GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1983 - pagina 238

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1983 - pagina 238

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Overigens zijn negen van de vijfentwintig kommissieleden niet akademisch gevormd, maar vier van hen legden nog wel een kandidaatsexamen af. Schril Hoe staat het met de Kamerervaring van de Haagse politici? Bijna een derde zat in 1982 korter dan twee jaar op het Binnenhof. Een evengrote groep vormen de Kamerleden die een tweede zittingsperiode meemaken. Er zijn slechts drie Kamerleden die ook al voor 1967 in de banken zaten, maar over het algemeen geldt dat Kamerleden weer langer in de banken blijven zitten dan tot voor kort. Belangwekkend is ook de beroepservaring die TweeTJe Kamerleden vóór hun politieke loopbaan opdeden. Van Helsdingen is hier wat somber over: „In totaal 21 % van alle Tweede Kamerleden heeft voor de periode dat zij als afgevaardigden werden gekozen ervaring in tiet bedrijfsleven opgedaan. Dit cijfer steekt schril af bij de aantallen verschillende functies die parlementariërs hebben gehad bij het onderwijs (30 %), centrale overheid (27%), politieke partijen (27%) en maatschappelijke organisaties (25 %). Het beeld verschuift wel zeer sterk ten nadele van het bedrijfsleven als de beroepenervaring van Tweede Kamerleden in ondernemingen met die in de kwartaire sector wordt vergeleken". En dan waren bij de afdeling ,,bedrijfsleven" ook nog twee voormalige middenstanders meegerekend. Kernenergie als verlichting Aan de hand van een motie over ekonomische politiek trachtte Van Helsdingen erachterte komen welke denkbeelden politici van de VCEZ zich vormen over ekonomisch herstel. Deze motie, uit maart 1982, beloofde indien uitgevoerd lastenverlichting op 't gebied van energie- en kapitaalkosten, belasting en versnelling van milieuprocedures. Dit verlichtingspakket zou aan zowel bestaande als aan pas beginnende bedrijven moeten worden aangeboden. De motie werd door de meeste partijen ondersteund, CPN, PPR en PSP stemden tegen. Wat verwachtten de voorstemmers van deze motie? ,,Herstel van ekonomische groei", zei de een. ,,Zowel het verbeteren van de winst in bedrijven als de werkgelegenheid" zeiden anderen. Waaraan dachten de kommissieleden bij ,,lastenverlichting in de energiekosten", de eerste in de motie beloofde zonnestraal achter de verduisterde horizont van Neerlands zuchtend en

204

krimpend bedrijfsleven? Aan tariefverlaging, zeiden ogenblikkelijk 23 van de 25 ekonomische specialisten van de Tweede Kamer. Twee leden waren tegen, die vonden 't niet eerlijk voor de,.gewone" mensen, die immers wél het volle pond betalen. Overigens dachten voorstanders veelal aan een slechts tijdelijke maatregel. Die tariefsverlaging moest trouwens niet voor alle bedrijven, maar alleen voor de heel grote gaan gelden, vonden de voorstanders. Alle ekonomische fraktiespecialisten waren het eens over energiebesparende maatregelen in het bedrijfsleven. Zo noemden vijf kommissieleden spontaan kernenergie als veelbelovend op dit gebied. Dereguleringslente Velen dachten aan subsidiemogelijkheden voor het tjedrijfsleven. Maar veel parlementariërs fronsen de wenkbrauwen als zij het woord „subsidie" horen. ,,Wat we langzamerhand gekregen hebben, is een gigantische mengeling van subsidies" zei een kommissielid, ,,voor één en hetzelfde projekt moet je verschillende instanties aflopen om voor subsidies in aan-

merking te komen. Dat bevordert het gebruik van subsidies niet Daar komt nog bij dat de subsidies te veel achter elkaar aan lopen. Dat je eerst de ene subsidie binnen moet hebben en dan pas voor de volgende in aanmerking komt en kan toekomen. Dit moet vereenvoudigen!" Ook een andere fraktiedeskundige moet de dereguleringslente in z'n hoofd hebben gehad, toen hij de onderzoeker zei: ,,Elke keer wordt er weer een hokje aangeplakt. Op een gegeven moment komt men zowel in het bedrijfsleven als ook bij de ambtenaren die het verder moet uitvoeren er niet goed meer uit. Het moet over zoveel schijven lopen. Dit is gigantisch ingewikkeld, waardoor procedures moeizaam gaan verlopen, irritaties ontstaan vanuit het bedrijfsleven naar de ambtenaren toe. Het is goed dat daar nu eens naar gekeken wordt Allen is het bedroevend dat dit tot nu toe veel te weinig is gebeurd.'' Een door Van Helsdingen ondervraagde politikus meende dat in Nederland verhoudingsgewijs meer op het parlementaire bord terecht komt. „Ikheb de indruk dat in het buitenland meer onder tafel wordt doorgeschoven in verhoudingmet Nederland. "

vu-Magazine 12 (1983) 6 juni 1983

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's

VU Magazine 1983 - pagina 238

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1983

VU-Magazine | 520 Pagina's