GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1975 - pagina 261

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1975 - pagina 261

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

magazine Mevrouw Dommering keerde het argument van de heer Ruoff dat de consument van teveel gegevens op het etiket in de war zou kunnen raken, om. Als we niet in de EEG hadden gezeten, had de etikettering misschien nog wel tien jaar op zich laten wachten en 'zolang die niet van de grond komt, kan men überhaupt niet van consumenten verlangen dat ze weten wat ze moeten kiezen'. Bij 'etikettering' dacht mevrouw Dommering aan vermelding van alle ingrediënten en hulpstoffen. Net als de heer Sijmons bracht zij het verzet van de industrie tegen etikettering in herinnering. 'Een aantal jaren geleden is zelfs het "onaanvaardbaar" uitgesproken maar met de EEG-richtlijnen in het vooruitzicht, is de houding geloof ik wel enigszins veranderd en het

door de VAI op tafel was gelegd, vreesde zij, dat etiketterende fabrikanten hun gegevens zullen gaan gebruiken voor reclamedoeleinden. 'Als het een vrijwillig systeem zal worden, dan zijn we bang dat de etikettering alleen maar gebruikt zal worden voorprodukten waarbij dat gunstig uitkomt. Het zal bij wijze van spreken wel op de "halvanaise" komen te staan, maar niet op de "mayonaise". Dan weet de consument nog steeds niet wat slecht voor hem is. Daarom lijkt bijvoorbeeld de vermelding van het vetgehalte boven een bepaald percentage heel wat effectiever'.

Kopersstaking Een paar maal bracht mevrouw'Dommering de betrekkelijk geringe invloed ter sprake die de consumentenorganisaties kunnen laten gelden tegenover het bedrijfsleven. Ze schreef dat onder meer toe aan de geringe publieke

wat er elke keer weer aan warenwetsbesluiten uitkomt, dan merk je elke keer weer, dat er zoveel kritiek mogelijk is, dat je je moet afvragen: wat hebben ze (de consumentenorganisaties) eigenlijk gedaan, toen ze moesten meebeslissen over het totstandkomen van een besluit'. Hij had een open oog voor het feit dat deze organisaties weinig kunnen uitrichten, omdat ze met slechts één man/vrouw zijn vertegenwoordigd maar hij wilde toch in overweging geven 'om er gewoon uit te stappen'. 'Als de consumentenorganisaties tot de overheid - en dus ook tot het parlement - zou zeggen: we willen hier niets mee te maken hebben, want het levert ons extreem gesteld, niets op, dan wordt daardoor de discussie in het parlement geëntameerd en tegelijk zouden de aangesloten consumenten tot actie kunnen overgaan. Veranderingen zouden moeten liggen in onder meer: opheffing van de geheimhouding; de numerieke inbreng van de consumenten zou moeten worden vergroot; meer financiële middelen en meer deskundigheid zou ter beschikking van de consumentenorganisaties moeten worden gesteld; de warenwet-besluiten zouden in parlementaire discussies aan de orde moeten komen.'

Totalitair

Ir. G. Loggers . . . conservatief en terughoudend . . .

ziet er dan ook naar uit dat we een dergelijke verplichting over niet al te lange tijd via de EEG opgelegd zullen krijgen'. 'Wanneer de consument langs deze weg meer informatie krijgt over de hulpstoffen die in zijn voedingsmiddelenpakket voorkomen, krijgt hij de gelegenheid (ik zeg niet dat dat in alle gevallen ook gebeurt, maar hij heeft in ieder geval de mogelijkheid) tot inspraak in het gebruik van die hulpstoffen. (...) Ook zullen de consumenten met de informatie van een ingrediëntenlijst beter in staat zijn de kwaliteit van hun basisvoedsel te verkiezen boven allerlei gecompliceerde kant-en-klaar- en andere fabrieksprodukten, waarin vaak een veelheid van hulpstoffen, kleurstoffen, bindmiddelen, geuren smaakstoffen kan worden aangetroffen.' Etikettering zou volgens mevrouw Dommering misschien kunnen helpen bij het aankweken van betere voedingsgewoonten en meer bewust beleven van de band tussen gezondheid en voeding. Van het voorstel dat

en politieke belangstelling (hoewel daarin de laatste jaren verandering schijnt te komen). Op een vraag uit de zaal of de consumentenorganisaties niet méér zouden kunnen doen dan meespreken in bepaalde colleges; of ze bijvoorbeeld niet meer acties zouden kunnen ontketenen onder hun leden, antwoordde mevrouw Dommering dat op het ogenblik wordt nagedacht over een kopersstaking gericht tegen spuitbussen, vanwege de gevaarlijke gassen die daarmee worden rondgespoten. 'Je moet zo'n zaak goed onderzoeken, want je brengt een enorme deuk teweeg in de industrie. Je moet dus heel goed weten wat je doet. Ook moetje een produkt kiezen waarvoor duidelijk alternatieven bestaan. Binnen de spuitbussen is dat voor een heel groot deel het geval. Verder moetje nagaan of er belangstelling voor is. In dit geval is die door de PPR getoond, maar soms is dat helemaal niet zo'. Ook de heer Sijmons kwam tijdens de discussie nog even terug op de rol van de consumentenorganisaties. Hij achtte die zo minimaal en door het wettelijk kader zodanig beperkt, dat het volgens hem geen zin heeft, daarin al teveel energie te steken. De overheid zou zich veel meer aan de kant van de onderliggende partij, de consumenten, moeten opstellen. 'Het ziet er niet naar uit dat er binnen het bestek van de huidige warenwet een dergelijke hervorming te verwachten is. Als je vanuit het consumentenstandpunt beoordeelt,

Op de heer Ruoff maakte het een 'sterk overtrokken indruk', dat Sijmons buitenparlementaire acties wilde gaan voeren tegen warenwetbesluiten. 'Ik dacht dat de zaak eerder omgekeerd lag: de heer Sijmons wil sowieso buitenparlementaire actie ondernemen en daar sleept hij alle argumenten voor aan die hij te pakken kan krijgen. Maar nu juist op dit voedingsmiddelengebied lijkt me dat een zwaar overtrokken zaak. Want waar praten we over? Over het feit of ergens een kleurstof in moet. Daar kun je over praten en als je daar voldoende steun mee krijgt bij de bevolking dan gaan die kleurstoffen eruit. Het is alleen maar de vraag wat die consument wil kopen'. Ter illustratie wees hij op de pogingen die hier en daar zijn ondernomen om de vleesconsumptie om te buigen naar de consumptie van eiwitten uit soja. 'Zulje dat op enige schaal als vleesvervanging willen verkopen, dan zul je er iets van moeten maken dat de mensen ook werkelijk willen eten. Men is nu eenmaal niet geneigd om een witte, rubberachtige preu, waar geur noch smaak aan zit te gaan eten in plaats van vlees. Nu is het aan de consument om te beslissen of hij die stopverfuit de soja wil eten of dat hij er een vleessmaak aan wil hebben en een aantrekkelijke kleur, zodat hij het wel eet (...JU krijgt geen hond ertoe om die preu te maken als het niet wordt verkocht. Ik weet niet wat u voor ogen staat: de een of andere totalitaire maatschappij waar men zegt: je moet die ongekleurde en onsmakelijke witte soja-preu maar eten of een produkt dat de mensen toch nog willen consumeren ? En als u nu praat over het wel of niet toelaten van een kleurslofje en daar de maatschappij voor op z'n kop wil zetten, dan zeg ik: u krijgt daar geen parlementslid warm voor'. 39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1975 - pagina 261

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975

VU-Magazine | 484 Pagina's