VU Magazine 1973 - pagina 293

m

u

m

u

m

De 'doelstelling' van de VU 'De Universiteit stelt zich ten doel, overeenkomstig de grondslag der Vereniging, al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van God en Zijn wereld. Van allen, die tot de universitaire gemeenschap behoren, wordt verwacht dat zij naar hun vermogen in de geest van deze doelstelling te werk gaan in het bestuur en beheer, de beoefening der wetenschap, het onderwijs, de vorming der studenten, de onderlinge verhoudingen in de universiteit en het persoonlijk en gemeenschappelijk optreden naar buiten.' Aldus artikel 1.3 van het Reglement van de VU. Maar om te voorkomen, dat de doelstelling een dode letter blijft, bepaalt artikel 1.7.1: 'Om te bevorderen dat de doeisteiiing der universiteit ais omschreven in art. 1,3 werkelijk functioneert, stelt de universiteitsraad een commissie doelstelling in.' Een dergelijke commissie is er nog niet, wèl een commissie doelstelling ad hoc, die aan ds. J. Hessels Mulder, prof. dr. J. Lever en mr. J. Donner vroeg een advies uit te brengen over de commissie doelstelling. Het plan is om over enige tijd een definitieve commissie doelstelling in het leven te roepen. Wat zal de taak van deze commissie moeten zijn? Het rapport, dat kort geleden is uitgebracht door ds. Hessels Mulder, prof. Lever en mr. Donner adviseert een ruime taakomschrijving. Een aantal onderwerpen, dat de commissie zal moeten aanpakken wordt genoemd. - een nadere en blijvende bezinning op het thema 'geloof en wetenschap'; - het stimuleren van faculteiten om gezamenlijk aandacht te besteden aan problemen van algemene aard; - het (mede)advlseren inzake de besteding van middelen voor specifieke projecten; - het activeren van de universiteit in haar relatie tot de Vereniging; - het bevorderen van een beter functioneren van de universiteit in en ten behoeve van de samenleving; - een bezinning op de 'vormen', bijvoorbeeld college-gebed, opening van plechtigheden, in het spraakgebruik afschaffen van academische titels; - een nadere bezinning, ten behoeve van een goede werkgemeenschap, op enkele aspecten van personeelsbeleid, zoals introductie en begeleiding. In dit opzicht mogen de buitenlandse werknemers bepaald niet vergeten worden; - het stimuleren en begeleiden van toerustings- en vormingswerk aan de universiteit.

Maak er een kleine commissie van met 5 leden, zo werd voorts geadviseerd, en voeg er een ambtelijk secretaris aan toe. De commissie ad hoc stuurde het rapport door naar de universiteitsraad met de aantekening erbij, 'dat tlians in alle faculteiten vragen rond de mens en de ontwikkeling van een mensvisie aan de orde zijn'. Daaraan zou de definitieve commissie doelstelling het hare moeten bijdragen.

Het drietal rapporteurs had een groot aantal gesprekken binnen de VU zowel gezamenlijk als individueel om zich een beeld te vormen van de over dit onderwerp levende gedachten. VU-magazine: Welke is uw totaalindruk? Was er veel over nagedacht? Prof. Lever: 'Je kunt niet generaliseren. Je komt bij mensen (een lector), die de doelstelling ergens uitgeknipt hebben en aan de muur gehangen en bij mensen van de

u

m

technisch-administratieve staf met een andere levensbeschouwing. Hen moet je eerst uitleggen wat dat is, de doelstelling. Het beeld loopt uiteen van "heel goed weten" wat de doelstelling is, tot "geen flauw idee hebben" wat daaronder moet worden verstaan.' - Uit het raport blijkt, dat er nogal wat mensen zijn, die de doelstelling opvatten als iets wat in de eerste plaats slaat op de onderlinge verhoudingen binnen de universiteit. Prof. Lever: 'In onze faculteit en in de medische faculteit heb je instituten. Dat zijn gewoon bedrijven. Daar spelen de onderlinge verhoudingen, kwesties van bevordering rangen en salarissen enz., de manier waarop men kan functioneren een enorm belangrijke rol. En als je deze mensen benadert, krijg je heel vaak te horen: die doelstelling heeft wel in de allereerste plaats te maken met de verhoudingen zoals die hier tussen de mensen van de verschillende geledingen bestaan. Ik heb ervaren dat dit voor veel mensen een heel belangrijk punt is in het kader van de doelstelling, iets wat bij de opstellers misschien niet zo sterk meegespeeld heeft.' - Werd ook vaak ter sprake gebracht: 'de beoefening der wetenschap'? Ds. Mulder: 'Als je met hoogleraren praatte dan ging dat echt wel over vragen die hen in hun wetenschap bezighielden, maar dat verschilde wel per faculteit. Als je met iemand uit de menswetenschappen sprak, dan ging dat direct een rol spelen.'

Rapporteurs van de doelstellingscommissie, v.l.n.r. mr. J. Donner, ds. J. Hessels Mulder en prof. dr. J. Lever

29

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen