GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 394

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 394

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inu magadne 40

Uit de Hortus door Daan Smit

De Duinvegetatie Bomen en struiken

V

Zoals aan het begin van deze serie betreffende de aanleg en het onderhoud van de natuurtuin reeds is gesteld, zou het niet zinvol zijn zich strikt aan bepaalde vegetatietypen te houden waar het particuliere, veelal kleinschalige tuinen betreft, welke zijn beplant met inheemse gewassen. Het gaat er dan eerder om een harmonieus, kleurrijk geheel te creëren dan een naar natuurlijk voorbeeld opgezet en beplant ecosysteem. Vele planten van de specifieke duinvegetatie zijn al genoemd. Er blijft echter nog een grote groep over die het vermelden en het kweken waard is. Ten eerste zijn dat de houtachtigen met als bekendste wel de duindoorn (Hippophae rhamnoides). die in het najaar vol zit met oranjegekleurde bessen. De duindoorn wordt dan zelfs per tak verkocht om er dan binnenshuis van te kunnen genieten. Van de bessen kan trouwens overheerlijke jam worden gemaakt. Maar dan moet men de spreeuwen, lijsters en andere vogels die er gek op zijn wel

vóór zijn. Hieronder groeit onder andere het muskuskruid (Adoxa moschatellina) bijzonder goed. Natuurlijk mag het duinroosje (Rosa piapinellifolia) in deze samenhang niet ontbreken. Ook de kardinaalsmuts (Eunonymus europaeus) hoort hier thuis. Buiten het feit dat ze erg mooi zijn wanneer de takken beladen zijn met de rose-rode vrachtjes, waaruit tijdens het rijpingsproces de oranje zaden naar buiten komen, kleuren de bladeren in het najaar vuurrood! De liguster (Ligustrum vulgare) tooit zich in het naseizoen eveneens met trossen gitzwarte bessen, die lange tijd nadat het blad is afgevallen de struik blijven sieren, totdat de vogels ze opeens ontdekken. Andere heesters die hier thuishoren, doch reeds eerder genoemd zijn, zijn o.a. de eenstijlige meidoorn (Crataegus monogyna), de vlier (Sambucus nigra), de bezembrem (Sarothamus vulgaris) en de gaspeldoorn (Ulex europaeus). Tevens moet hier ook nog vermeld worden de witte

A. Asperge, (Asparagus officinalis)

B. Duindoorn, (Hippophae rhamnoides)

abeel (Populus alba), waarvan de bladeren in de wind hun zilveren onderzijde laten schitteren. Ook de ratelpopulier (Populus tremula) hoort in de duinvegetatie thuis. Beide kunnen nogal fors uitgroeien. Veelal maken ze tevens ver van de ,,moederboom" worteluitlopers welke uiteraard regelmatig moeten worden verwijderd om te voorkomen dat ze het geheel overgroeien.

Kruidachtige gewassen Een aantal van deze kruidachtige gewassen die deel uitmaken van plantgemeenschappen welke we in de duinen vinden, is ook hier reeds in een eerder stadium genoemd. Vele van hen prefereren wat kalk, doch doen het ook op zuurdere en neutrale gronden. Kalkminnende planten zijn o.a.: driedister (Carlina vulgaris), waarvan de uitgebloeide bloemhoofdjes nog lange tijd hun sierwaarde behouden; evenals de gedrongen aard-

C. Akelei, (Aquilegia vulgaris)

distel (Cirsium acaule). Een mooi eenjarig plantje is de slanke gentiaan (Gentianella amarella), die van augustus tot oktober bloeit met vele klokvormige rood-üla bloemetjes. Het kruipend stalkruid (Ononis repens) en de kattedoorn (Ononis spinosa) mogen hier niet ontbreken, evenmin als de asperge (Asparagus officinalis), welke zich in het najaar tooit met rode bessen waarin vrij groot, gitzwarte zaden zitten. Wanneer het loof aan het eind van het seizoen geelbruin verkleurt, is die combinatie met de rode bessen een prachtig gezicht. Blauw bloeiende gewassen zijn veelal schaars. Toch is een goed te gebruiken plant de veldsalie (Salvia pratensi en niet te vergeten het slangekruid (Echium vulgare). De akelei (Aquilegia vulgaris) is ook zo'n blauwbloeiend inheems gewas, waar U veel plezier van zult hebben. Als onderbeplanting van heesters kan het wilde aardbeitje (Fragaria vesca) uitstekend dienst doen. De kleine aardbeitjes zijn tevens leuk en lekker voor de kinderen I Als kalkminnende planten kunnen tenslotte nog genoemd worden het wilgenroosje (Chamaenerion angustifolium, syn. Epilobium angustifolium) dat vanwege zijn grote hoogte (100-200 cm) voorkeur achterin de tuin wordt gezet.

D. Bosaardbei, (Fragaria vesca)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 394

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's