VU Magazine 1981 - pagina 266

GEZONDER LEVEN met BLUTENPOLLEN en wat doet het voor 'n mens?

WAT IS BLOESEMSTUIFMEEL? ledereen heeft wel eens een bij bekeken die op een bloem bezig was met het verzamelen van stuifmeel. De vakman noemt dit stuifmeel „Pollen". Een enkel pollenkorreltje is slechts een duizendste deel van een millimeter. Zij zijn de mannelijke kiemcellen van de bloesem. Bijen en andere insekten dragen bij het verzamelen onbewust de pollen van bloesem naar bloesem en zorgen zo voor de bevruchting van de vrouwelijke bloemdelen. De bijen verzamelen echter ook de pollen om daarmede hun broedsel te voeden. Door toevoeging van nectar kneden zij miljoenen mikroskopisch kleine pollenkorreltjes tot korrelige kogeltjes, die zij in het mandje van hun achterpoten naardeopslagplaats vliegen. Imkers hebben een weg gevonden om de pollenverzamelaarsters een deel van hun pollenlading af te nemen. Ongeveer een tiende van de door de bijen verzamelde pollen kan door de imker worden afgenomen zonderde bijenbevolking te schaden. Hetoogstgerei is zo gekonstrueerd, dat slechts de extra grote pollenkogeltjes afvallen waarvan er ongeveer 50 in een gram gaan. INHOUD VAN DE POLLEN Bij de volgende uitgangspunten komen wij allereerst op 2 boeken: Herold, ,,Geneeskracht uit het bijenvoik" en Alin Caillas, ,,De wonderlijke eigenschappen van pollen". Pollen bevatten alle mogelijke grondstoffen, die grote waarde vooronzestofwisseling hebben. Deze stoffen zijn noodzakelijk om ons lichaam gezond te houden en het voor gebreken te beschermen. Belangrijker echter dan de vele afzonderlijke bestanddelen, is het harmonische samenspel van de grondstoffen. Daar de bijen verschillende soorten bloesem bevliegen, kunnen pollen in kleur, vorm en samenstelling een grote verscheidenheid vertonen. De pollen bestaan uit ongeveer 25 pet. proteïne, dit is eiwit en bestaat uit aminozuren. Veelbetekenend zijn de drie meervoudig onverzadigde vetzuren t.w. 11nolzuur, linolenzuur en arachidonzuur. Verder bestaan pollen voor ongeveer 40 pet. uit koolhydraten, vitaminen, antibiotische stoffen en tenslotte uit een pas in de laatste jaren gevonden groeistof. Het is waarschijnlijk, dat de dikwijls spektakulaire uitwerkingen, die door een regelmatige

pollenkonsumptie verkregen worden, vooral van de proteïnen, de vitaminen en de aminozuren, maar ook van minerale spoorelementen afkomstig zijn. Van de laatsten worden ijzer, koper, calium, natrium, magne-

sium en calcium aangewezen. Pollen bevatten de volgende vitaminen: B I ; 82; 86; 85 en PP zijn van betekenis voor de huid, de spijsvertering en de zenuwen; 83; C en B2. Pollen bevatten echterook karotine en provitamine A, waaruit het lichaam vitamine A opbouwt. Vitamine A heeft een goede invloed op het gezichtsvermogen. In pollen zit ookvitamine H. Dit werd door de Russische geleerden Deviatrin en Joirich bewezen. Het begunstigt de groei. Zestig gram pollen kunnen de totale dagelijkse behoefte aan vitaminen dekken. Daar echter ook veel van onze levensmiddelen vitaminen bevat, is een geringere dosis ruim voldoende. Pollen bevatten ook vitamine P. Dit wordt uit de raat gewonnen en zit in boekweit en de zwarte aalbes. Vitamine P sluit de capillairen af, zodat geen ongewenst bloedverlies optreedt. Het versterkt bovendien de werkzaamheid van de hartspieren. Pollen bevatten tenslotte antibiotische stoffen. Dit hebben onderzoekingen van de Franse geleerden Chauvin en Lenormand aangetoond. Pollen hebben een goede uitwerking op de microben, bacte-

riën en fermenten in onze darmen — darmflora genoemd. De pollen zijn de politieagenten van de darm. De in pollen gevonden groeistof (groeihormoon) werd tot nu toe slechts op muizen en ratten uitgeprobeerd. Dieren die met pollen gevoederd werden, groeiden sneller dan proefdie-

ren, die aan eiwit en vitaminen gelijkwaardig voedsel hadden gekregen. De volgende uitwerkingen werden in eerder genoemde boeken aan pollen toegeschreven: * Pollen zijn proefondervindelijk goed gebleken. Herold schrijft daarover: in pollen verenigt zich alles wat de arts voor of na de operatie voorschrijft: antibiotica, vrouwelijke hormonen en middelen ter bevordering van de algemene toestand: vitaminen en aminozuren. ' De pollen spelen in de darm de rol van régulateur. Ze verstoren of onderdrukken de voor de mens schadelijke microben en helpen de goede de overhand te krijgen. * De pollenkonsumptie geeft een gevoel van welzijn. Het verbetert de dynamiek, de ondernemingsgeest, het optimisme en de konsument is minder nerveus, minder prikkelbaar, hij wordt beminnelijker, aangenamerin de omgang. * Pollen geven eetlust. Zieken, herstellenden en moedelozen kan pollen worden aanbevolen. * Pollen verbeteren de algeme-

ne toestand. Pollen werken als een versterkingsmiddel. 8ij herstellenden neemt de kracht snel toe. * De werking van Riboflavins, die de pollen bevatten, op het gezichtsvermogen, wordt niet betwijfeld en verschillende verbluffende gevallen van verbetering van het gezichtsvermogen zijn geregistreerd.

Pollen verbeteren de haargroei. Pollen hebben een goede invloed op de tiersenwerking. Door de onderzoeken van de Russische professor Deviatrin is bekend geworden, dat pollen vitamine P bevatten, dat invloed heeft op de bloedsomloop. Belangrijk: Gebruik geen pollen wanneer een verhoogde bloeddruk is gekonstateerd. Bij lage bloeddruk zijn pollen zeker aan te bevelen. Blütenpollen blijken in staat te zijn degenen die lusteloos en gespannen zijn te helpen door het lichaam nieuwe kracht te geven. Blütenpollen zijn een volledig zuiver en natuurlijk voedselsupplementen geen medicijn of geneesmiddel. HOE NEEMT MEN POLLEN IN: een volle theelepel pollen is ongeveer 4 gram. Twee theelepels pollen zijn voldoende om een verbetering van de algemene toestand te bewerkstelligen. Eenmaal per jaar zou men een pollenküur moeten doen. De gunstigste tijden hiervoor zijn in het voorjaar en in de herfst

Dosering: t e week 15 gram per dag, 's morgens nuchter innemen, 2e en 3e week 30 gram per dag, de ene helft een kwartier voor het ontbijt, de andere helft voor het avondeten. 4e week: zie eerste week. Aanvullend: iedere morgen bij het ontbijt een halve tot hele boterham met honing. De overige tijd van het jaar zijn 8 gram pollen en een halve boterham met honing voldoende.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen