GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1979 - pagina 284

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1979 - pagina 284

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

UU magazine 19 Ik heb bewust gekozen voor veldwerk." „Wat houdt nou zo'n mierenonderzoek

„Wat ik zelf doe is het werken in de strandvlakte. Dat gebied is een jaar of twintig geleden ontstaan door het aanleggen van de stuifdijk en daardoor is dat gebied zich gaan ontwikkelen. Pas sinds een jaar of tien is het gebied geschikt geworden voor mieren. Vóór die tijd was het te weinig begroeid, te zout. Nu kunnen de mieren er pas leven. Dan vergelijk ik dus de strandvlakte als nieuw gebied met oude gebieden. In hoeverre het mierenest afhankelijk is van vegetatie, van temperatuur, van vochtigheid en zoutgehalte in de bodem, kortom allefaktoren die het vóórkomen van mieren beïnvloeden. Ik werk zelf aan de ontwikkelingssnelheid van mierelarven, in hoeverre die afhangt van de temperatuur. Op de strandvlakte is het koud en vochtig, daar ontwikkelen ze zich langzamer dan in de warme duinen waar het droger is. Dat is althans mijn hypothese. Of het ook zo is, moeten we nog zien."

Koos Boomsma: „Het eiland schuift in oostelijke richting op. Vroeger was hier ook een tweede dorp, Westerburen. Door duinafslag in het westen is dat in zee verdwenen. Die afkalving is nu minder groot dan de natuurlijke aanwas in het oosten." Jelte Rozema: „Daarom is de naam „Badweg" inmiddels foutief geworden en staat het Strandhotel er nu heel ongelukkig. Vroeger leidde de Badweg naar het badstrand maar doordat er nu weer zandbanken voor de kust zijn geschoven heb je daar nu gevaarlijke stromingen gekregen. Tegenwoordig leidt de prins Bernhardweg naar het badstrand."

Sterk verhaal We staan op het strand. Op het noordelijkste puntje van Nederland. Spoelt hier wel eens wat aan? Kees Verhoef: „Hout, kleding, sinaasappels. Een paar jaar geleden liep ineens iedereen in keurige manchesterbroeken, allemaal dezelfde kleur, dat ribspul weet je wel, daar waren ladingen van aangespoeld. Ze lagen kant en klaar op het strand te wachten. Je hoefde er alleen nog maar in te stappen. En cassettebandjes, hele containers vol. Het hele eiland was vergeven van cassettebandjes. En een jaar of vijf, zes geleden . . . whisky. Vaten met whisky. En hout, er waren hier deklasten met hout, ze plaatsten er trekkers voor met kabels, maar 't was gewoon niet te versjouwen, zo zwaar..." Ik doe wat ongelovig. „Nou, 't zijn inderdaad altijd verhalen die je hoort. Maar er zegt nooit iemand: /K heb whisky gevonden, 't Is altijd een ander die 't vindt. Want iedere vondst moet worden aangemeld bij de burgemeester. Dan wordt het teruggegeven aan de rechtmatige eigenaar, na aftrek van bergingsloon, maar als er geen eigenaar te vinden is, dan wordt het publiekelijk verkocht en de opbrengst is voor de gemeente en de vinder. Maar 't is natuurlijk veel voordeliger om het als vinder maar meteen zelf te houden . . . "

tudenten op Schiermonnikoog Ook VU-studenten verkeren regelmatig op de verre buitenpost van de VU. Zij nemen kleine stukjes van lopende onderzoeken voor hun rekening. De aanstaande biologen moeten voor hun doktoraal-

in?"

Gesprek tussen twee biologen

studie nog een paar jaar praktijk doen en een gedeelte daarvan kunnen ze op Schiermonnikoog doorbrengen. Gedurende drie weken in september en oktober worden kursussen gegeven, meestal in groepen van dertig, veertig man.

„Hé kijk, een kneu! Of toch niet" „Vinken, 't zijn vinken." „Néé, baardmannen!" „Welnee, 't zijn geen baardmannen" „Ik zie het al: een tapuit" „Nee, ook niet. Gewoon 'n vink. Gewóón 'n vink." „Nee hoor, 't is geen vink." „Nou, dan is het toch een kneu." „Ja, 't is een kneu." „Maar goed, da's ook een soort van vink.

Kees Verhoef: „En daarnaast worden hier zomerkampen gehouden". René Thijssen: „Werkkampen !" Ebel Nieboer: „Zómerwérkkampen !" Er wordt door sommigen wel eens geopperd dat het vakantie-aspekt in deze kampen overheerst. Ten onrechte, zeggen zij die er thans zitten. „Er moet hier een stevig stuk werk verricht worden. Het weer is hier niet altijd stralend, maar ook dan wordt er keihard gewerkt. Al regent het veertien dagen," zegt René Thijssen. Deze kampen worden gehouden tussen half juli en eind augustus, waarbij de studenten op verschillende onderwerpen kunnen inschrijven.

De student Een student laat zich opgetogen uit over een doktoraalcursus op Schiermonnikoog. Waarom was dat zo prettig? „Omdat de kursus in het Strandhotel wordt gegeven. Dat is uniek, omdat je dan met één groep biologen in één gebouw zit, met de biljartzaal ingericht als laboratorium. Dat geeft zo'n aparte sfeer. Elke dag doe je iets anders. En tot diep in de nacht zitten we gegevens uitte werken. Een ontzettend leuk en gezellig gebeuren. Op 't ogenblik ben ik hier als doktoraalstudent het hele jaar door op verschillende tijden aanwezig. Ik loop mee bij onderzoeken naar mieren, vogels, enzovoort.

Rechts: Commissaris Rtjpstra opent h| gemeentehuis Geheel rechts Mevrouw Rijpstif opent het bezoekerscentnS

Bezoekerscentrum De Centrale" Van Hotel van der Werff gaat het naar het oude dorpskerkje. Commissaris van de Koningin Rijpstra en zijn echtgenote zijn gearriveerd. De kerk stroomt vol met notabelen, ook van de naburige Waddeneilanden. De commissaris houdt een toespraak, waarin hij plechtig herdenkt dat dit de negende keer in zijn loopbaan is dat hij een gemeentehuis opent. „Een gemiddelde van 1,1 per jaar", rekent hij ons voor. „Dan blijft er voor 1979 nog 0,1 over", reken ik hem na. De burgemeester is er alles aan gelegen de plechtigheid zo kort mogelijk te houden, om alle openingen nog vóór zonsondergang rond te hebben. De stoet zet zich weer in beweging, het dorp rond, naar het opgeknapte en vergrote gemeentehuis, daarna naar het bezoekerscentrum. Het bezoekerscentrum „De Centrale" is een initiatief van de gemeente. De naam dankt het gebouw aan de elektriciteitscentrale die hier in het verleden gehuisvest was. Er was voorheen al een museum, maar met een formule die niet meer aansprak. De gemeente wil in het bezoekerscentrum meer voorlichting geven over het natuurgebied en de burgemeesterstelt in zijn toespraak zelfs ons huidige onderwijs aan de kaak. Volgens hem faalt het op het gebied van natuurbeschermingsedukatie. In eerste instantie riep de gemeente een aantal mensen bijeen van wie verwacht kon worden dat ze belangstelling hadden voor een op te richten bezoekerscentrum. Daaruit ontstond een werkgroep waarin onder andere de Dienst der Domeinen, de Rijksuniversiteit Groningen (ook op het eiland aanwezig met een biologisch lab) en de VU zitting hadden. Wat is nu de bijdrage van de VU geweest?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1979 - pagina 284

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1979

VU-Magazine | 484 Pagina's