GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 149

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 149

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vergelegen Onze eigen mensen van de missiepost Maria Ratschitz werden wel verplaatst naar LimehiU, maar niet naar de Katholiekstan. Uit het stameigendom Boschhoek werden in augustus 1968 ongeveer vijfhonderd gezinnen overgeplaatst naar het landbouwbedrijf Vergelegen, een kilometer of drie van Limehill. De Koehenestam had Boschhoek, een landbouwbedrijf van ± 3500 ha. in 1870 gekocht. Het was goede grond voor landbouw en veeteelt en er was ruimschoots voldoende water. Officieel heette het, dat de bewoners vrijwillig verhuisden, hoewel zij een petitie hadden ingediend bij de commissaris voor Bantoe-zaken, met het verzoek om in Boschhoek te mogen blijven. Vóór hun aankomst in Vergelegen waren er, precies als in Limehill, nauwelijks voor-

Limehill had al gauw het voorkomen van een achterbuurt en kreeg de spotnaam 'mshayazafe', d.i. 'sla er op tot hij sterft'. Op 14 maart 1969 werd in het parlement door de onderminister van B.A.D. toegegeven, dat er nog zesenzeventig gezinnen in het Limehillcomplex in tenten woonden. Twee jaar later is Limehill nog steeds een deprimerend oord. Een van de grootste moeilijkheden is het simpele feit, dat de mensen van het platteland afkomstig zijn, waar zij van de landbouw leefden en dat zij nu moeten doen alsof zij stadsmensen zijn. Maar de bronnen van inkomsten en de voorzieningen van een behoorlijke stad zijn er niet. Er is niets dat wijst op het voorzien in plaatselijke werkgelegenheid. Integendeel, in een regeringsverklaring van 14 mei 1968 wordt gezegd, dat er geen plannen zijn om 'grens-industrie' in het gebied te vesti-

regionale directeur voor volksgezondheid, dr. Hooey, zei dat voor zover hij wist er geen enkel geval van tyfus was geweest. Ik had echter een doorslag onder ogen gehad van een officiële aangifte van een geval van tyfus, die op 14 november toegezonden was aan de overheid te Dundee. Een woordvoerder van het departement voor volksgezondheid vertelde de Rand Daily Mail op 5 december, dat er niemand aan gastroenteritis gestorven was. Toch waren er in de voorafgaande maanden drieëndertig men sen gestorven. Twee weken lang werden er door de autoriteiten van het departement voor volksgezondheid geen maatregelen getroffen, ondanks de meldingen over verontrustende aantallen mensen die overleden waren.

Onderzoek Geestelijken, politici en anderen eisten een onderzoek naar de gezondheidstoestand. Maar de minister voor volksgezondheid, dr. C. de Wet, bleef ontkennen dat er sprake was van een ernstige explosie van de ziekte. Hij zei, dat het totaal aantal sterfgevallen in het gebied niet meer was dan negentien, een normaal cijfer voor een bevolking van 6.000. Ik maakte foto's van de grafstenen van ongeveer zestig nieuwe graven op de vijf kerkhoven in het Limehill-gebied. Bovendien kwam ik te weten, dat er minstens zes anderen waren begraven (illegaal) buiten de begraafplaatsen. De meeste van deze mensen - hoofdzakelijk kinderen - waren gestorven tussen oktober en december. Veel later - op 7 februari 1969 - gaf de minister van B.A.D.'in het parlement toe, dat er drieënzeventig doden waren geweest.

Tyfus 'Ik zag vrouwen en kinderen water scheppen uit Icuiien in de rivierbedding, dat deden ze liever dan het water uit de tanks drinken.' (Foto gemaakt in het kamp IVIondhio waar in het geheel geen water was en waar de mensen twee kilometer moesten lopen om de was te doen).

zieningen getroffen. Ze klaagden over de slechte grond die ze kregen, over het tekort aan water en de vieze smaak daarvan. Gedurende de eerste vijf maanden werd het water opgeslagen in open tanks, een eindje buiten de nederzetting. Ze werden gewaarschuwd het eerst te koken. Ik zag vrouwen en kinderen water scheppen uit kuilen in de rivierbedding, dat deden ze liever dan het water uit de tanks te drinken.

Watergebrek Er werden hoe langer hoe meer mensen naar Limehill en de andere nederzettingen verPlaatst, er kwamen hoe langer hoe meer tenten. Ook de klachten over het gebrek aan water voor de bouw van huizen, over de n^oeite om aan bouwmaterialen te komen en over de ontberingen namen toe.

gen. Dat is niet verwonderlijk, want Limehill ligt op meer dan dertig kilometer afstand van de naaste spoorweg, stad en elektriciteitsvoorziening en er is een chronisch en blijvend tekort aan water. Anders dan de meeste andere, kregen de Limehill-verplaatsingen grote aandacht in de Engelstalige pers in Zuid-Afrika en dit leidde tot hulpverlening, zowel in de vorm van geld als van goederen. Na een paar weken verloor Limehill echter zijn nieuwswaarde. Het kreeg opnieuw publiciteit (en meer dan in november 1968), toen er gemeld werd dat er tyfus in het gebied was uitgebroken.

Ontkenning Functionarissen van het departement voor volksgezondheid ontkenden dat er een ernstige explosie van deze ziekte zou zijn. De

Uiteindelijk werden er officieel zestien gevallen van tyfus geconstateerd, waarvan één met dodelijke afloop in het gebied van Uitval, waar slechts ongeveer zeventig gezinnen woonden. Van één gezin waren vier kinderen tegelijk ziek, van een ander alle vijf kinderen. Heel november en december door meldde de pers sterfgevallen in het gebied. Afgezien van het inenten van de bevolking van Uitval, werd er nauwelijks iets gedaan door de autoriteiten voor volksgezondheid. De meesten van degenen die stierven en honderden anderen die ziek waren, hadden dezelfde symptomen: diarree, overgeven en hoge koorts. In bijna elk huis was tenminste één ziek kind. In één gezin stierven twee kinderen binnen een week. De mensen zeiden: 'We worden bezocht door een plaag' en je zag velen amuletten dragen om het onbekende kwaad af te weren.

Resultaat Ik ging met pater Nelson mee op bezoek 45

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 149

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's