GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 21

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 21

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

iO magazine 19 vensorde, die aan de oude wereld, met hare veiligheid, hare bestaansmogelijkheid biedt?" Kortom, meldt u bij de Waffen-SS. Uit het artikel van ir. Van der Graaf krijgt men de indruk dat tijdens de bezettingsjaren de invloed van prof. Visscher minimaal is geweest. Het is mogelijk, maar daarvan blijkt w e i n i g uit het stukje dat prof. dr. J . Severijn aan prof. Visscher w i j d d e in de Chr. Encyclopaedie (1961). We vernemen dat Visscher in 1864 is geboren en in 1947 overleed en tenslotte w o r d t nog even Visschers „betreurenswaardige besluit lid te worden van de Nederlandse Cultuurraad" gemeld zonder dat duidelijk w o r d t wanneer dit was en- dat het hier ging o m een nazi-commissie van Seyss Inquart. Severijn schrijft: „Visscher was een buitengewoon begaafd man, scherpzinnig denker, bekwaam theoloog, slagvaardig in de polemiek. Hij was de Ger. richting in de Hervormde Kerk toegedaan en heeft de Ger. belijdenis in woord en geschrift talentvol verdedigd." Verteld w o r d t dat Kuyper ooit eens in Visscher zijn opvolger heeft gezien. Een t r o u w volgeling van Kgyper was de rechtzinnige theoloog zeker. Diens benoeming in 1903 in Utrecht door Kuyper w o r d t in menig boek vermeld als een belangrijk a.r. w a penfeit. Wanneer er getornd gaat worden aan Kuypers absolute leiderschap in de a.r. partij (Anema, Bavinck, Diepenhorst, Heemskerk en De Vries) schrijft hij in 1916 nog een brochure„A/a eer en staat" o m Kuyper te verdedigen.„£e/? feit blijft, dat sommige ziekteprocessen der moderne democratie ook in de Anti-revolutionaire Partij beginnen door te dringen."

Pro-Duits Kuyper was in de eerste wereldoorlog, evenals Visscher pro-Duits. Hij verdedigde o.a. de inval in België en koesterde een diepe eerbied voor de Duitse Keizer en Hindenburg. Maar lang niet alle anti-revolutionairen volgden hem daarin, zeer tot Kuypers ergernis. Als een van hen, ds. Koffyberg te Muiden, Kuypers pro-Duitse houding in De Standaard aanvalt, is het huis te klein. In Kuypers ogen is dit niet meer of minder dan een daad van rebellie, „c/e oproeping van een officier aan de manschappen om eenparig den veldheer te veroordelen." Het is een „delict" en het spreekt vanzelf„c/af£>/-. Kuyper, en desnoods de Generale Staf, op wat wijs dan ook, de verhouding tot dezen officier zal hebben te regelen." Tijdens de eerste wereldoorlog brengt Kuyper verschillende malen bezoeken aan Duitsland, waarvan nooit helemaal duidelijk is geworden wat hij daar deed. Vast geloofde hij tot enkele maanden voor het einde aan een Duitse o v e r w i n ning, maar eind 1918 begint het er slechter voor de Duitsers uit te zien. Op een donkere stormachtige herfstavond, waarbij „c/e regen tegen de glasruiten kletterde en de ramen af en toe rinkelden, dreunend onder de stoten van de wind", schetst de hoogbejaarde Kuyper aan de daartoe ontboden Hugo Visscher de perspectieven van een toekomstig Europa.

Daar begint Visschers boek mee, dat tot strekking heeft Nederlands terugkeer tot de gemeenschap met het Duitse rijk. Visscher: „ Z o stond Kuyper daar te midden zijner dagelijkse omgeving voor mij, de stoere breedgeschouderde, ietwat ineengedrongen figuur, wiens geweldig hoofd jaren lang zulk een wondere attractie had voor de tekenaars der karikatuur Plotseling deed een stormvlaag, gierend als een geweldig gedreven wind, de vensters schudden in hunne sponningen. En terwijl hij zijn hand op mijn schouder legde, zeide hij, merkbaar ontroerd: „Hoe onheilspellend kondigt het stormgeloei zich in de verte aan. Mij schijnt het de profetie van de geweldige toekomst, die Europa wacht. En," zo vroeg hij, „zijt ook gij niet daarvan overtuigd, dat een verpletterd Duitsland de schoot zal blijken waaruit voor de volken, ook voor het onze, een smartelijk wee geboren zal worden? In de crisis, die wij doorleven, zijn de diepste levensbeginselen, de bestaansvoorwaarden der Westerse cultuur betrokken." Visscher zegt het niet met zoveel w o o r d e n , maar suggereert heel sterk dat Kuyper visioenen had van een nauwere aansluiting van Nederland bij Duitsland. Verzon hij dat? In 1962 publiceerde dr. J. P. Feddema twee artikelen in A.R. Staatkunde, over Kuypers houding in de eerste wereldoorlog, die ook sterk in die richting wijzen, Kuyper zou het historisch onontkoombaar hebben geacht dat Nederland zich eerst economisch en later ook politiek bij midden-Europa moest aansluiten. Feddema: „Het is mogelijk - een hypothese die ons echter niet onwaarschijnlijk voorkomt... dat Kuyper ook om deze reden tijdens de oorlog aan zijn pro-Duitse gezindheid in zijn Standaard-artikelen zozeer uiting geeft, teneinde het calvinistische volk reeds voor te bereiden op deze z.i. onvermijdelijke overgang." Kuyper is niet altijd pro-Duits geweest: voor 1900 leek hij meer op Engeland gesteld. Maar die liefde bekoelt onder invloed van de Boerenoorlog in Zuid-Afrika. De vernietiging van de boerenrepublieken, calvinistisch en Nederlandstalig, krenkte hem in zijn nationale trots. Het was een „snijdend onrecht, dat hiermede ook aan de Nederlandse stam werd aangedaan." Teleurgesteld is Kuyper ook over de Hollandse kooplieden, die er indertijd niet ingesprongen zijn o m te investeren in de Boerenrepublieken. Als w e Hugo Visscher mogen geloven, is Kuyper in 1918 maar treurig gestemd over Nederlands verleden. „ Toen zweeg hij wederom even, vatte daarna de draad van ons gesprek weder op en zeide: „Het is toch wel bedroevend, dat onze Vaderenzo weinig beseft hebben van de strekking der grootse politieke taak, waartoe zij geroepen waren. Zij streden soms geweldig over enkele teksten uit de Bijbel, hebben zeker dogmatisch diep religieus gedacht, maar voor Nederlands plaats in de sfeer der Europese volken, voor Nederlands internationale roeping, hadden zij geen oog. Zij waren grote kooplui, hadden in de handel een fijn geslepen takt, hebben schatten verdiend, doch daarop staarden zij zich blind. Zij zagen niet verder dan de horizon van de baat. Om de grote vragen, die Europa's-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 21

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's