GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 97

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 97

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het boek, dat dr. J. A. H. J, S. Bruins Slot bezig is te schrijven, zal door ziekte van de auteur iets later verschijnen dan aanvankelijk de bedoeling was. In dit nummer treft u als laatste voor-publikatie een gedeelte uit de algemene beschouwing.

doel, maar ook de grote risico's daaraan verbonden: een crisis tussen geloof en wetenschap, terdege bewust was. De gevolgen zijn dan ook niet uitgebleven. Na de dood van Kuyper tot na de tweede wereldoorlog heeft men theologisch, politiek en sociaal gefreewheeld op de traditie. Maar dat paste niet meer op de gewijzigde omstandigheden. Men werd geconfronteerd met een situatie waarvoor de traditie geen oplossingen bood. Aan een nieuw intensief Schriftonderzoek kon de traditie geen weerstand bieden. Van de weeromstuit klampten velen, de ogen sluitend voor een onontkoombare werkelijkheid, zich vast aan die traditie. Het gevolg was theologisch misverstand en kortsluiting. Dat is wat wij heden ten dage in de gereformeerde kerken waarnemen. Er is voor de traditie geen alternatief. En dat is maar gelukkig ook. Want het gaat, zoals de gereformeerde letterkundige en essayist dr. C. Rijnsdorp schreef, niet om theologie, niet om confessionalisme, niet om liturgie, niet om pastorale didactiek, maar om het levende Woord dat wel spreekt door het geschreven Woord, maar daarmee niet samenvalt. De marge tussen het levende Woord en het geschreven Woord is het spanningsveld van de Heilige Geest. En daaruit vallen, zegt Rijnsdorp, twee zaken af te leiden: een kritisch relativisme en een kritische solidariteit.

Intuïtie Als dat waar is - en ik geloof dat dit waar is dan komt dus van de menselijke kant bezien de intuïtie aan het woord. Want in een spanningsveld doe je misschien wel iets, maar toch niet veel met de traditie. En niets met .de traditie sec. Het woord evangelische inspiratie zegt mij dan ook niet zoveel. Want Wat bedoelen we met evangelie? Het wordt op zoveel manieren gestandaardiseerd. Zie Waar naar de politiek en de politieke organisaties. En inspiratie is ook al zo'n theologisch

woord met verschillende exegesen. Ik beweer niet, dat intuïtie hét woord is. Maar het sluit ons een beetje af van de traditie. Het kan ook de spraak van een eigenwillig hart zijn. Maar ik bedoel het hier als een open hart, als een hart dat luistert naar wat de Geest tot de gemeente zegt. En dat dus naar het Woord luistert en dat de realiteit confronteert met dat Woord en dal van daaruit oordeelt en dingen en daden op de proef stelt. En zo kom ik op de politiek terecht. Ik begin maar met het betrekkelijk gemakkelijke, omdat ik het helemaal meegemaakt heb en er nauw bij betrokken was en omdat het achter de rug is. Toen de tweede wereldoorlog voorbij was en velen - onder wie ook koningin Wilhelmina hoopten op een vernieuwing, bleek daar niets van terecht te komen. De koningin dacht vrij anti-parlementair en autoritair. Vele andere Nederlanders ook. Maar uiteindelijk kwam er in grote lijnen het oude parlementaire Nederland met zijn vooroorlogse politieke-partijenstelsel uit de bus. De doorbraak trachtte iets nieuws tot stand te brengen, een andere partijenscheiding dan wij voor de oorlog gekend hadden. Maar zij bleek niet sterk genoeg om die scheiding tot stand te brengen. Zij bracht ten hoogste een ietwat ondogmatisch socialisme waarin zich ook verscheidene kathoüeke en protestantse christenen konden vinden. Maar de oude tegenstellingen; katholiek, socialistisch, liberaal, christelijk-historisch en antirevolutionair bleven de politiek beheersen. De traditie had het gewonnen. Toen werden wij geconfronteerd met de Indonesische crisis.

brak ons aan wat Rijnsdorp noemt kritisch relativisme en daarom konden wij ook geen kritische solidariteit met de Indonesiërs opbrengen. Op soortgelijke, maar ook op andere gronden - ik denk aan opportuniteitsoverwegingen en aan de rijkseenheidsgedachte, die behalve door Gerbrandy nooit door vooraanstaande gereformeerden en antirevolutionairen is aangehangen - kwam het tot de politionele acties die op een mislukking uitliepen.

Verandering Wij zagen dat het mislukte en dat het ons uit de hand liep. Maar we wilden of konden niet zien waar we het mis hadden. De verandering is een ingewikkeld proces geweest.

Indonesië Ik zal hier alleen vertellen hoe de gereformeerde en antirevolutionaire wereld en ook ikzelf die crisis ervaren hebben. Er bleek van meet af een diepe kloof te bestaan tussen de gereformeerde zendingsmensen en de gereformeerde politici. De politici stonden op het standpunt: we hebben hier te maken met een revolutie, zoiets als de Franse revolutie. Wij moeten die neerslaan, het gezag herstellen en dan van daaruit een historische verandering tot stand brengen, die de 7-decemberrede van koningin Wilhelmina waarmaakt. Wij stelden ons op wat wij dachten dat het standpunt van Romeinen XIII was: de overheid - dat was de Nederlandse overheid is er u ten goede. En die u, dat waren in dit geval de Indonesiërs. Die overheid droeg het zwaard niet tevergeefs en dat konden de Indonesiërs zich aantrekken. De zendingsmensen zeiden tegen ons: begrijpt u niet dat een Nederlandse overheid in Indonesië iets heel anders is dan een Nederlandse overheid in Nederland. Dat begrepen wij niet. Wij waren in onze benadering van bijbel en historie traditionalistisch. Het ont-

'De koningin dacht vrij anti-parlementair en autoritair. Vele andere Nederlanders ook.'

Als je denkt dat je gelijk hebt en je ziet dat je gelijk mislukt, kom je in een heel vreemd geestelijk proces terecht. Dan ga je opportunistisch denken hoe kom ik eruit? Als ik aan Schouten, de toenmalige a.r.-fractievoorzitter en mijzelf denk, dan is het zo dat Schouten strak aan zijn gelijk vasthield, dat als politiek en theologisch juist zag en daar om des gewetens wille niet van af kon stappen. Er mocht dan van komen, wat er van komen zou. Ik zag na de mislukking van Linggadjati, het door de Nederlanders verknoeide akkoord met de Indonesiërs, dat er geen oplossing in de geest van de traditie meer inzat. Ik stel mezelf niet mooier voor dan ik toen was. Je bent niet geroepen het onmogelijke te beproeven, zeker niet als dat tot voortgezette bloedbaden aanleiding zou geven, dacht ik. 43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 97

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's