GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 31

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

UITBREIDING STAAT VOOR DE DEUR

Prof. Dr. D. C. Mulder

Dat de bijzondere taken van de Vrije Universiteit niet uit de lucht zijn komen vallen maar ,,gewoon" bij de V.U. horen, kan sinds jaar en dag bij de vrienden van deze universiteit bekend zijn, zeker voor wat betreft de taak ten opzichte van de ontwikkelingslanden. W e behoeven maar te herinneren aan de Groningse V.U.dag, waarop wijlen prof. dr. J. H. Bavinck en prof. dr. L. W . Kuilman zo duidelijk over dit onderwerp gesproken hebben. F of, dr. D. C. Mulder, met wie we over de, wat men aanduidt als ontwikkelingssamenwerking praten, brengt tfm te beginnen naar voren dat de V.U. de laatste jaren haar buitenlandse activiteiten sterk heeft uitgebreid. En hij voegt er meteen aan toe dat, wanneer er straks ,,eigen geld" voor vrij komt, er nieuwe mogelijkheden zijn voor de nodige uitbreiding. Tot dusver moest men, met name voor wat betreft de samenwerking met de Congolese Vrije Universiteit en met de christelijke universiteit in Salatiga in Indonesië, financieel steunen op Den Haag; nader: op de directie technische

8

hulp, die valt onder het ministerie van buitenlandse zaken en waar ook de minister van ontwikkelingshulp zich over buigt. Dit betekent, zegt prof. Mulder, dat we onze bijzondere taak in dit opzicht tot dusver niet of maar zeer beperkt hebben kunnen aanvatten, want aan niet-subsidiabele werkzaamheden kwamen we niet toe. Uitbreiding staat dus voor de deur. Een uitbreiding die zich, dankzij het ,,eigen geld", kan richten op zaken die Den Haag niet subsidieert. Nu is het plan dat men zich op een paar concrete punten richt: het gaat niet aan de krachten te versnipperen. Een eerste punt van concentratie is de Congolese V.U. in Kisangani. Prof. Mulder: een veelbelovende relatie, de regering van de Congolese republiek staat er helemaal achter! Docenten van ónze V.U., afkomstig uit verschillende faculteiten, zijn daar al ingezet en andere faculteiten overwegen nog zich in de Congolese universiteit te interesseren. Wat dit aangaat, spreekt de rubriek ,,De universiteit op weg" duidelijke taal. Hoezeer men ginds de bijdrage van de (Amsterdamse) V.U. waardeert, kan ook blijken uit het feit dat de V.U. een zetel in een der bestuurslichamen van de universiteit te Kisangani is aangeboden. Indonesië vormt een tweede oriëntatiepunt. Hierover vernemen we van prof. Mulder dat het beste contact er is met de christelijke universiteit te Salatiga. De relatie met de christelijke universiteit te Djakarta loopt tot dusver stroever. In het algemeen geldt dat het uitzenden van experts naar Indonesië niet gemakkelijk is: het kost

De Congolese Vrije in Kisangani

Universiteit

moeite en tijd. Vandaar dat de plannen voor dit land nog geen concrete vormen hebben kunnen aannemen. Wellicht is het verschaffen van onderwijsmateriaal en het sturen van gastdocenten de beste hulp die gegeven kan worden. Een derde concentratiepunt (wil men: concentratieveld) zoekt men in de samenwerking met christelijke studiecentra in Azië, Afrika en Latijns Amerika. Er is al een aantal persoonlijke contacten met dergelijke centra en die kunnen snel tot een universitaire relatie worden uitgebouwd. Deze centra staan op de frontlijn in de ontmoeting met niet-christelijke godsdiensten en culturen. In Hongkong bijvoorbeeld is het de confrontatie met de Chinese cultuur die aandacht vraagt, in Nigeria staat de ontmoeting met de islam op de voorgrond. Voor dit concentratiepunt kunnen drie faculteiten belangstelling hebben: de godgeleerdheid, de letteren en de sociale wetenschappen. Ten gerieve van een en ander is er een fonds ontwikkelingssamenwerking gecreëerd en voor 1969 hebben de directeuren der V.U. daarvoor 75.000 gulden toegezegd: één post van de zeven, waarvoor in totaal ruim anderhalve ton is toegezegd. ,,Een eerste aanloop", zeggen directeuren. Zes andere posten dus, en zij betreffen (uiteraard) ook niet-subsidiabele activiteiten, waarvan prof. Mulder er een paar noemt. Voor studenten uit de hele wereld, die kennis willen maken met juist het eigen karakter van de Vrije Universiteit, bestaan er zgn. kennismakings-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's

Vrije Universiteitsblad 1969 - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1969

VU-Blad | 143 Pagina's