GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1973 - pagina 233

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1973 - pagina 233

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

geen woning heeft, dan moet ik hem kleding geven als hij het koud heeft. Je zou kunnen zeggen dat wij het gebod van de naastenliefde hebben vertaald In een barmhartigheidsplicht: wij hebben de plicht barmhartig te zijn tegenover onze arme, lijdende naaste. Vanuit die barmhartigheidsplicht bedreven en bedrijven wij diaconie, zamelen wij geld in voor de kommervolle en hongerende bevolking van Vietnam, Bangla-Desh en Biafra. Uiteraard nobel en noodzakelijk, maar vanuit deze uitleg van het gebod van de naastenliefde komt men niet tot een radicale aanpak van het ongelijkheidsvraagstuk. Het gebod van de naastenliefde uitsluitend opvatten als een plicht tot barmhartigheid leidt er slechts toe dat we ons geroepen voelen de scherpe kantjes van de ongelijkheid af te slijpen: we geven wat aan een collecte voor die en die minder-bedeelden, we doen aan ontwikkelingshulp (1 of 2% van het nationale inkomen), en we hebben onze plicht gedaan, ons geweten is gesust. In de bijbel wordt echter ook vaak over gerechtigheid en rechtvaardigheid gesproken. Wellicht is de keerzijde van de plicht tot naastenliefde, het recht dat mijn naaste op mijn liefde heeft. De gerechtigheidseis zou meer met dit gebod in verband moeten worden gebracht. De ongelijkheid wordt dan een veel klemmender vraagstuk. Als je dan de samenleving gaat beoordelen op het punt van de bestaande ongelijkheden, dan kun je niet zeggen, dat wij de armen moeten helpen, omdat zij zo weinig brood op de plank hebben en wij zoveel. Nee, de beoordeling van de bestaande situatie wordt dan veel harder. We behoren dan te zeggen dat wij hen moeten helpen, onndat zij recht hebben op het teveel waarover wij ten onrechte beschikken. Wij onthouden hen een stukje welvaart en welzijn dat hen toebehoort, en dat is onrecht, dat is onrechtvaardig. De armen van onze samenleving, de ontwikkelingslanden, of welke ongelijk-behandelde groepen men ook op het oog heeft, worden te kort gedaan in hun rechten, wij doen hun door hen zo te behandelen, onrecht aan.

het streven naar verwerkelijking van de grote politieke doelstelling 'vrijheid, gelijkheid en broederschap': vergroting van de vrijheid (onvrijheid bestrijden en vrijheid bevorderen), vergroting van de gelijkheid (ongelijkheid bestrijden en gelijkheid bevorderen) en vergroting van de broederschap (vijandschap bestrijden en vrede bevorderen). Van de wetenschap mag worden verwacht dat zij op een wetenschappelijke wijze een bijdrage levert aan het pogen om een humane samenleving een stapje dichterbij te brengen. Zij zal dat over het algemeen doen door onderzoek te verrichten en daardoor terzakedoende kennis en inzicht te produceren. Vanuit de doelstelling van humanisering van de samenleving heeft de Vakgroep Politikologie van de Vrije Universiteit een onderzoeksproject op het probleemgebied van de ongelijkheid in Nederland opgezet. Het project kreeg de naam 'Vermindering Materiële Ongelijkheid'. Door drs. J. F. Verhoog en mij wordt onderzoek verricht op het gebied van de materiële (stoffelijke) ongelijkheid in Nederland, toegespitst op de ongelijkheid van de inkomensverdeling in ons land. Wij stellen ons voor door dit onderzoek een antwoord te krijgen op de vraag welke weerstanden moeten

worden overwonnen en welke beleidsprogramma's moeten worden ontwikkeld om een gewenste nivellering van de inkomensverdeling te realiseren. Het onderzoek gaat dus verder dan louter het stellen van een diagnose: hoe het komt dat het nu zo is. Van de politikologie mag als wetenschap van het (overheids)beleid worden verwacht, dat zij naast de diagnose de therapie aanreikt: langs welke wegen en met welke middelen kunnen wij komen tot een geringere inkomensongelijkheid? Eén van de eerste vragen die wij ons dan noodzakelijkerwijs zullen moeten stellen is: welke inkomensverdeling vinden wij rechtvaardig? Deze rechtvaardigheidsvraag gaat vooraf aan de verdere analyse, maar kan toch niet beantwoord worden zonder dat wij enig inzicht hebben in de maatschappelijke betekenis van het inkomen. Het inkomen wordt weleens een 'samenvattende grootheid' genoemd, d.w.z. bij inkomensongelijkheid gaat het niet om het inkomen op zichzelf, maar om het inkomen als middel om te delen in de welvaart en mede daardoor in het welzijn. Het aandeel dat je krijgt in de verdeling van allerlei belangrijke goederen, is in hoge mate afhankelijk van het inkomen dat je geniet: wie

Wij mensen hebben de opdracht - althans zo ziet de schrijver dezes dat - bij het vormgeven aan de toekomst van de samenleving te streven naar humanisering van die samenleving, het naderbij brengen van een humane samenleving. Het is uiteraard vrijwel onmogelijk om gedetailleerd en precies aan te geven wat onder een humane samenleving moet worden verstaan. Zoveel is echter voor mij wel duidelijk, dat humanisering in ieder geval inhoudt 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's

VU Magazine 1973 - pagina 233

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1973

VU-Magazine | 574 Pagina's