GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 404

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 404

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

nj nuwazine 6 De zestiende eeuw Is er in later tijd veel veranderd in het verstaan van het karakter van de overwinning? Bij het begin van de Renaissance komt Europa via de ontdekkingsreizen in aanraking met de wereld van Afrika, Azië en de Amerika's, waarbij zich ook de vraag voordoet naar de verhouding van het christelijk geloof tot de mensen van ander geloof en cultuur.

Het kleden van de naakten

In deze nieuwe fase in de geschiedenis van Europa spelen niet alleen Portugal en Spanje een belangrijke rol, maar ook Nederland. Maar niet alleen bij die ontdekking van nieuwe continenten, ook vooral bij het leggen van handelscontacten - denk maar aan de Oost- en West-Indische compagnie en in de slavenhandel neemt ook Nederland een voorname plaats in. Het is indrukwekkend om te horen wat Erasmus in die begintijd hierover reeds zei, woorden die helaas niet zo erg ter harte zijn genomen door de Heeren Zeventien van de Oost-Indische Compagnie en hun nazaten. Hij zegt: ,,Als het waar is wat ontdekkingsreizigers over die landen vertellen, zijn het de christenvorsten zelf die aan de leraren van het evangelie de toegang weigeren uit vrees, dat als die ook een wat hogere ontwikkeling ontvingen, zij het zware juk waarmee zij hen onderdrukken van zich werpen. Wat moet ik echter van diegenen zeggen die met een vloot onbekende kusten afzoeken en die oorden die niets vijandigs vermoeden plunderen en verwoesten! Overwinningen zouden het zijn? Maar waar men een tegenstander zonder hem de oorlog verklaard te hebben, onverhoeds overvalt, daar mogen ook de oude heidenen niet van een eervolle overwinning spreken. Men zoekt naar een rechtvaardiging en zegt, ze hebben de Turken hulp geboden. Met deze gronden komt men pas aan nadat de steden reeds verwoest zijn. . .". ..Er is toch onderscheid tussen zulken die het rijk van het geloof verbreiden en diegenen die de Mammon als buit najagen. Zodra men een nieuw land ontdekt heeft, begint men er mee goud en edelstenen uit te voeren. Maar zou het niet een groter triomf zijn als men de wijsheid van het Christendom ingevoerd had, de edelsteen van het evangelie, die kostbaarder als goud, en goed betaald is als men alles ervoor weggeeft?!^' Is het dan erg verwonderlijk dat in de zeventiende eeuw, onze gouden eeuw, westafrikaanse negers in Guinea tegen

nederlandse handelslieden ,,Goud is Uw God"?

zeiden,

De postkoloniale periode In de laatste anderhalve eeuw heeft de vraag naar de verhouding van christenen en de mensen van ander geloof een nog acutere toespitsing gekregen na de periode van kolonialisme en imperialisme. Toen hebben de zogenaamde christelijke staten, op een nog roofzuchtiger en uitbuitender manier dan Erasmus toen al constateerde, zich meester weten te maken van grote delen van de rest van de wereld. Natuurlijk suggereren wij niet dat dit alles van westers-christelijke zijde onweersproken is gebleven. De verwijzing naar Erasmus is slechts een van meerdere die gegeven kunnen worden. Ook wordt allerminst gesteld dat al het werk van de zending in de verschillende eeuwen vermengd zou zijn geweest met en voortgekomen uit wat Verkuyl de ..troebele motieven" noemde. Er zijn steeds weer mannen en vrouwen geweest die juist gedreven werden door Jezus liefde [Constrained by Jesus love) en vervuld waren van het grootste respect voor hun medemens van welke andere cultuur of godsdienst dan ook. Wij willen er slechts op wijzen hoe deze verwarring van motieven, onder andere met het imperialistische in zo

sterke mate heeft geleid tot een bepaald overwinningsdenken. Daardoor dachten velen aan het begin van onze eeuw nog dat andere godsdiensten het op den duur zouden afleggen tegen de christelijke religie die samenging met de uitbreiding van de christelijke westerse beschaving en cultuur. Het westen koloniseerde mensen van andere cultuur, onderwierp die en zag zichzelf veelal als de meerdere en betere. Om aan te geven hoe er in onze tijd in het begin van de postkoloniale periode over de vragen, die ons bezighouden, wordt gedacht, worden enkele meningen van leidinggevende westerse theologen weergegeven. Als eerste moet Karl Barth genoemd worden. Inhoudelijk is Karl Barth weinig ingegaan op het geloof van anderen. Om Barth's principiële houding ten opzichte van andere godsdiensten te typeren, kan het best naar een passage uit zijn later werk verwezen worden. ,,Het gaat bij het valse geloof in de valse goden, bij de zogenaamde godsdiensten. . . doorgaans ook in hun primitieve vormen, om van de hogere en in het bijzonder van de Islam niet te spreken om op hun manier psychologische, sociologische, aesthetische, niet slechts maar interessante, maar imposante scheppingen. Zending veronderstelt dat de gemeente vrij van alle domme hoogmoed van de blanke, deze (godsdiensten) als zodanig tegelijkertijd weet te waarderen en serieus te nemen, én hen met het evangelie compromisloos weet te confronteren. Zending is waardeloos en uitzichtloos, indien zij niet onder evenzo strenge geldigheid van deze beide voorwaarden, bedreven wordt namelijk: gelijktijdig in oprecht respect en in evenzo oprechte respectloosheid tegenover de zogenaamde godsdiensten." Ook andere systematische theologen dan Barth hebben zich over dit probleem uitgelaten. Het meest treffend is wel de opmerking die Paul Tillich vlak voor zijn dood maakte. Tien dagen voor zijn overlijden hield Tillich zijn laatste voordracht onder de titel .,De betekenis van de geschiedenis der godsdiensten voor de systematische theologie." De bekende godsdienstfenomenoloog Mircia Eliade, collega van Tillich in Chicago, knoopte in zijn herdenkingsrede aan bij die laatste toespraak waarin Tillich zei, dat ,,«/5 hij nog tijd zou hebben, hij een nieuwe systematische theologie zou schrijven. Deze zou dan op de gehele geschiedenis van de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 404

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's