VU Magazine 1976 - pagina 202

yn magazine 24 iemand a priori te zeggen, dat hij niet in de raad mag. Ik zou dan inderdaad heel onverzoenlijk bezig zijn. Het gaat mij nogmaals om de structuur. Déar sta ik onverzoenlijk tegenover en ik vind ook eigenlijk, dat die buiten de godsdienst valt". Oude Weernink zou de doelstelling van de VU niet willen hanteren als ,,een hamer, waarmee alles wat me niet aanstaat aan gruzels kan worden geslagen", eerder als een uitdrukking van een christelijke visie op het menszijn, die niet te eng zou moeten worden geïnterpreteerd. Zijn eerste indruk van het stuk, dat door de werkgroepdoelstelling is geproduceerd is, dat er nog weinig concreetsuitkomt, maar veel kan hij er nog niet over zeggen. Daarvoor is nauwkeuriger bestudering nodig. Wel had hij gehoopt dat een algemene formulering was opgenomen over mensen die tot „groeperingen behoren die de rechten van het inidividu volledig inperken; die een fascistische structuur aannemen (dat geldt niet voor de CPN begrijp me goed) dat die niet thuis horen op de VU. Als er zo'n formulering komt — en de VUSO is hard bezig aan een voorstel in die richting — dan moet het er één worden waarin „ CPN" niet voorkomt. Ik wil een algemene formulering hebben. De universiteitsraad zou een principe-uitspraak kunnen doen

waaruit ieder zijn consequenties kan trekken en die verder niet zou moeten worden gereglementeerd. Anders loop je het risico dat de universiteitsraad als een soort rechtbank zou gaan opereren. We kunnen wel de wenselijkheid, of niet-wenselijkheid uitspreken over de vraag of personen, die zich voor honderd procent conformeren aan bepaalde groepsstructuren, er in moeten. Misschien kun je de Verklaring van de Rechten van de Mens daarbij ter sprake brengen. Iets in die trant. Dus geen inquisitie, maar alleen een principeuitspraak" De VUSOheefthetniet juist geacht om, vooruitlopend op zo'n principe-uitspraak— als die gedaan wordt — zelf alvast actie te ondernemen. Ze had dat bij voorbeeld kunnen doen door bezwaar aan te tekenen tegen bepaalde kandidaten voor de universiteitsraad van de PKV-fractie, die links van haar staat. Oude Weernink: „Ik wil niet de eerste zijn die die kandidatenlijst gaat checken. Bovendien: zolang er geen principe-uitspraak is gedaan, kan ieder op z'n eigen houtje gaan opereren en dat lijkt me vrij gevaarlijk. Dit zal waarschijnlijk betekenen dat eventuele CPN-ers niet meer zullen zijn te weren uit de komende universiteitsraad. Democratie werkt vrij traag".

Dr. K. van Nes (college van bestuur):

Gesprek over doelstelling hoort aan basis thuis daarmee geheel eens, net als m e t de opvatting dat de regels die gelden bij benoemingen voor w a t betreft de doelstelling, „s/t//rs?t/^" behoren te zijn „ van watje binnen de universiteit wilt en doet". Het begin van het hele pakket kenmerken dat de Vrije Universiteit t o t een bijzondere maken, moet aan de basis liggen, ook al zal dat lang n i e t v o o r a l l e v a k k e n even gemakkelijk en vanzelfsprekend zijn.

Dr. K. van Nes

Debelangrijksteconclusiediedr. K. van Nes, voorzittervan het College van Bestuur aantreft in de nota van de werkgroep-doelstelling is, dat het gesprek w o r d t doorgespeeld naar de faculteiten en de sub-faculteiten; naar de basis dus. Hij is het

De heer Van Nes waardeert in de nota, dat het verder zoeken naar de eigen identiteit van de VU, niet slechts is opgevat als handhaving van het eigen karakter, maar dat er ook dynamiek is ingebracht. „Je moet je bij wijze van spreken elk jaar dat je bestaat waarmaken, in wisselwerking met wat er buiten de universiteit gebeurt. Dat kun je niet van elkaar losmaken." Hij zou dan ook het verband tussen het eigen karakter van de VU en het werk dat wordt ondernomen, scherper gestructureerd willen zien; „Ik hoop dat de ontwikkeling die nu aan de gang is (er is bij mijn weten nog nooit zoveel over de doelstelling gesproken als in de laatste jaren) doorgaat Indertijd heb ik het geweldig toegejuicht toen de universiteitsraad bij het stellen van criteria voor projecten die uit de beleidsruimte zouden worden betaald, als een van de hoofdcriteria de doelstelling heeft genoemd. Ik vind dat dat ook overal binnen de faculteiten moet gebeuren." Een vraag of ook vanuit centraal niveau de ontwikkelingen in de richting van de doelstelling zouden moeten worden gestimuleerd wordt door de heer Van Nes bevestigd. Alleen: men is voor bestuurlijke problemen komen te staan. „Je kunt constateren dat, nu de middelen minder sterk groeien dan we hadden gehoopt, de neiging bestaat te consolideren, de boedel te bewaren en dat er een zekere angst bestaat iets nieuws aan te pakken. De dynamiek raakt er een beetje uit Dat heeft hele speciale gevolgen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen