GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1976 - pagina 31

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1976 - pagina 31

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

1 ^ magazine 29

De Curafaose economie gisteren en vandaag door dr. Jaap van Soest Het eiland Curagao is al sinds de tijd dat de Spanjaarden het afnamen van de Indianen en dat de Nederlanders het weer heroverden op de Spanjaarden een economisch knooppunt, dat zelf niet veel opleverde/ oplevert, maar door zijn ligging interessant genoeg was/ is om te behouden. Nu liggen er tientallen eilanden in het Caribisch Zeegebied. Curasao zou niets bijzonders geweest zijn als het bovendien niet een goede natuurlijke haven had gehad: het Schottegat. Dat was in de tijd vóór de luchtvaart van nog meer belang dan tegenwoordig. Zo zijn we ineens beland bij de kern van de eerste driehonderd jaar van de Curapaose economische geschiedenis: handel en haven. Zij bepaalden de welvaart van het eiland — of beter gezegd van de kleine groep eilandbewoners in het oude stadscentrum, de Punda. Daar straalt de weivaart nog altijd van de oude gevels af. nu niet meer tot trots van de bewoners maar tot genoegen van de toeristen. Kijken we nog even naar de ligging van Curagao. dan begrijpen we meteen wat daar werd verhandeld. De twee schema's die hierbij zijn afgedrukt geven het vereenvoudigd weer, de werkelijkheid is natuurlijk veel ingewikkelder dan een paar rondjes en pijlen. Het eerste schema betreft de tijd van de West-Indische Compagnie en van de slavenhandel. De slavenhandelaars voeren vroeger niet gewoon tussen Afrika en Amerika op en neer; dan konden ze op de heenweg wel slaven meenemen maar op de terugweg waren de schepen leeg en dat was uiteraard onvoordelig. Daarom maakten zij driehoeksreizen: met textiel, gereedschappen en andere handelswaar van Europa naar Afrika, met de slaven die ze daarvoor gekocht hadden naar het Caribisch Gebied, en met de produkten van Midden- en Zuid-Amerika terug naar Europa. Een zo'n driehoeksreis kon wel twee jaar duren; er waren dan ook dikwijls aanzienlijke bedragen mee gemoeid. Curasao was een van de Caribische handelsposten die op deze reizen werden aangedaan. De slaven werden van daaruit verder verhandeld (er bleven er naar verhouding maar weinig op het eiland achter). Curasao verzamelde intussen zout, verfhout, suiker, tabak enzovoorts om mee te geven naar Europa; van deze produkten kwam het meeste uit de naaste omgeving en een betrekkelijk klein deel van Curagao zelf.

Daarnaast was er een stroom van Europese goederen die via Curasao naar Zuid-Amerika ging. Curasao was een zogenaamde stapelplaats, waar grote hoeveelheden textiel, gereedschappen, meubelen en noem maar op werden opgeslagen (,,opgestapeld") om vervolgens met kleine bootjes naar de verschillende kusthavens te worden verscheept. Omdat de Spanjaarden de handel met hun koloniën voor zichzelf wilden reserveren, was deze kusthandel niet toegestaan — en zo komt het dat de Curapaoenaars beschikken over een eeuwenoude ervaring in het smokkelen.

Ouder patroon Na 1800 kwam er verandering in de handelspatronen. De slavenhandel uit Afrika was_afgelopen — ten minste, voor Curasao, want voor Noord-Amerika begon het toen pas goed ~ de Verenigde Staten waren onafhankelijk en ook de Zuidamerikaanse landen werden aan het begin van de negentiende eeuw politiek zelfstandig. Curapao was eerst een tussenschakel geweest tussen de moedereilanden in het Noorden en de koloniën in het Zuiden. Nu werd Cura(;ao de schakel tussen de geïndustrialiseerde gebieden van Europa (en later ook Amerika) en de ontwikkelingsgebieden van Latijns Amerika en het Caribisch Gebied. Net als in de voorafgaande periode kwamen er grondstoffen uit Venezuela, Columbia, Santo Domingo, Haïti enzovoorts naar Curagao: hout, koffie, tabak, cacao, geitevellen, koeiehuiden, dividivipeulen. Omgekeerd kwamen er industriële produkten en ook nogal wat levensmiddelen uit het Noorden. De positie van Curagao werd iets ingewikkelder doordat naast Europa de Verenigde Staten opkwamen als leverancier. Rond

De auteur van hijgaand artikel over Curafao, dr. Jaap van Soest, promoveerde 4 december in Nijmegen op 'n kritische studie over de hegin-periode van de ontwikkelingshulp (1945-1952). Z'n stelling:,,Naast juristen, economen en sociologen behoren meer dan tot nu toe het geval is, ook historici te worden betrokken bij belangrijke beleidsbeslissingen", doet het terecht vermoeden opkomen dat hij historicus is. Lange tijd werkte hij op Curasao aan een historische studie over dat eiland. Begin februari vertrekt hij opnieuw naar de Nederlandse A ntillen. 1900 was het zelfs zo dat de Verenigde Staten viervijfde van de Curapaose invoer voor hun rekening namen en Europa (inclusief Nederland!) maar eenvijfde. Curasao begon in heel wat opzichten te veramerikaniseren en herhaaldelijk doken berichten op over een mogelijke verkoop van de kolonie aan Amerika. Als zich niet een Nederlandse oliemaatschappij met veel Nederlands personeel op het eiland had gevestigd, zou Curagao vandaag de dag zeker niet met zo veel banden aan Nederland gebonden zijn als nu het geval is en nog meer dan nu door de toeristen gebeurd is, aan de Verenigde Staten gehecht zijn.

Internationaal De Curagaose handel was, zoals tot nu toe wel is gebleken, voornamelijk een internationale aangelegenheid. De plaatselijke markt was van betrekkelijk ondergeschikte betekenis. Van zuiver plaatselijke handel kon bijna geen zaak bestaan. Ook het onderscheid tussen groothandel en detailhandel was op Curagao nauwelijks bekend — zoals bij een aantal oudere firma's nog steeds het geval is. Export van Curagaose produkten en import voor de Curagaose behoeften was voor de meeste handelshuizen niet de voornaamste bezigheid. Er ontstonden in de stad veel meer handelsfirma's dan men op een eiland als Curagao ~- met zijn kleine bevolking, lage welvaartspeil en geringe koopkracht — had kunnen verwachten. Wie nu meent dat hieruit een ruime voorziening tegen lage prijzen voortkwam, tot voordeel van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's

VU Magazine 1976 - pagina 31

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

VU-Magazine | 487 Pagina's