GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 21

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

In het kinderbijbelrapport wordt de geschiedenis van Kain en Abel naar voren gehaald als voorbeeld van IIlustratorfantasle. De bijbel zegt niet hoe de broers merken dat hun offeranden wel of niet worden aangenomen. Menige illustrator voorzag in die leemte. Tj. Bottema, die de illustraties verzorgde bij het Kleutervertelboek voor de bijbelse geschiedenis van Anne de Vries, laat weinig twijfel bestaan: niet alleen is er een duidelijk verschil in houding te zien tussen Abel en Kain, maar ook Is Abel's rookpluim forser van omvang dan die van Kain.

"God-kan-alles"passe-partout'. Uit de pastorale ervaring blijkt dat juist dit passe-partout op een vaak desastreuze wijze voor velen een blijvend godsdienstig voorstellingskader wordt. 'ledere pastor kent uit zijn praktijk deze schrijnende situaties, waarin iemand hoopt op de almachtige God. . . die er niet blijkt te zijn.' (p. 50) Deze gedachten zijn niet nieuw. Het rapport sluit zich in dit deel geheel aan bij wat eerder over deze zaken geschreven is door de jong overleden, zeer bekwame godsdienstpedagoog drs. A. B. Lam. De verdienste van het rapport is, dat het laat zien, dat en hoe deze elementen in kinderbijbels aanwezig zijn. In een aantal nieuwere kinderbijbels ziet het rapport een duidelijke tendens, zich werkelijk, zonder dogmatische of andere preoccupaties, aan te sluiten bij de bijbel. Eenstemmig is de commissie van mening, 'dat de boeken van Van de Hulst, Anne de Vries en Ingwersen theologisch en pedagogisch niet langer aanvaardbaar' zijn. Daarbij wordt wel opgemerkt, dat deze boeken een belangrijke functie vervuld hebben.

Godsdienstige opvoeding In het bovenstaande heb ik getracht, iets van het rapport weer te geven. Het voorwoord van het rapport wijst erop, dat het niet meer is dan een 'aanzet tot een discussie over deze problematiek'. Ook wordt opgemerkt, dat het nog niet mogelijk bleek, expliciet de vraag te beantwoorden die in de opdracht aan de

commissie gesteld werd, de vraag nl. naar de Wie op het verband let waarin deze woorden voorwaarden waaraan een kinderbijbel moet staan (Marcus 10:13-16) kan zien, dat hier voldoen. Impliciet geeft het rapport wel het geen uitspraak over de godsdienstige opvoeéén en ander met betrekking tot deze vraag: ding gedaan wordt, het gaat veeleer over de het zegt nl. iets over de overwegingen op vraag, hoe volwassenen tegenover het Kogrond waarvan sommige kinderbijbels min- ninkrijk van God moeten staan: 'Wie het der geschikt genoemd en andere aangeprezen Koninkrijk Gods niet ontvangt als een kind, worden. zal het voorzeker niet binnengaan.' Het is niet Meer mocht misschien ook niet verlangd uitgesloten, dat sommige mensen juist daarworden. De vraag naar 'de voorwaarden waar- door zo moeilijk het Koninkrijk Gods kunaan een kinderbijbel moet voldoen, wil men nen ontvangen 'als een kind', doordat ze zo redelijkerwijze kunnen verwachten, dat er in de jong al zo veel over de bijbel en het geloof laterejaren geen moeilijkheden ontstaan vanuit gehoord hebben. Veel mensen die 'het' kwijtde geloofsovertuiging die gegroeid is op grond geraakt zijn beweren dat - en zij zijn zo niet van het herhaaldelijk horen van kinderbijbel- tot oordelen, dan toch tenminste tot meeverhalen'is een vraag die pas aan de orde kan spreken bevoegd. komen, als meer fundamentele godsdienst- Trouwens, niet alleen zij zeggen het. Bekend

Ook in de jeugdbijbel van Friedrich Hoffmann wordt het al dan niet aanvaarden van de offers geïllustreerd met al dan niet opstijgende rook.

pedagogische vragen beantwoord zijn. Wie een kind gaat voorlezen uit een kinderbijbel heeft nl. al een aantal beslissingen genomen; b.v. dat hij de aandacht van het kind zal richten op 'godsdienst', dat hij dat zal doen via de bijbel, dat hij daarvoor een aan het kind aangepaste bewerking van een deel van de bijbel zal gebruiken, enz.

Volwassenen Dergelijke vragen zijn echt wel de aandacht waard en mogen niet gemakkelijk afgedaan worden met de opmerking, dat Jezus gezegd heeft: 'Laat de kinderen tot Mij komen . . .'

is het woord van de godsdienstpsycholoog Fortmann: 'Onzegodsdienstige opvoeding lijdt aan een te vroeg en een te veel.' Telkens weer blijkt dat door godsdienstige opvoeding mensen beladen werden met een problematiek, waaraan ze intellectueel en emotioneel nog lang niet toe waren. Erger ook wel: dat zij in een periode, waarin zij vertrouwen in mensen en in zichzelf en in het leven moesten veroveren, verhalen hoorden waaruit zij begrepen, dat de wereld hoogst onveilig is, de mens hoogst onbetrouwbaar en het eigen hart een zeer kwade gids. Of: in een periode waarin de kleine mens moest ontdekken - letterlijk en figuurlijk 'met vallen en opstaan'- dat 'leven' 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's