Vrije Universiteitsblad 1970 - pagina 69

Hieronder de voorgestelde wijziging der statuten. Hierop volgt een brede toelichting van het college van directeuren, en tenslotte is er het, statutair vereiste, advies van de Raad van Bijstand. Ter vergelijking de bestaande tekst van artikel 4 der statuten: ,,De Vereniging staat voor alle onderwijs, dat in haar scholen wordt gegeven, geheel en uitsluitend op de grondslag der gereformeerde beginselen en erkent mitsdien als grondslag voor het onderwijs in de godgeleerdheid de drie Formulieren van Enigheid, gelijk die in het jaar 1619 door de Nationale Synode van Dordrecht voor de Nederlandse Gereformeerde Kerken zijn vastgesteld; een zodanig gezag daaraan hechtende, als genoemde Synode, blijkens haar eigen handelwijze en haar acten, aan de belijdenisschriften der Nederlandse Gereformeerde Kerken heeft

""" NAAR EEN NIEUWE FORMULERING VAN DE GRONDSLAG VOORSTEL T O T W I J Z I G I N G DER STATUTEN

1 Het tegenwoordige artikel 4 te vervangen door een artikel, luidende: „De Vereniging staat voor alle arbeid die van haar uitgaat, met name voor het wetenschappelijk onderwijs en onderzoek dat aan de Vrije Universiteit plaatsvindt, op de grondslag van het Evangelie van Jezus Christus, dat naar de openbaring in de Heilige Schrift de mens in zijn gehele leven roept tot de dienst en verheerlijking van de ene God, Vader, Zoon en Heilige Geest, en daarin tot dienst aan de medemens."

z Tussen de tegenwoordige artikelen „Het wetenschappelijk onderwijs mede de voorbereiding tot het Woords. Te dezer zake kan de Vereniging

5 en 6 in te lassen een artikel 6, luidende: in de faculteit der godgeleerdheid omvat bekleden van het ambt van dienaar des overeenkomsten

met kerken

aangaan."

3 De nummering van de tegenwoordige artikelen 6 t/m 25 aan de sub 2 omschreven wijziging aan te passen. TOELICHTING 1. Inleiding Het voorstel tot wijziging der statuten, dat U ter behandeling door de Algemene Vergadering op 17 juni 1970 wordt voorgelegd, vraagt om een uitvoerige verantwoording. De voorgestelde wijzigingen betreffen een centraal element in de statuten, namelijk het artikel dat de grondslag der Vereniging behelst, anders geformuleerd: het artikel dat kenmerkend is voor het eigen karakter zowel van de Vereniging als van de Vrije Universiteit. Er moeten derhalve wel bijzonder klemmende redenen zijn om in dit artikel veranderingen aan te brengen. Reeds aanstonds kan hier worden opgemerkt, dat de strekking van het onderhavige voorstel niet is de eigenlijke bedoeling, de inhoudelijke betekenis van het artikel te wijzigen, integendeel. De kwestie is echter, dat men vrij algemeen van gevoelen is, dat het huidige artikel er niet in geslaagd is duidelijk te maken, wat nu die specifieke karaktertrek van Vereniging

en universiteit is, waarop hierboven werd gedoeld. Daaruit is dan ook de overtuiging gegroeid dat gezocht zou moeten worden naar een formulering, die — op een wijze welke de huidige generatie toespreekt — onder woorden zou brengen, wat vanaf de oprichting der Vereniging centraal heeft gestaan: het Woord van God is richtsnoer voor het menselijk bezigzijn ook op het terrein der wetenschap. Men kan gevoeglijk aannemen, dat zij, die bij de oprichting der Vereniging in 1879 in de statuten vastlegden „dat de Vereniging voor alle onderwijs, dat in haar scholen wordt gegeven, geheel en uitsluitend op de grondslag der gereformeerde beginselen staat", zich hebben aangesloten bij het spraakgebruik van die tijd. In een uitdrukking als „gereformeerde beginselen" herkende men elkaar, ook zonder dat grondig was nagegaan wat daaronder precies moest worden verstaan, laat staan dat daarover eenstemmig werd gedacht.

Dat met deze formulering van een grondslag niet het laatste woord gesproken was, zal men overigens goed beseft hebben; het vraagstuk van de betekenis en de naleving van deze grondslag is dan ook reeds spoedig aan de orde gekomen. Een geschil omtrent de betekenis van het grondslagartikel voor het juridisch onderwijs, was voor de senaat in 1895 aanleiding een schema te geven voor de wegen waarlangs en de methoden waarmee men de gereformeerde beginselen voor de wetenschap zou moeten opsporen, Dat als eerste kenbron voor deze beginselen de Heilige Schrift werd aangewezen, spreekt welhaast vanzelf. Als doel stelde men zich het verkrijgen van een systeem, waarin de gereformeerde beginselen de uitgangspunten voor het logisch denken zouden zijn en wel zo, „dat er niet één enkel rustpunt voor onze wetenschap overblijve, dat niet door deze beginselen gewaarmerkt zij". Men kwam er echter niet aan toe ook maar één van die beginselen met name te noemen.

3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen