolang geduurd eer aan onze V.U. een meisje ging studeren? Waarom was men in onze kring zo tegen studerende vrouwen? Het is te gemakkelijk om te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

VU-Blad | 186 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

VU-Blad | 186 Pagina's