Vrije Universiteitsblad 1966 - pagina 76

Algemene vergadering (zo u wilt; V.U.-dag of jaarvergadering) onderhouden. Van Jaar tot jaar wisselend van plaats van samenkomst: het is één van die dingen, die onze universiteit typeren. Op de Eindhovense V.U.-dag was een lijvige agenda af te werken: statuten en huishoudelijk reglement werden enigszins gereviseerd, hetgeen onder meer tot gevolg heeft, dat dit het eerste verslag is van de Vereniging met een gewijzigde naam: in aansluiting aan de Wet op het wetenschappelijk onderwijs en ook ter onderscheiding van het zogenaamde hoger beroepsonderwijs, w e r d de uitdrukkking ,,hooger o n d e r w i j s " veranderd in ,,wetenschappelijk onderwijs". Bij Koninklijk Besluit van 16 december 1965 w e r d goedkeuring op de herziene Statuten verkregen. Voorts was er de verkiezing van enkele nieuwe bestuursleden: in de plaats van mr. J. Algera, die om gezondheidsredenen zijn functie moest neerleggen, werd tot directeur gekozen prof. dr. G. J. Sizoo, die in de loop van 1965 emeritaat verkreeg als hoogleraar in de natuurkunde. Opvolger — ook als secretaris — van de heer J. D. F. van Halsema, die wegens periodieke aftreding het bestuurscollege verliet, werd mr. D. Schut. Het voorzitterschap van het college van directeuren wordt sinds het aftreden van mr. J. Algera waargenomen door de heer H. M. Oldenhof. In dit verband vermelden directeuren nog, dat de heer ir. C. A. Doets, lid van hun college, zich — door zijn terugtieden uit het bedrijfsleven — geheel beschikbaar heeft kunnen stellen om zich te belasten met de dagelijkse behartiging van de belangen der universiteit, inzonderheid ten aanzien van de nieuwbouw. In de middagvergadering voerden achtereenvolgens het w o o r d : prof. dr. R. Schippers — als rector-magnificus — over ,,Het wetenschappelijk onderwijs v a n d a a g " ; hij benadrukte, dat de universiteit veel meer dan men vermoedt, democratiseert; de universiteit is in vergelijking met vroeger jaren ,,dichterbij" gekomen — en dat is een gelukkige ontwikkeling. Prof. dr. J. Verkuyl over ,,De vervulling van de missionaire taak van de kerk temidden van de veranderingsprocessen die zich voltrekken in de religies en de religieuze gemeenschappen"; prof. V e r k u y l onderstreepte de noodzaak tot de dialoog, welke geen doel kan, doch middel moet zijn tot getuigenis van Christus; drs. T. M. Gilhuis over ,,Wevers van één w e b b e " : allen die vroeger in vele facetten meewerkten aan het christelijk onderwijs, hebben gewerkt aan het ene weefsel, bezield door de gedachte, dat Christus' handen op héél ons levenspatroon — ook

op dat van het onderwijs — beslag leggen. De V.U.-dag heeft met nagelaten er blijk van te geven een schakel te zijn in de band met de geestverwanten in den lande. Die band is er vanaf het begin geweest en de V . U . zou de V.U. niet (meer) zijn als hij werd verbroken. Een jaarlijks terugkerend bewijs daarvan zijn ook zoals men dat zou kunnen noemen de financiële schakels in die band. In 1965 werd een bedrag van bijna ƒ 700.000,— bijeengebracht aan jaarlijkse contributies en circa f 33.600,— aan giften, terwijl de actie V r o u w e n V . U . hulp een opbrengst van bijna f 400.000,— had. Als men zich realiseert welk een enorme hoeveelheid werk — uit liefde gedaan — hierachter zit, kan men niet anders doen dan daarvan met grote dankbaarheid gewag maken. Deze grote sommen geld zijn voor het overgrote deel opgebouwd uit kleine bijdragen. De honderdduizenden gevers en geefsters mogen ervan overtuigd zijn, dat de bestemming van hun bijdragen een onmisbaar onderdeel vormt van de universitaire ,,huishoud i n g " . Van die ,,huishouding" vindt men een weergave in de exploitatie-rekening en de balans. De exploitatie-rekening sluit met een nadelig saldo van f 1.140.892,19. Wanneer het wetsontwerp, dat een verhoging met ingang van 1 januari 1964 van het subsidiepercentage tot 98y2 beoogt, w o r d t aangenomen en het Staatsblad bereikt, kan dit negatieve saldo op ± ƒ 50.000, — na worden vereffend met het uit dien hoofde te ontvangen hoger subsidie over 1965. Tevens kunnen dan de op de balans voorkomende tekorten over de jaren 1963 en 1964 op ongeveer f 100.000,— na, worden gedekt uit het dan te verwachten aanvullend subsidie over 1964. De exploitatierekening geeft een verhoging van de lasten te zien ten bedrage van ƒ 9.100.000,—. Deze stijging is als volgt te specificeren: hogere

personeelslasten

hogere overige

uitgaven

f

7.200.000,— ƒ

4.600.000,—

f

11.800.000,—

ƒ

2.700.000,—

f

9.100.000,—

af: hogere inkomsten academisch

ziekenhuis

De uitbreiding van het aantal personeelsleden (zie daarvoor ook de desbetreffende bijlage) zowel voor de universiteit als het academisch ziekenhuis en de periodieke loonronden veroorzaakten de hogere personeelslasten; ook de overige uitgavenposten geven uitdrukking aan de omvang en de groei van de universiteit. Ten aanzien van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen