GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 386

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 386

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Bijna elke arts, betrokken bij patiëntenbehandeling, is een kleine zelfstandige ondernemer. Er moet een structuurverandering komen die is gebaseerd op een duidelijke filosofie. Er is overigens geen reden om ach en wee te roepen over de gezondheidszorg in Nederland. Het gezondheidspeil in Nederland is goed; het is alleen een wat kostbare zaak geworden,' aldus prof. dr. J. Oort in het aprilnummer van het VU-magazine. Klachten over gebrek aan vakkennis of aan technische uitmonstering zullen rondom de gezondheidszorg niet spoedig worden vernomen. Ook op het eigen erf, dat wil zeggen, binnen de opstallen van de Vrije Universiteit, is hier en daar waarneembaar dat de werkers in de medische sector, in vergelijking met werkers op andere terreinen des levens, goed in de spullen zitten. Zo zal het de bezoeker van het Provisorium, het voorlopige huis waarin tandheelkundigen en psychologen als broeders samenwonen, opvallen dat hij halverwege de gang plotseling het glimmend geboende linoleum achter zich laat en een wat smoezelige vaste vloerbedekking betreedt: hij is van het terrein der tandartsen aangekomen op dat van de psychologen. Een passerende psycholoog draagt zijn lage staat als een goedlachse, praatgrage underdog en is bereid het oog te vestigen op meer standsverschillen. Die hebben onder meer betrekking op de hoeveelheid werk- en experimenteerruimte; op het aantal fonteintjes waar men de handen kan wassen en op het luchtverversingssysteem, dat blijkt op te houden waar de ruimte van de psychologen begint. Ja, zelfs het haakje op de branddeur die beide subfaculteiten van elkander scheidt, brengt het verschil tot uitdrukking: het zit aan de kant van de tandartsen. De medicus neemt een bevoorrechte positie in. Hij mag zich rekenen tot de groep met de hoge, tot zeer hoge inkomens. Het is een positie die hij zelf, via zijn organisaties, heeft opgebouwd en die tot voor kort door geen mens werd aangevochten. Wie had dat moeten doen? De overheid had de afgelopen zeventig jaar de grootste moeite om wetgeving tot stand te brengen waarbij haar

bemoeienis en het particulier initiatief elkaar niet al te hard beten; de ziekenfondsen moesten keer op keer constateren dat zij in geval van conflict met de artsen aan het kortste eind trekken; de vakbeweging was in het verleden maar matig geïnteresseerd in de gezondheidszorg (vorig jaar werd door het overlegorgaan van de drie vakcentrales aan de SER een schets geleverd van een algemene volksverzekering ziektekosten). Opvallend in de discussie is, dat de patiënt, die toch voor een flink deel van de kosten moet opdraaien, praktisch geheel afwezig is als mede-discussiant. Eigenlijk pas de allerlaatste tijd zijn hier en daar aanzetten te bespeuren van een aarzelend meespreken van de patiënt over de totaliteit van de problemen waarin de gezondheidszorg is terechtgekomen (een organisatie als de Vereniging van Hartpatiënten loopt al enige tijd voorop, maar die opereert dan ook op een terrein waarin 'de lappendeken' van de gezondheidszorg gaten vertoont). Zo wordt omstreeks de tijd dat dit VU-magazine verschijnt, op 8 september in Rotterdam een Nationale Toogdag Gezondheidszorg gehouden, die dan wel is voortgekomen uit een universitair gebeuren (studium generale) maar die toch wordt georganiseerd door het Samenwerkingsverband Oude Wijken Rotterdam. lUlen stelt zich ten doel zoveel mogelijk bij te dragen aan een ombuiging van de geldstroom; van de vaak super-gespecialiseerde geneeskunde die in ziekenhuizen wordt beoefend, naar de geneeskunde dichter bij huis, naar de huisarts, de wijkverpleging, de tandverzorging, het maatschappelijk werk. Bij de steunende organisaties achter deze toogdag staan naast de 'vaklui' ook de drie vakcentrales afgedrukt. Zal de patiënt gaan meepraten in de discussie over de prioriteiten in de gezondheidszorg en over het bedrag dat hij daarvoor overheeft? Tot op heden was hij slecht toegerust om daarin ook maar iets bij te dragen. En zoals de bevoorrechte financiële positie van de medici haar geschiedenis heeft, heeft de positie van de zwijgende patiënt die ook.

10 f i'yfe

JDcy/oieoieni,

V

91

'/omif/cmcriL

1 ?

Jo^fzivr'

M

.

€cT.i rjof.r.oicc

'X

i l a t p . JxiOr^J^

'*''fW^,iS^*''

H. Daumier(1840)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 386

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's