GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1981 - pagina 226

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1981 - pagina 226

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

rende de lange geschiedenis van het Chinese keizerrijk dit maar acht jaar het geval is geweest: van 1887 tot 1895 was het eiland officieel een Chinese provincie. Daarvoor was het eeuwen lang een min of meer loshangend gebied. Weliswaar bestond de bevolking grotendeels uit mensen die hongersnoden en oorlogen op het vasteland waren ontvlucht, maar als dit een reden is om Taiwan als onderdeel van China te beschouwen, dan zouden de Verenigde Staten ook nu nog een deel van Groot-Britannië moeten zijn. De Portugezen waren de eerste westerlingen die het eiland op de Westerse zeekaarten zetten. Zij noemden het ilha Formosa (,,mooi eiland") waarvan de naam Formosa is afgeleid. Veel Taiwanezen geven de voorkeur aan Formosa om zo hun afkeer van de Nationalistisch Chinese autoriteiten aan te geven. In de zeventiende eeuw vestigde de Nederlands Oost-Indische Compagnie zich voor enige tijd (1624-1662) in het zuiden van Taiwan, waar in de stad Tainan nu nog de overblijfselen van het oude fort Zeelandia te vinden zijn. Verdere herinneringen aan de Nederlandse tijd komt men tegen in het rossige haar van de bewoners van enkele dorpen in de buurt van Tainan, en in het feit dat doperwten ,,de Hollandse groente" worden genoemd. De Spanjaarden bezetten in 1626 het gebied rondom de noordelijke havenstad Tamsui, maar werden daar in 1642 door de Nederlanders (in het kader van de Tachtigjarige oorlog) vandaan verdreven. De Nederlanders moesten zelf het veld ruimen toen in 1662 de Chinese kaper Koxinga het beheer over Taiwan van hen overnam. Aan Koxinga's bewind kwam ook weer een einde toen hij, in 1683, door de op het vasteland regerende Manchu's werd verdreven. Gedurende de periode 1683-1887 groeide de bevolking gestadig en ontstond er een raamwerk van lokaal bestuur, maar de keizerlijke regering oefende gedurende deze tijd nooit effectief beheer over het eiland uit. Bij voorbeeld, in het midden van de negentiende eeuw beklaagden de Franse en Britse regeringen zich bij de Chinese keizer over kapers rondom de Taiwanese kust. De keizerlijke regering verklaarde daarop dat Taiwan buiten haar verantwoordelijkheid viel. In 1895 woedde een korte oorlog tussen Japan en China, die in het voordeel van Japan werd beslecht. Bij de vrede van Shimonoseki werd door de Chinese regering de souvereiniteit over Taiwan overgedragen aan Japan. De bevolking van het eiland werd niet geraadpleegd, en was het dan ook niet

204

met het besluit eens: er werd een Republiek Taiwan uitgeroepen (de eerste zelfstandige Aziatische republiek), maar tegen de militaire overmacht van Japan konden de eilandbewoners niet op. Japan lijfde Taiwan in en vijftig jaar lang werd de Taiwanezen voorgehouden dat zij ingezetenen van Japan waren. Er werd een begin gemaakt met een moderne economische ontwikkeling. Wegen en spoorwegen werden aangelegd, en medische en educatieve voorzieningen werden snel uitgebreid. Japans was de officiële voertaal en jonge Taiwanezen werden aan universiteiten van het Japanse keizerrijk opgeleid. Het bestuur ge-

'n Taiwainees voelt zich geen Chinees (Foto: Aart Staartjes)

durende de periode 1895-1945 wordt door de meeste Taiwanezen nu als ,,streng maar rechtvaardig" beschouwd. Duidelijk onrechtvaardig was wat na 1945 kwam: de afloop van de Tweede Wereldoorlog bracht ook voor het Taiwanese volk grote veranderingen. Tijdens de Cairo conferentie van 1943 hadden Churchill en Roosevelt aan Chiang Kai-shek beloofd dat na een geallieerde overwinning Taiwan zou worden ,,teruggegeven" aan China. Evenals dat in 1895 het geval was geweest, werd naar de mening van de Taiwanese bevolking niet gevraagd. Na ,,VJ-day" in 1945 werden Chinese troepen in grote getale met Amerikaanse schepen en vliegtuigen naar Taiwan overgebracht. Aanvankelijk verwelkomden de Taiwanezen hun ,,broeders" van het vasteland, maar de vreugde was van korte duur: de Chinese troepen en overheidsfunctionarissen bleken al spoedig niet alleen corrupt, maar ook uiterst repressief te zijn. Een klein incident op 28 februari 1947 liep uit op massale Taiwanese protestdemon-

straties. De Chinese gouverneur Chen Yi hield de schijn van onderhandelingen op, maar liet intussen troepenversterkingen van het vasteland aanrukken. Binnen enkele dagen na hun aankomst werden door Chiang Kai-shek's troepen tussen de 15.000 a 20.000 Taiwanezen zonder vorm van proces geëxecuteerd. Veel van deze mensen waren leidinggevende figuren zoals dokters, advokaten, burgemeesters, en ook veel studenten. De herinnering aan het incident staat nog steeds diep gegrift in het geheugen van de Taiwanezen. Het meest complete verslag van de gebeurtenissen van februari en maart 1947 werd opgetekend in het boek ,,Formosa Betrayed" van de Amerikaanse overheidsfunctionaris George Kerr, die in 1947 was verbonden aan het Amerikaanse consulaat in Taipei. In 1949 verloor Chiang Kai-shek de Chinese burgeroorlog en vluchtte met duizenden hoge en lage civiele en militaire functionarissen naar Taiwan. Daar werd voor het eiland de staat van beleg afgekondigd, en Chiang verklaarde ,,...volgend jaar zal China worden heroverd." De staat van beleg is nog steeds van kracht (een record voor onze moderne wereld), en nu legt Chiang's zoon, Chiang Ching-kuo — die zich intussen tot president heeft laten verkiezen — regelmatig de heroveringsverklaring af. De regering in Taipei heeft altijd dankbaar gebruik gemaakt van de steun van zeer conservatieve, rechtse elementen in de Verenigde Staten. Reeds in de jaren '30 liet Chiang Kai-shek zich tot Methodist dopen, om zich zo zeker te stellen van de steun van de invloedrijke kerkelijke organisaties in de VS. Deze organisaties maakten deel uit van de ,,China lobby" die er in de jaren '40 en '50 voor zorgde dat de Chiangs op miljarden dollars Amerikaanse steun konden rekenen. Ook nu nog bezoekt de extremistische dominee Mcintyre van de Internationale Raad van Kerken (niet te verwarren met de Wereldraad van Kerken) Taiwan regelmatig om de Nationalistisch Chinezen moed in te spreken voor de vermeende heroveringspogingen. Er is sinds 1949 uiteraard veel veranderd: de regering van Mao Tsetung wordt nu algemeen erkend als ,,de" regering van China, maar de regering van de familie Chiang stelt nog steeds verwoede pogingen in het werk om als Chinese regering te worden beschouwd. De regering in Peking zou niet zo boos geworden zijn over de levering van de duikboten als Taiwan een vriendelijk-gezind buurland was geweest. Maar van 1949 tot 1971 was

VU-Magazine10(1981)6(juni)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's

VU Magazine 1981 - pagina 226

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1981

VU-Magazine | 483 Pagina's