VU Magazine 1977 - pagina 123

Wl magazine 33

Wat doet de werkgroep doelstelling? door dr. E. H. van Olst (lid Werkgroep-Doelstelling)

Sinds 1974 bestaat overeenkomstig het bestuursreglement van de VU een kommissie doelstelling, ingesteld door de universiteitsraad. Deze kommissie heet in de wandeling „werkgroep doelstelling" en heeft tot taak te bevorderen dat de universiteit daadwerkelijk bezig is „al haar arbeid in gehoorzaamheid aan het Evangelie van Jezus Christus te richten op het dienen van God en Zijn wereld". Let wel, te bevorderen. Dat kan in de praktijk niet veel meer zijn dan het bieden van een helpende hand om in het perspectief van een bijbelse benadering het rechte zicht op de universitaire zaken te ontwikkelen. Uiteindelijk is elke werkeenheid, met name de faculteiten bij deze ontwikkeling betrokken en zal men ook zelfinitiatieven moeten ontwikkelen. Wil men binnen een universiteit van de huidige omvang werken, dan blijken er allerlei regels, voorschriften etc. nodig te zijn om de ingewikkelde machinerie die universiteit heet, te kunnen laten draaien. Bij al deze regelingen en voorschriften (de universiteit behoort tot de meest ingewikkelde bedrijven!) komen wat de VU betreft dan nog de bepalingen welke gericht zijn op het bewaren van de eigen identiteit. Tot op heden heeft de werkgroep de meeste tijd moeten besteden aan de vragen rondom deze nadere bepalingen betreffende het benoemen en aanstellen van personeel (Nota „aanstel-

lingen en benoemingen"), aan de voorwaarden te stellen bij benoeming van (sub)-faculteitsbestuurderse.d. Hoewel het werken aan deze problemen noodzakelijk is — sommigen schijnen dit het belangrijkste te vinden - moet toch gezegd worden dat daarmede nog geen stap gezet is op de weg van de inhoudelijke realisering van de doelstelling. Het kan daarom geen kwaad nu eens de andere werkzaamheden en de daaraan ten grondslag liggende gedachtengang nader in ogenschouw te nemen. De vraag waar het steeds om draait luidt, wat behoort een christelijke universiteit te zijn of sterker, is een christelijke universiteit wel mogelijk? Natuurlijk zijn er binnen en buiten de universitaire gemeenschap mensen die menen dat met doelstelling en toelatingsvoorwaarden de christelijke universiteit een feit is, maar dit soort ,,handel in wind" vermag slechts weinigen te bevredigen. Verwijzingen naar de historische achtergronden en de huidige maatschappelijke betekenis van de VU zijn vanzelfsprekend onvoldoende om duidelijk te maken wat een christelijke universiteit behoort te zijn. Ja zelfs de overtuiging dat het christelijk geloof op het veld van wetenschap van de hoogste waarde is, is nog geen antwoord op deze vraag. De Vrije Universiteit wil zich laten leiden door de bijbelse openbaring. Men mag dan ook verwachten dat zij die hun instemming hiermede betuigen zich zullen willen verdiepen in de bijbelse leef- en denkwereld. De bijbel als een bron die inspireert tot een nieuw leven, a Is een onderricht om de dingen in hunjuiste verhoudingen te leren zien. Om hiermede wat meer systematisch bezig te kunnen zijn, is in september 1975 begonnen met een leerhuis o.l.v. dr. R. Boon. In een leerhuis leert men de bijbel lezen. Een van de uitgangspunten daarbij is dat het in het Oude Testament niet zozeer gaat om een soort historische achtergrond als wel om kernzaken die in het evangelie aan de orde zijn.

Oppervlakkig gezien gaat het in de thora, de profeten en de geschriften om een soms wat vreemdsoortig aandoende verslaggeving van gebeurtenissen die in verre tijden hebben plaatsgevonden. Het is echter meer een wereld die je moet binnengaan, om de veelal voor ons verhulde zin en betekenis te ontdekken, om de taal van de gebruikte beelden te gaan begrijpen. Daarvoor is nodig te weten hoe Israël zelf hiermee omging, een omgang en visie die we terug kunnen vinden in op de schrift gestelde mondelinge overlevering. In deze traditie is ook Jezus grootgebracht. Bij dit alles gaat het meer om wijsheid dan om kennen in onze westerse betekenis. Een wijsheid die betrekking heeft op het menszijn en zicht geeft op de relaties tussen mensen en tussen de mens en de wereld waarin hij leeft. Een leerhuis is meer dan een vorm van intellektueel bezig zijn, een vrijblijvend konstateren. Het alleen maar nadenken over en analj'seren van, kortom de wetenschappelijke denkhouding, is een benadering die we niet terugvinden in de bijbel. Hierin vinden we geen tegenstelling tussen denken en doen, tussen theorie en praktijk. Spreken blijkt handelen te zijn en horen is doen. Het leerhuis is bedoeld voor hen die in het konkrete (universitaire) bestaan hun weg trachten te vinden, en die weer oor willen krijgen voor zaken waar we eeuwenlang doof voor zijn geweest. Geen pasklare cursus dus met uitgewerkte opgaven, maar stapje voor stapje doordringen tot de betekenissen en samenhangen van de bijbelse woorden. Zo'n bezigheid vergt geduld en de bereidheid de eigen denkbeelden te laten korrigeren. De belangstelling vanuit de universiteit voor dit werk blijkt tot op heden gering te zijn. Het lijkt er op dat wanneer het over kommunistische studenten in raden en besturen gaat de zalen uitpuilen en de kranten vol staan, maar dat wanneer het over de inhoudelijke zaken gaat slechts een handjevol mensen geïnteresseerd is.

Waar het hier om gaat is dat in het Nieuwe Testament duidelijk wordt gemaakt dat Christus de thora en de profeten vervult. Dit betekent niet een overbodig maken, maar een van kracht doen zijn, de oorspronkelijke bedoeling te laten zien. Deze bedoeling staat centraal in het leerhuis. In de thora (veelal ten onrechte met „wet", vertaald — het Duitse „Weisung" geeft de bedoeling beter weer) wordt de weg naar de gerechtigheid aangegeven, een weg ten leven naar het beloofde land.

Maar hoe men het ook keert of wendt, een christelijke universiteit die zich niet bezighoudt met de bron waaruit zij zegt te willen leven, verliest als zodanig haar bestaansrecht. Daarom is het bestaan van de leerhuisactiviteit voor de werkgroep essentieel. Vanzelfsprekend betreft dit niet de vorm waarin het gebeurt. Mensen zijn zeer verschillend en ook in dit opzicht zal de veelkleurigheid gehonoreerd moeten worden. Zo is er bijv. in het najaar '76 tevens een

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen