GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1972 - pagina 342

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1972 - pagina 342

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Schaarste? Leeghwater populair 'De sedert en/ce/e jaren geconstateerde beweging tot liet wederom in gebruil< stellen van rustende, zelfs van verwaarloosde windmolens blijkt in oorlogstijd sterker te zijn geworden. Verwonderlijk is dit niet, want de energiebronnen voor liet drijven der bemalingswerktuigen vloeien minder rijkelijk dan vroeger, zelfs is het oliegebrek nu reeds in verschillende gevallen aanleiding geweest om een windmolen weer in bedrijf te stellen,' aldus een medewerker van de Nieuwe Rotterdamsche Courant op 31 augustus (koninginnedag) 1941. Hij voerde een warm pleidooi om toch vooral 'de kostelooze windkracht' niet te versmaden als energiebron. Hij prees het initiatief van een leraar aan een Amsterdamse MTS die met zijn leerlingen de restauratie van enige molens in het Utrechtse ter hand had genomen en riep de overheid op 'een algemeen landsbelang' te onderkennen in wat molens met wind kunnen doen. 'Deze zaak behoeft dus niet in een slop te blijven steken, doch het spreekt wel vanzelf, dat de overheid zich er van bewust moet zijn dat haar medewerking dringend gewenscht is.' Het artikel in de Nieuwe Rotterdamse Courant ('I-let windmolenvraagstuk in Nederland' stond erboven) was niet de enige publikatie in de oorlogsjaren waarin aandacht werd gevraagd voor de molen. Integendeel, er was jn die jaren geweldige belangstelling voor onderwerpen als wind, water, molens. Ze werden kennelijk als 'typisch Nederlandse' onderwerpen ervaren en daaraan was behoefte. Jan de Hartogs Hollands Glorie oogstte zijn succes niet voor niets. Nog zeer onlangs vertelde een vu-functionaris dat hij zich in de oorlog bij zijn beroepskeuze onder meer door dat 'typisch Nederlandse' heeft laten leiden. Hij werd civiel ingenieur (weg- en waterbouw). Het lag voor de hand dat Jan Adriaensz Leeghwater zijn portie van de publiciteit zou krijgen, want het was niet zo dat de molen alleen werd gekoesterd als mogelijke bron van energie. De strijd van de Nederlanders tegen het water was een onderwerp dat voldeed aan de vraag naar het 'nationale' en had in de bezettingstijd bovendien de verdienste dat de kans op politieke verwikkelingen was uitgesloten. Leeghwater lag goed in de markt. Het sentiment dat aan zijn naam was verbonden. 30

J. A. Leeghwater

leefde trouwens na de oorlog voort. Óp de lagere school met de bijbel kon men ook toen nog ervaren dat de behandeling van de tachtigjarige oorlog tijdens de lessen in vaderlandse geschiedenis dan wel in tijd, maar veel minder'in toon verschilde van bijvoorbeeld de uittocht uit Egypte, zoals die tijdens de godsdienstles werd behandeld. Het droogmalen van Noord-Holland onder Leeghwater verschilde bijgevolg niet essentieel van de doortocht van de Rode Zee onder Mozes. Er verscheen dus betrekkelijk veel over Leeghwater in de oorlog. Het paradoxale is dat de meer dan goed bedoelde publiciteit zijn reputatie geen goed heeft gedaan. De vijfde druk van de Winkler Prins Ency-

clopedie (1936) was nog vol lof: 'Zijn reputatie ging tot ver buiten de grenzen der Zeven Provinciën, met name naar Frankrijk,, Vlaanderen, Pruisen, Holstein. Hij bouwde ook de eerste oliemolen met stampers.' Vergeleken bij die glorie is de zesde druk van de Winkler Prins (1951) nogal zuur: 'Grote bekendheid verkreeg hij bij het nageslacht door zijn herhaaldelijk herdrukt Haerlemmer-meer-boeck, meer een pleidooi voor de droogmaking van dat meer dan een scherp omlijnd plan zoals Jacob Bartelsz Veeris het gaf. Deze bekendheid is er de oorzaak van dat zijn aandeel in de totstandkoming der Hollandse droogmakerijen in later tijd schromelijk is overschat Aan romanciers als Jef Last of Jan Mens heeft het niet gelegen. Zowel in het in

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's

VU Magazine 1972 - pagina 342

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1972

VU-Magazine | 570 Pagina's