GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 157

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 157

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

)U\ magazine 23 heeft de Club van Rome altijd gepretendeerd de problematiek uit te tillen boven het oost-west-conflict. Ik heb de indruk dat men daar wel oprecht in is. Aan de andere kant zitter er in de Club van Rome nogal een aantal mensen uit grote ondernemingen, voor wie dit natuurlijk een ongelegen vraag is, omdat ze hun eigen bestaan bedreigd zien. Dat geloof ik wèl. Maar het is te goedkoop om te zeggen, dat de Club alleen maar een gezelschap verontruste zakenlui of handelsmensen is. Ook vanuit het zakenleven (waarom niet, het zijn óók mensen) maakt men zich zorgen over het voortbestaan van de mensheid." — Een VU-werkgroep politicologen heeft in '74 een boekje „Onrust langs de groei-grenzen" gepubliceerd, waarin gesteld wordt, dat de Club van Rome zich nu maar beter kan ontbinden. Men heeft het probleem op tafel gegooid, maar de Club is te heterogeen van samenstelling om fundamentele wijzingsvoorstellen te doen. Prof. Linnemann: ,,Daar kan ik voor de helft w e l in meegaan; daar zit w e l een grond van waarheid in. De Club van Rome is sterker in haar analyse, dan in haar beleidsaanbevelingen, want die blijven te vaag en te algemeen. Men schrikt terug voor concrete politieke uitspraken. Dat i s w e l t e begrijpen: alsje de Club w i l t bijeenhouden, maar het blijft een zwak punt. Ik weet niet goed wat ik op 't ogenblik van de Club van Rome moet zeggen. Ze zijn niet dood, maar er gaat de laatste tijd toch niet zo gek veel meer van uit. Ze hadden in Algiers zullen vergaderen. Dat is niet doorgegaan. Toen zou het Mexico worden of Venezuela. Is ook niet doorgegaan. Over Denemarken is gesproken, maar 't gaat allemaal niet door. En ik denk dat dat te maken heeft met het verwijt van passiviteit op het punt van de beleidsmaatregelen. Daar schrikt de Club een beetje voor terug. En dan heb je de neiging tot uitstel van de zaken. Aan de andere kant kan ook een rol spelen de kritiek dat de Meadows-benadering te simplistisch was. Met het Meadows-rapport is de Cluu sterk geïdentificeerd. D a t w a s z o ' n beetje het visitekaartje. Nu de eerste schrik over is en vrij algemeen wordt erkend dat het toch wel een wat kinderlijke voorstell ing van zaken was, is ook de Club gaan zeggen: ja maar, het was een rapport AAN de Club van Rome en niet VAN de Club van Rome. Maar dat onderscheid maakten ze de eerste maanden niet, toen nog iedereen ervan onder de indruk was. ik blijf overigens waardering houden voor wat Meadows heeft gedaan, maar er had 'ets in het rapport moeten staan indegeestvan: t !b een vooriopige studie, een eerste poging, 't Is nu te absoluut overgekomen.

Conclusies De conclusies van het team-Linnemann zijn — afhankelijk van het mensbeeld dat men koestert — minder of meer uitzichtbiedend, dan het perspectief dat het Meadows-rapport opriep. „ Het is zonder twijfel mogelijk om ook bij een zich verdubbelende wereldbevolking elk mens te voorzien van de goederen en diensten die nodig zijn om zijn basisbehoeften te dekken — mits bij ons allen de wil daartoe bestaat. Nationaal èn internationaal zal de economische orde zodanig moeten worden gewijzigd dat de belangen van de economisch zwakkeren voorop komen te staan. Anders gezegd: de hoogste prioriteit moet worden gegeven aan het uitbannen van de absolute armoede — de armoede van hen die gedwongen zijn te „ leven " beneden het minimum voor een menswaardig bestaan. Over di-

verse aspecten van de nieuwe economische orde zal nog meningsverschil kunnen bestaan — maar niet op het punt van de minimumbehoeften voor een menswaardig bestaan: indien nu en in de komende decennia de middelen aanwezig zijn of zullen zijn om voor ieder individu een menswaardig bestaan mogelijk te maken, dan is elke orde die deze mogelijkheid niet realiseert onmenselijk en verwerpelijk." Nog korter gezegd: er is nog genoeg voor tweemaal zoveel mensen. Hetkomtaanopeenbetereverdeling. Deze conclusie wordt gestaafd met uitvoerige beschouwingen over de diverse basis-behoeften en de mogelijkheden om daarin te voorzien. Wat betreft de onvervangbare grondstoffen wordt opgemerkt, dat de aarde ons wat dat betreft royale manoevreerruimte biedt, al ligt daarin geen vrijbrief voor verspilling. Ten aanzien van de energiehulpbronnen lijkt er echter veel minder speelruimte te bestaan dan met betrekking tot de metalen. Als het verbruik van minerale brandstoffen met 5 procent per jaar zou blijven stijgen, moet voor aardolie een fysieke schaarste — zeg uitputting — worden verwacht rond het jaar 2010. Voor alle fossiele brandstoffen tezamen zou de uitputting waarschijnlijk binnen een eeuw een feit zijn. In elk geval zullen de rijke landen hun hoge energieverbruik aan banden moeten leggen en de verspilling van energie mét kracht moeten tegengaan om de speelruimte, die de huidige energiebronnen ons nog laten, zo groot mogelijk te doen zijn. Moeilijker om tot betrouwbare conclusies te komen was de vraag waar de tolerantie-grenzen en minimumvoorwaarden van de natuur liggen. „Dit onthult op zichzelf al een ernstige waarschuwing om met wlisheid en voorzichtigheid in onze relaties met Ufi natuur te werk tegaan en bovenal om zo snel mogelijk meer kennis te verzame len in ohri'S van de dag de^ oordeely- uit te rnpp,:n of naïef waarschuwingssignalen te negeren. Duidelijk is w e l dat ae bedreigingen voorül van ae sterk geïndustrialiseerde delan vsn de wereid komen en mei van de gebieden waar de ir: Jüste m e n s j n beneden of vlakbij het bestaansminimum leven. Bovendien komen ze meer voort uit een „ l u x e " leven („de meer .^rfijnde wensen van een rijk bestaan") dan van bevrediging van minimum-behoeften. „ Gaan we ermee door deze verkwistende consumptieen productiepatronen onder de vlag van economische ontwikkeling naar de arme landen over te brengen, dan zullen ZIJ zich uitbreiden tot wereldomspannende bedreigingen". Voor wat betreft het voedsel komt de groep-Linnemann Tot scherpe conclusies. „ Op de vraag of de aarde genoeg ^'oedsel voor iedereen kan verschaffen blijkt het antwoordzonderenigetwiifeljatezijn; ja, vandaag, voor bijna vier miljard mensen en ja voor een verdubbelde bevolking van acht miljard. Zowel fysiek als technisch is het op lange termijn mogelijk voldoende voort te brengen voor iedereen. Maar thans heerst wijdverspreide honger en ook voor de nabije toekomst dreigt er honger. Het voedsel wordt immers niet naar behoefte, maar naar inkomen verdeeld. Wie in staat is orn te kopen, eet goed; wie geen voedsel kan kopen of verbouwen, moet het een'fn'uhqweg zonder doen."

Geen triage Linr^f^.mann (tot vÜ magazine): „Ik heb er over nagedacht wat ik in dit gasptek zou willen zeggen. En dat is, dat een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 157

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's