GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 243

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 243

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

'Aan de buitenste grenzen van het menselijke milieu leeft een verscheidenheid van wilde dieren die, naar het zich laat aanzien, niet zullen blijven voortbestaan onder de omstandigheden die de mens aan hun omgeving heeft opgelegd. De Verenigde Staten hebben daarvan zo'n 100 verschillende vormen die gezamenlijk en officieel bekend staan als "in gevaar zijnde soorten". Deze variëren van de zwartvoet-bunzing, die rondzwerft over de droge vlakten van de Dakotas, tot Bachman's zanger die rondfladdert door enkele moerassen in de zuidwestelijke Verenigde Staten.' Zo begint in de sectie over 'Environment' of 'Milieu' een artikel in het Amerikaanse weekblad 'Time' van 22 januari 1973, getiteld 'Terugkeer op de weg van het uitsterven'. Dan volgen opmerkingen over enkele sterk bedreigde diersoorten, nl. de slechtvalk, de blauwe vinvis (grootste bekende walvissoort) en de wolf. Met de hier vrij vertaalde inleiding van het artikel wordt ongemerkt een belangrijk probleem aan de orde gesteld. Want waar gaat het over? Leven valken, walvissen en wolven werkelijk in het milieu van de mens, zij het dan aan de zelfkant daarvan? Of bestaan er op aarde plaatsen die niet tot het menselijke milieu behoren? Is de gehele aarde het domein van de mens, dus zijn milieu? Hebben andere levende wezens ook recht op een plaats in dit milieu? Is de mens de enige gerechtigde op aarde? Bestaat er naast 'het menselijke milieu' ook nog zoiets als 'de natuur'? Of is de mens, als alle andere levende wezens, ook in de natuur geplaatst en zijn menselijk milieu en natuur synoniemen?

Mens: de enige gerechtigde? Op de bovengestelde'vragen volgen onvermijdelijk nog een paar andere, even fundamentele vragen en wel: Is de menselijke economie, in de ruimste en waarschijnlijk oorspronkelijke zin van het woord, autonoom, dat wil zeggen onafhankelijk of vrijwel onafhankelijk van zijn milieu? Of zijn wij alleen nog maar hard op weg naar een volledige autonomie? Of moeten wij daar juist niet naar streven? Vinden wij dat er op aarde alleen maar plaats is voor menselijke activiteiten en ondergaan wij onze nog altijd voortdurende afhankelijkheid van een kleine verscheidenheid van land- en tuinbouwgewassen en slachtvee als een te misprijzen over-

Prof. dr. K. H. Voous

blijfsel uit ons verre verleden? Streven wij bewust naar een wereld, waarin alleen voor de mens en voor een klein aantal 'verbruiksorganismen' (de land-, tuin- en bosbouwgewassen en het slachtvee) plaats is, met daaraan en als esthetische garnering toegevoegde, nog kleinere verscheidenheid van ornamentele en nog minder 'wilde' planten en dieren die wij in onze omgeving dulden, omdat wij daarvan niet al te veel last hebben? Zo komt niet alleen de vraag naar voren wat onder het menselijke milieu moet worden verstaan, maar vooral ook wat de mens op deze aarde nastreeft. Waar willen wij heen? Wat is onze opdracht? Wat is de zin van ons bestaan?

vergete men niet, betrekking heeft op alle uithoeken van de aarde, lijkt het woord 'natuurbescherming' hopeloos verouderd. Men spreekt thans liever van milieuzorg of zelfs van milieuhygiëne, maar dan heeft men bijna altijd het menselijke milieu op het oog en dat is een, bewust of onbewust gekozen, grote beperking. Het is zelfs bijna een mode geworden om mee te zingen in het fatalistische koor dat slechts liederen kent over de milieuverwoesting, de milieucrisis en de milieukatastrofe. Ik zou de laatste zijn om te ontkennen dat er van milieuverwoesting geen sprake is: maar ik noem het liever natuurverwoesting, om duidelijk te maken dat het niet alleen om het menselijke miheu gaat, maar om de gehele natuur, met inbegrip van de mens. Over de talrijke soorten van wilde dieren, wier voortbestaan op aarde door direct ingrijpen van de mens wordt bedreigd, is de laatste jaren al veel geschreven. Toch gaat het niet alleen om die afzonderlijke soorten, maar om de vernietiging van allerlei vormen van natuurlijk samenspel van aarde, planten, dieren en de mens, die men oecosystemen noemt. Voor sommigen gaan misschien de ogen open voor de ernst van deze mondiale situatie, wanneer men bedenkt dat, volgens de Internationale Unie voor Natuurbehoud (International Union for the Conservation of Nature and Natural Resources), behalve het voortbestaan van talrijke diersoorten, ook dat van ca. 20.000 soorten wilde planten in direct gevaar is. Een enkel voorbeeld van de snelheid waarmee de natuurvernietiging heeft plaatsgevonden: in de 17e eeuw leefden er naar schatting nog 80-100 miljoen wilde bisons in NoordAmerika. Rond 1900 waren daarvan nog nauBison

'Natuurverwoesting' Het is overigens niet de eerste keer dat ik getracht heb duidelijk te maken hoe het denken over natuurbescherming en milieubeheer onvermijdelijk tot het stellen van deze fundamentele vragen leidt. Maar in de snelle ontwikkeling van deze problematiek, die, en dat 31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 243

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's