GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1980 - pagina 451

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1980 - pagina 451

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

VD HMGAZÊNE 23 In de Nederlandse journalistiek is inhoudelijke specialisatie eerder uitzondering dan regel. Voorzover het v o o r k o m t is het een v o r m van „ g r o e i e n in het v a k " , weggelegd voor de blijvers en de beteren. Specialisatie betekent in dat geval nog niet automatisch: gedegen toegerust zijn in kennis op een gegeven terrein. Ook de journalistieke koncentratie o p een beperkt aantal onderwerpen (landelijke politiek, ekonomie, rechtbank etc.) w o r d t met deze t e r m aangeduid. Gespecialiseerdfe journalistiek valt daarnaast t o e aan redaktionele buitenstaanders, medewerkers, die eerder als deskundige o p een bepaald gebied dan als journalistieke v a k m a n / v a k v r o u w zijn aangetrokken.(...) Voorwaarden voor een geleidelijke verbetering van het journalistieke p r o d u k t in zijn totaliteit - en daarmewe de kwaliteit van de informatievoorziening - zijn: bijstelling van het geldende beroepsethos; naast aandacht voor verspreiding van informatie ook verantwoordelijkheidsgevoel voor een geslaagde overdracht daarvan. u i t b o u w en verbetering van de journalistieke opleidingsmogelijkheden. J.W. Bierhoff (docent School v.d. Journalistiek, Utrecht).

betrekking tot de vrijheid van meningsuiting en meningsvorming kunnen vervullen, respectievelijk waaronder het recht op vrije meningsuiting kan worden gewaarborgd? • Kan de overheidszorg op dit gebied onmisbaar worden geacht? Zo ja, is het huidige overheidsinstrumentarium dan toereikend te achten? • Welke veranderingen kunnen worden tegemoet gezien, respectieve/ijk zijn noodzakelijk te achten met het oog op communicatie-technologische ontwikkelingen?

informatie tijdperk Het congres valt in een periode waarin er heel wat aan de hand is rond de media. Rond de drukpers is het weliswaar in de loop van de jaren zeventig wat kalmer geworden (de golf van opheffingen van kranten en fusies lijkt voorbij) maar geheel geweken is de bezorgdheid van de schrijvende pers niet. Wanneer de regering onverhoopt mocht besluiten een groter deel van het Nederlandse reclame-budget te laten toevloeien naar radio en televisie (meer STER-reciame om uitzendingen overdag te financieren en eventuele mede-financiering van regionale omroepen uit reclame) breekt ongetwijfeld nieuwe onrust uit bij kranten en tijdschriften. Maar zover is het nog niet; het verzet tegen een dergelijke ontwikkeling is sterk. Meer aandacht krijgen op 't ogenblik de elektronische media. Hier en daar bespeurt men zelfs enig Massakommunikatie is voor een deel georganiseerd ais een economisch proces.(...) Die markt-economische inslag heeft t o t gevolg dat de rol van de k o m m u n i k a t o r w o r d t w e g g e p o e t s t en de ontvanger, als klant, t o t koning w o r d t uitgeroepen. Tot het uiterste doorgevoerd betekent dit dat de ontvanger beslist, w a t de k o m m u n i k a t o r tegen h e m moet zeggen. Dr. C.P. van der Haak 1 hoofd afdeling studie en documentatie NOS.

paniekgedrag omdat de vertrouwde kaders waarbinnen de Nederlandse omroepen functioneren, lijken weg te vallen. CRM-minister Gardeniers poogt in allerijl het gat in de wet te dichten, waardoor reclame-gelden en kijkers (via 'n kabelcontact met Luxemburg) dreigen weg te vloeien naar een zuivere commerciële omroep (zie VU-magazine, jan. '80), maar of het kabinet het eens wordt over haar nota, moet nog blijken. Een geheel ander communicatietijdperk zal - zo menen sommigen - aanbreken wanneer het ene land na het andere televisie-satelieten gaat lanceren. Dan is er verder de opkomst van lokale en regionale radio-omroepen (de regering denkt aan één per provincie, de regionale omroepen zelf bepleiten maar liefst 23 zenders). In het verschiet daarvan ligt weer regionale televisie. Voor wie het geld er voor over heeft ('n duurder tv-toestel) is er op 't ogenblik al de mogelijkheid om informatie op het scherm te krijgen van Tele-

Vragen: Wat w e e t een journalist van de effecten die zijn berichten t e w e e g brengen? M o e t e n journalisten, bij v o o r g e n o m e n berichtgev i n g , afvvegen w a t de effecten zullen kunnen zijn? Wat is de maatschappelijke v e r a n t w o o r d e l i j k h e i d van de pers en w i e bepaalt dat? (Cf. het algemeen belang) Tot hoever k a n / m o e t men gaan m e t onverantwoordelijk gedrag van journalisten of media t e accepteren m e t een beroep o p hun vrijheid? Mr. G.A.I. S c h u y t (voormalig secretaris NVJ)

[ Oe voorlichting van de overheid behoort naar haar aard neutraal t e zijn. De journalist kleurt. De actiegroep kleurt. De burger .heeft er een m e n i n g over. Helaas, de voorlichter kleurt vaak en onvermijdelijk mee. D. Houwaart (hoofd voorlichting Ministerie van Binnenlandse Zaken)

Bij actieve voorlichting door de centrale overheid m e t name is het uitkijken geblazen. Hoewel bij en rond de behandeling van de Wet openbaarheid van bestuur uitdrukkelijk adhesie is b e t u i g d aan de in gemeen overleg van de Cie-Van Heuven Goedhart uit 1946 overgenomen o p v a t t i n g , dat de grens van de overheidsvoorlichting is gelegd m e t het begrip Verduidelijken staat n i e t t e m i n z o w e l in de toelicht i n g van de minister-president op A a n w i j z i n g 25 - en hand in hand daarmee in de t o e l i c h t i n g op de m o del-verordening van de VNG in Blauwe reeks nr. 63, biz. 49 dat wilsbeïnvloedende voorlichting legaal zou kunnen w o r d e n bedreven als het gaat o m aanvaard beleid, alsof aanvaard beleid geen discussiabel beleid is (denk aan kiesrecht). Wellicht zal de verplichte tijdige openbaarmaking van de adviezen van de Raad van State z o w e l parlementair als journalistiek leiden t o t het brengen van discussies op hoger niveau. Dr. H. Schelhaas (hoofd voorlichting prov. Overijssel)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's

VU Magazine 1980 - pagina 451

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1980

VU-Magazine | 514 Pagina's