GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 101

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 101

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

beurd. Een andere econoom, B. Goudzwaard, heeft in het boek Economie en Waarde dan ook terecht opgemerkt: ,,Een volgehouden economische groei in de westerse landen heeft (weliswaar) de potentie te leiden tot grotere kapitaaloverdrachten aan derde wereldlanden, maar vereist als proces, dat voorrang wordt gegeven aan de wenselijkheid van eigen kapitaalopbouw, en het afschermen van de eigen markt voor de zogenaamde nadelige buitenlandse concurrentie." En ten derde tioudt verdergaande economisciie groei in dat de roofbouw op het natuurliil<e milieu van mensen, dieren en planten, zoals dit in de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden, ook in de toekomst zal moeten doorgaan. Water, lucht en bodem moeten dan steeds weer worden opgeofferd, terwijl ook verschillende schaarse grondstoffen en brandstoffen in snel tempo verder moeten worden uitgeput, onder het immorele motto: Na ons de zondvloed. Hoewel een dergelijke aantasting van het natuurlijke milieu van mensen, dieren en planten in feite een vorm van kapitaalvernietiging is, wordt dit bij de berekening van de omvang van het nationale inkomen tot op heden niet als een kostenpost eraf getrokken, maar — het is niet te geloven! — geheel buiten beschouwing gelaten. Dergelijke kosten worden immers niet op de markt geregistreerd. In verband met deze gebrekkige functionering van het prijsmechanisme is het verstandig nu reeds ervan uit te gaan dat de rekening van de kosten van zuivering van het ernstig verontreinigde milieu in de toekomst ongetwijfeld nog wel aan de overheid zal worden aangeboden. En dit zou dan nog wel eens een groot beslag kunnen leggen op de financiële middelen van die overheid. Al deze overwegingen hebben ertoe geleid dat ik van mening ben dat de economische groei in de jaren kort na de Tweede Wereldoorlog ongetwijfeld een moreel aanvaardbaar middel was om de welvaartin Nederland te vergroten, maar dat deze groei in de loop van de jaren vijftig vermoedelijk reeds geleidelijk is omgeslagen in een iedereen en alles beheersend doel. Hierdoor verkreeg de economische groei in Nederland en in vele andere landen de status van: Mozes en de Profeten! Dit doel werd uiteraard vooral nagestreefd, omdat hierdoor het zeer moeilijke probleem van de herverdeling van het nationale inkomen over de verschillende bevolkingsgroepen kon worden omzeild. Bij voldoende economische groei kan men immers de wel-

vu-Magazine 12 (1983) 3 maart 1983

vaart van de een verhogen, zonder dat men hiervoor de welvaart van de ander noodzakelijkerwijs moet verminderen! Wanneer men nu deze op verdergaande economische groei gebaseerde voorstellen meent te moeten afwijzen, omdat zij de fundamentele problemen van de schaarste feitelijk niet oplossen, maar alleen verergeren en omdat zij niet in overeenstemming zijn te brengen met de menselijke verantwoordelijkheid — niet tegenover God, die de mensen deze wereld in bruikleen heeft toevertrouwd, niet tegenover de medemensen in eigen land en elders op de wereld, zowel de huidige als de toekomstige generaties, niet tegenover de levende en de dode nietmenselijke natuur — dan moet men uiteraard wel een andere weg wijzen. De pijnlijke consequenties van het afwijzen van verdergaande economische groei mogen immers niet worden afgewenteld op de economische zwakken in de samenleving, bij voorbeeld door de circa een miljoen mensen — geregistreerde en ,,verkapte" werklozen — die begin '83 in Nederland graag zinvol werk zouden willen verrichten, maar dit gewoon niet kunnen vinden, tot verder niets doen te veroordelen. Er moet inderdaad creatief worden gezocht naar nieuwe wegen om de fundamentele problemen van de schaarste op een ethisch verantwoorde wijze op te lossen. Ethiek is immers, kort gezegd, de systematische bezinning op bewust verantwoordelijk handelen, waarbij op rationele wijze rekenschap wordt gegeven en gevraagd van zowel de motieven en de leidende beginselen als van de consequenties van dit handelen.

De weg van een ethisch verantwoorde oplossing kan uiteraard niet voor elk land precies dezelfde zijn, want elk land bevindt zich immers niet in precies dezelfde omstandigheden. Dit betekent dat een rijk land, zoals bij voorbeeld Nederland, met een hoge welstand, andere wegen kan en moet bewandelen dan een zogenaamd ontwikkelingsland. Maar welke weg zou een rijk land als Nederland dan moeten inslaan? Als welvaart de verhouding vormt tussen enerzijds de menselijke behoeften en anderzijds de middelen om in deze behoeften te voorzien, dan kan

Vanuit het ethisch gezichtspunt van verantwoord menselijk handelen is herstel van de groei geen oplossing van de crisis. men langs twee verschillende wegen een hogere welvaart bereiken. Men kan de beschikbare middelen in verhouding tot de behoeften vergroten, of men kan de behoeften in verhouding tot de beschikbare middelen verminderen. Welnu, met betrekking tot de behoeften aan goederen en en diensten die door de markt kunnen worden voorzien, heeft Nederland, evenals alle andere rijke landen, tot nu toe steeds voor de eerste weg gekozen, maar Nederland zou thans een bewuste keuze kunnnen doen voor de tweede weg. Immers, alleen als men bereid is de behoeften die door de markt kunnen worden voorzien voldoende te matigen, kunnen er middelen worden vrijgemaakt voor de behoeften die niet of moeilijk door de markt kunnen worden voorzien, zoals bij voorbeeld de behoefte aan zinvolle arbeid, noodzakelijke levensbenodigdheden in de derde wereldlanden, een houdbaar natuurlijk milieu, onmisbare grondstoffen en brandstoffen voor de toekomstige generaties, enz. Een bewuste keuze voor de tweede weg betekent uiteraard wel een verandering van mentaliteit, waartoe, om te beginnen, de kerken de mensen misschien zouden kunnen inspireren en motiveren. Zie voor belangwekkende aanzetten daartoe bij voorbeeld P. Gregorios: The Human Presence, An OrtodoxView of Nature, J. Groot Wassink: Hedendaagse Franciscaanse Spiritualiteit, H. Montefiore (red.): Man and Nature, J. F. Kavanaugh: Following Christin a Consumer Society, R.

91

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 101

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's