GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1977 - pagina 206

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1977 - pagina 206

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

nl magadne 28 ik tot nu toe heb kunnen vinden. Natuurlijk weet ik, dat binnen het CDA de val van het kabinet-Den Uyl vooral aan de progressieven wordt verweten. Ook heb ik Van Agt in KRO's Brandpunt de kabinetscrisis horen bagatelliseren als gold het slechts een bedrijfsongeval. Ik vraag me dan wel af wat ik van de kwaliteiten van de bedrijfsleider Van Agt moet denken, dat hij een dergelijk bedrijfsongeval niet heeft kunnen voorkomen. Maar afgezien daarvan, andere feiten en uitspraken geven allerminst aanleiding voor de veronderstelling dat de kabinetscrisis van 22 maart weinig meer was dan een bedrijfsongeval. Ik noem er enkele met bronvermelding. 1. Op 11 februari 1977 deelde minister Van Agt aan premier Den Uyl mee dat het wetsontwerp over de grondpolitiek gewijzigd moest worden, wilde het voor de CDA-frakties aanvaardbaar zijn. Bron: Den Uyl op de partijraad van de PvdA op 4 april jl. Indien Van Agt had gewild, had hij, als CDA-lijsttrekker, de CDAKamerleden tot een meer tegemoetkomende houding jegens zijn eigen wetsontwerp kunnen bewegen. Heeft hij dit gewild? Zou hij het hebben gekund? Feit is in elk geval dat indiening van het fatale amendement-De Bekker niet is voorkomen. Van Agt is in een proces van minstens anderhalve maand voor de CDAfrakties — in elk geval voor de KVP — door de knieën gegaan. 2. Toen de voorstellen van de KVP-er De Bekker op tafel lagen is niet in de Kamer, maar vooral in de boezem van het kabinet naar een kompromis gestreefd. Waarom vooral daar, terwijl de openbare Kamerbehandeling reeds in gang was gezet? Ondanks zeer intensief en langdurig beraad in het Catshuis is het niet gelukt tot een kompromis te komen dat voor alle betrokkenen aanvaardbaar was. Dit is vreemd, reeds eerder had het kabinet bij ernstige meningsverschillen over andere moeilijke onderwerpen wel een oplossing bereikt. Waarom kon dit nu niet? En wat moet men ervan denken dat, terwijl de berichten uit het kabinet getuigden van een politieke wil bij alle betrokkenen om tot een oplossing te komen. Van Agt buiten het kabinet, namelijk op zaterdag 19 maart in ,,Hier en nu", een kabinetscrisis aankondigde, kennelijk tot woede van onder meer zijn collega Boersma, die, aldus Trouw op 21 maart, reageerde met de opmerking dat de uitlatingen van Van Agt voor hem en voor de overige CDA-ministers uit het kabinet ,,een volmaakt verassing" waren geweest. „Er is geen enkel overleg aan vooraf gegaan", zei een duidelijk zeer boze Boersma. ,,Ik wens niet voor de tv te horen, wanneer ik mij demissionair moet achten. "

3. Wettigden de zakelijke meningsverschillen een breuk in het kabinet? Volgens ARP-fraktieleider Aantjes bepaald niet (Trouw. 24 maart). Ik heb dat voorts proberen na te gaan aan de hand van een artikel van de belangrijkste adviseur van het CDA over de grondpolitiek, prof. mr. P. de Haan, in Trouw van 9 april. In dit artikel trekt De Haan fel van leer tegen de PvdA die, naar hij zegt, het eigen kabinet heeft laten vallen en een progressieve grondpolitiek in de weg staat. Nu kan men zich natuurlijk onmiddellijk afvragen, welk belang de PvdA had om binnenskamers het „eigen kabinet" te laten vallen — terwijl een dergelijk „belang" voor het CDA heel wat gemakkelijker kan worden gekonstrueerd. Maar afgezien daarvan, in een artikel van een specialist als De Haan verwacht je natuurlijk een haarscherpe beschrijving van de zakelijke verschillen die uiteindelijk waren overgebleven. Niets daarvan. De Haan merkte op ,,dat de christendemokratische frakties. voor het eerst in de geschiedenis en tegen hun eigen programma in, bereid bleken de gebruikswaarde als grondslag voor de onteigeningsvergoeding te aanvaarden." Bleek dit uit het amendement-De Bekker? Dan begint ook hier de versluiering. De Haan betitelt het voorstel van De Bekker als een principieel veel juistere weg": het ging uit ,,van de werkelijke waarde en niet van de fiktieve gebruikswaarde." Afgaande op de letterlijke tekst van De Haan wensten de christendemokraten de gebruikswaarde dus wel, maar ook weer niet... Ik heb me verschillende malen afgevraagd of ik goed las wat er stond, maar ik kan het ook niet helpen, het geciteerde is echt aan het aangehaalde artikel ontleend. 4. Van veel betekenis in dit verband is ook wat ARP-voorzitter Hans de Boer in Trouw van 2 april heeft geschreven: ,,Over de uiteindelijke aanvaardbaarheid van het tegenbod van de progressieven kan men tenslotte om zuiver politieke redenen een verschillend oordeel hebben. Een oordeel dat nauw samenhangt met de vraag of je de zaak waar het om gaat — alles afwegend — een kabinetscrisis waard vind." Ik neem aan dat De Boer zoiets niet schrijft, als de zakelijke meningsverschillen naar zijn oordeel onoverbrugbaar zijn. Met andere woorden: men had het best eens kunnen worden als men het voortbestaan van het kabinet op prijs had gesteld.

