GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 88

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 88

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

trekkingen, dat eveneens door Prof. V a n der Molen w e r d verzorgd, ging over naar Prof. Dr. G . Kuijpers. Zoals reeds w e r d opgemerkt, werd de faculteit der geneeskunde verder uitgebreid en geconsolideerd. Prof. Dr. P. R. Michael ging na het bereiken van de 70-jarige leeftijd met ingang van 1 februari 1962 met emeritaat en werd als hoogleraar in de chirurgie opgevolgd door Dr. G . den Otter, doch ontving voorlopig tegelijkertijd nog een beperkte leeropdracht in genoemd werkgebied. Het buitengewoon hoogleraarschap van Dr. A . C. Drogendijk voor het onderwijs in de sociale geneeskunde werd omgezet in een gewoon hoogleraarschap. Mejuffrouw Dr. C. M . J. Velzeboer, Dr. F. van Paassen, Dr. J. Janssens en Dr. T. D. Stahlie, allen reeds als buitengewoon of gewoon lector aan de V r i j e Universiteit verbonden, werden benoemd tot gewoon hoogleraar voor het onderwijs respectievelijk in de oogheelkunde, de anatomie en bijzondere embryologie, de gynaecologie en obstetrie en de kindergeneeskunde. Dr. R. Donner, voordien wetenschappelijk hoofdambtenaar A met leeropdracht, w e r d benoemd tot gewoon hoogleraar voor het onderwijs in de pathologische anatomie. Het buitengewoon hoogleraarschap van Dr. H. A . E. van Tongeren in de medische micro-biologie w e r d omgezet in een gew o o n hoogleraarschap. Een definitieve voorziening kon worden getroffen voor het onderwijs in de keel-, neus- en oorheelkunde door de benoeming van Dr. G . de W i t , te Nijmegen, tot gewoon hoogleraar. Tenslotte dient hier genoemd te worden de benoeming van Dr. F. C. Stam t o l buitengewoon hoogleraar in de neuropathologie. De gedachte van de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen ontwikkeld in de Nota inzake de uitbreiding van het wetenschappelijk onderwijs om in Amsterdam één opleiding voor de tandheelkunde t o l stand te brengen, welke door de Universiteit van Amsterdam en de V r i j e Universiteit gezamenlijk ter hand zal worden genomen, ontmoette bij beide universiteiten — onzerzijds mede op principiële gronden — bezwaren. Gemeend w e r d , dat in Amsterdam geredelijk plaats was voor een opleiding aan elk van de beide universiteiten, zij het op wat kleinere schaal dan door de Minister voor de ene opleiding was voorzien. De Minister bleef echter van oordeel, dat voor het tegenwoordige slechts aan één opleiding in Amsterdam kan worden gedacht en dat dan daarvoor, indien op een gezamenlijk instituut geen prijs werd gesteld, de Universiteit van Amsterdam, welke ter zake reeds doende was, in aanmerking moest worden gebracht. Er stond ons voor het ogenblik niet anders te doen dan ons bij de beslissing van de Minister neer te leggen. Maar met nadruk is de Minister gevraagd om, zodra de vestiging van een vijfde tandheelkundig instituut aan de orde zou komen, daarin onze universiteit ie kennen. De Minister heeft dit toegezegd. Overigens is met de Universiteit van Amsterdam overleg

gepleegd over het reserveren in het door haar te stichten tandheelkundig instituut van plaatsen in de eigenlijke tandheelkundige opleiding voor studenten van onze universiteit, die de praeklinische studie aan onze medische faculteit zullen hebben volbracht. In de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen werd Dr. A . H. W e l l e r , te Stuttgart benoemd tot gewoon hoogleraar voor het onderwijs in de fysische chemie, in het bijzonder de moleculaire spectroscopie en fotochemie, en Dr. Joh. Blok, te Delft tot buitengewoon lector voor het onderwijs in de radlobiophysica. In dezelfde faculteit werden in de biologische sectie leeropdrachten verleend aan Drs. L. J. Antheunisse, Drs. J. Joosse en Dr. A . P. van Overbeeke, reeds als wetenschappelijke ambtenaren aan de universiteit verbonden, respectievelijk voor het onderwijs in de morphologle der ongewervelde dieren, in de morphologie der gewervelde dieren en in de weefselleer. Drs. M. A . Maurice ontving een leeropdracht in de algebra en Drs. P. C. Baayen in de funclionaal analyse, beiden in de afdeling wiskunde. Dr. L. Minnema w e r d toegelaten als privaatdocent voor het onderwijs in de chemie der polymeren. In de faculteit der letteren en wijsbegeerte ontvingen Dr. G . A . van Dongen en Drs. M. Buning een leeropdracht voor het onderwijs in het modern Engels; Drs. W . N. Visserman te Hilversum werd benoemd tot docent voor de didactiek van de Duitse taal- en letterkunde en Drs. C. C. Wijmans tot docent voor de didactiek in de Engelse taal- en letterkunde. Belangrijke uitbreiding ondergingen de voorzieningen voor het onderwijs in de psychologie en de paedagogiek. Dr. C. Sanders, voordien reeds wetenschappelijk hoofdambtenaar A , w e r d benoemd tot hoogleraar voor het onderwijs In de theoretische psychologie en de geschiedenis van de psychologie; Dr. P. J. D. Drenth en Dr. J. de W i t , beiden reeds belast met een leeropdracht, alsmede Dr. C. Boekestijn, reeds wetenschappelijk ambtenaar, tot lector voor het onderwijs respectievelijk in de psycho-diagnostiek, de ontwikkelingspsychologie, paedalogie en speciale paedagogiek en de sociale psychologie. A l deze benoemingen vonden plaats in de faculteit der letteren en wijsbegeerte. Dr. J. W . van Hulst te Amsterdam ontving voorts een leeropdracht voor het onderwijs in de theorie en de encyclopaedie van de opvoedkunde. In verband met de instelling van de studierichting niet-westerse sociologie w e r d in de faculteit der letteren en wijsbegeerte benoemd tot buitengewoon hoogleraar Dr. J. Blauw te Hilversum voor het geven van een overzicht van een godsdienst of de godsdiensten in de niet-westerse gebieden, speciaal met het oog op de daardoor mede bepaalde problematiek van het acculturatieproces en in de faculteit der economische wetenschappen tot gewoon hoogleraar Dr. J. W . SchoorI voor het onderwijs in de niet-westerse sociologie, terwijl Drs. J. D. Thijs benoemd werd tot wetenschappelijk

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

VU-Blad | 186 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1963 - pagina 88

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

VU-Blad | 186 Pagina's