GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 45

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 45

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine

aan wel mee te doen. En dat is dan ook gebeurd.

Advies zitting te nemen. Albarda was voor de oorlog voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de S.D.A.P. geweest. En hij was minister geworden vlak voor de oorlog en had dus tijdens de oorlog in Engeland gezeten. Kerstens, een rooms-katholiek, was tijdens de oorlog ook minister geweest in het kabinet-Gerbrandy. Hij is, omdat hij het met andere dingen te druk had, in de studiecommissie later vervangen door het Tweede-Kamerlid Serrarens. We vergaderden in Parijs, in het Palais Bourbon, het gebouw van de Franse Assemblee nationale.

Herriot De voorzitter van die Assemblee, Edouard Herriot, was ook voorzitter van onze commissie en dus onze gastheer. Herriot, een Franse politicus die zijn hoofdrol voor de oorlog had gespeeld, was een subliem voorbeeld van wat de Franse 'Ecole normale supérieure' kan afleveren. Zeer erudiet en zeer bekwaam. Hij heeft ook die studiecommissie goed geleid. Hij had een grote, zware gestalte, hij was oud en zat weggezakt in de voorzittersstoel, met de ogen dicht, zodat het leek of hij sliep. Maar dat was maar schijn. Hij hoorde alles en als er ook maar iets in de discussies was, waarbij hij meende te moeten ingrijpen, dan kwam hij zakelijk en scherp uit de hoek. We hebben eens bij hem in zijn ambtswoning geluncht - of liever gedejeuneerd, want dat moet je op zijn Frans zeggen - en ik moet zeggen dat het de Franse keuken op zijn best was. Ik heb nooit zulke grote en heerlijk toebereide truffels gegeten als toen. In de studiecommissie waren de Britten volstrekt negatief tegenover de rest.

Supranationaal Ik ben in deze studiecommissie tot de overtuiging gekomen dat de federalisten, die een supranationaal gezag bepleitten met een echt Europees parlement, het juist zagen. Maar het heeft geen zin om een advies uit te brengen, waarvan je van tevoren weet dat het politiek bij geen enkele regering haalbaar is. We stelden dus uiteindelijk voor om een Raad van Europa te stichten, die zowel een raadgevende vergadering als een comité van ministers zou hebben. Dit advies was de Engelse leden van de commissie zelfs nog te veel. Zij onthielden zich van stemming. Door deze onthouding, die dus niet tegenstemmen was, hielden zij Voor Engeland de weg open om, als het met die Raad voor Europa toch doorging, daar-

We hadden dus ons advies klaar en uitgebracht. En daar is tenslotte de Raad van Europa uit voortgekomen. Toen het advies klaar was heb ik mijn verhaal daarover aan Schouten gedaan. Schouten hoorde mij aan en zei: 'Ik ga met je inzichten en je handelwijze akkoord en ik zal je steunen.' We moesten dit nu namelijk aan de antirevolutionaire mensen duidelijk maken. Dat heeft gedurende een aantal jaren veel inspanning gevergd. Als je hierover voor partijvergaderingen sprak, had je volle zalen. De mensen waren geïnteresseerd, of ze begrepen het niet, of ze waren er helemaal tegen. Naar mijn mening heeft dat twee oorzaken gehad. Een oorzaak van psychologische aard en een oorzaak van dogmatische aard. De eerste is deze datje de mensen aan iets totaal nieuws moest wennen. Ze waren zo gewend dat ons oude Nederland - om met Da Costa te spreken - Gods en der vaad'ren pand was, ze hadden ondanks de oorlog nog zolang de introverte instelling behouden die Nederland sinds het einde van de Spaanse successieoorlog heeft gekenmerkt, dat ze niet in of aan andere en nieuwe juridische en historische structuren konden geloven. Dat is begrijpelijk en dat kan je in een discussie ook wel te boven komen. Langzamerhand tenminste. Want de mensen hebben genoeg verstand om een zakelijke analyse van problemen en hoe je die politiek moet oplossen te begrijpen. De oorlog had hen ook geleerd dat het introverte neutraliteitssysteem toch ook wel een onmogelijke zaak geworden was. Maar de sprong naar het echte alternatief is moeilijk. Trouwens niet alleen voor antirevolutionairen en voor Nederlanders, maar voor heel de westelijke wereld. Want in wezen aanvaarden de volken van de westelijke wereld het alternatief ook nu nog niet. Ze freewheelen. Dat betekent dat ze geen poHtiek hebben. De Russen hebben die ook niet en de Amerikanen niet en de Chinezen niet en de derde wereld niet. Ik vraag me af of Churchill met zijn grote regionale souvereiniteiten ze had. En dat was toch wel een der grootste staatslieden van deze eeuw. Blijkbaar gaat het mensenkrachten te boven. Van dit vraagstuk is de Europese eenwording een onderdeel. Een onderdeel van 'One world or none'.

Ik zal er geen kwaad over zeggen. Ik heb in de Indonesische kwestie ook jarenlang onder de ban van een verkeerde interpretatie van Romeinen XIII geleefd en gehandeld. Wat men mij op a.r.-vergaderingen tegenwierp was dit: 'Als de machten die er zijn van God verordineerd zijn, mag je geen souvereiniteit overdragen.' Ik had er toen twee argumenten tegen. Het eerste was min of meer theologisch: 'Romeinen XIII heeft het niet over staten en staatsstructuren en hun vorming. Het heeft het over het gezag en de aard en de strekking van het gezag der overheid.' En daarop sloot mijn tweede argument van historische aard aan. En dat was dit dat je, als je tegen welke souvereiniteitsoverdracht dan ook bent, de hele Nederlandse geschiedenis als een god-

'Of Churchill, die op het Europese Congres een grote rol speelde, ook zo gedesillusioneerd was, weet ik niet.' (Foto gemaakt tijdens Europa-demonstratie van 9 mei 1948 in Amsterdam.)

deloos proces verloochent. Want de Nederlandse geschiedenis is van de middeleeuwen af tot het gecentraliseerde Koninkrijk van 1815 onder Willem I toe, één proces van souvereiniteitsoverdrachten. Eerst de onafhankelijke steden tegenover de landsheer, toen de onafhankelijke gewesten in een stuntelige confederatie onder de Unie van Utrecht en tenslotte de eenheidsstaat. Nu, dat dit goddeloos zou zijn geweest, daar wilde niemand aan. En daaraan is de oppositie in a.r.-kring tegen het federalisme bezweken.

Irrelevant Romeinen 13 De tweede oorzaak die ons in a.r.-kring bezig hield en die speciaal voor antirevolutionairen geldt, is de dogmatische. Daarbij kwam Romeinen XIII op tafel; 'De machten die er zijn, zijn van God verordineerd.'

Het wezen van de zaak is natuurlijk dat Romeinen XIII in deze hele zaak van een historisch-staatkundige ontwikkeling helemaal irrelevant is. Maar dat kon je toen moeilijk zo kras zeggen, want dat zou niemand begrepen hebben, hoewel het er in 43

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 45

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's