Politieke ethiek? Ik kan uit de vier genoemde punten in hun onderlinge samenhang geen andere konklusie trekken dan dat een kabinetscrisis best had kunnen worden voorkomen, indien Andriessen en Van Agt dat hadden gewild. De kontoeren van de cri-

sis waren reeds in de eerste helft van februari zichtbaar. Wat hebben zij er toen aan gedaan? Voor zover valt na te gaan weinig anders, dan de verantwoordelijkheid deponeren bij de progressieve kabinetspartners, die, óver het door Van Agt zelf ondertekende kompromis (het ingediende wetsontwerp) heen, nog maar eens over de brug zouden moeten komen. En toen zij naar het heersend christendemokratisch oordeel daarin te kort schoten, krijgen zij de schuld van de kabinetscrisis. Om bij het bedrijfsongeval terug te komen, als reeds meer dan een maand lang explosief gas ontsnapt en men doet er niets aan, dan mag men de onvermijdelijke ontploffing niet als bedrijfsongeval bagatelliseren. Of heeft de bedrijfsleider het gas niet zien ontsnappen? Hoe geschikt voor zijn funktie (en voor een toekomstig premierschap) mag men hem dan nog noemen! Zo er al verschillen zijn tussen de val van het kabinet-Cals in 1966 en dat van het kabinet-Den Uyl in 1977, lijken mij die vooral van morele aard. In 1966 was er een betrekkelijk groot zakelijk meningsverschil tussen de KVP-fraktie en het kabinet, nu was het zakelijk meningsverschil tot zeer geringe proporties teruggebracht. Niettemin het einde van het kabinet. Wat moet zwaarder worden aangerekend? Nu zijn er christendemokraten die voor hernieuwde samenwerking met de PvdA hun hoop hebben gevestigd op de politieke voorkeur van a.r. fraktieleider Aantjes en op de inhoud van het verkiezingsprogramma van het CDA. Ook deze hoop is ijdel. Wat Aantjes betreft, minstens tweemaal heeft hij nu in CDA-verband op uiterst belangrijke punten het onderspit moeten delven. Zijn eerste grote nederlaag leed hij bij de besluitvorming over de principiële grondslag van het CDA, in de zomer van 1975. Zijn tweede grote nederlaag leed hij in' maart jl., toen hij, voorstander van samenwerking met de PvdA, over een meningsverschil dat naar zijn eigen zeggen geen kabinetscrisis waard was (Trouw, 24 maart 1977) toch geen kabinetscrisis heeft kunnen voorkomen. Het lijkt mij een illusie, te denken dat hij, na alles wat gebeurd is, na de verkiezingen, bij de komende kabinetsformatie, nog zal kunnen opboksen tegen de sterke anti-PvdA-stroming binnen het CDA. Evenzeer lijkt het mij een illusie, te verwachten dat hij daarvoor de eenheid van het CDA op het spel zal zetten. De CHU is tot zoiets bereid om samenwerking met de. PvdA tegen te houden, de ARP niet om samenwerking met de VVD tegen te houden en die met de PvdA tot stand te brengen. Voor het blok gezet door de KVP en de CHU kan de ARP

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1977 - pagina 206

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1977

VU-Magazine | 484 Pagina's