GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 326

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 326

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

i n e e n " , schreef een enthousiaste kritikus destijds, " e n laat de gehele v^ereld op deze eilanden ten onder g a a n " —, daar is ten slotte ook het g o d s d i e n s t i g besloten, o r t h o d o x e milieu van herkomst, waar het geloof eerder t e n d e e r d e naar een zalig zeker weten dan n a a r g e r e d e religieuze twijfel. De w a t e r s n o o d van de eerste februari van 1953, die Zuiderent als j o n g e n van acht intens d o o r l e e f d e in zijn g e b o o r t e p l a a t s 's Gravendeel, fungeert daarbij in veel van zijn g e d i c h t e n als breekpunt: het einde van een o n b e z o r g d e j e u g d en van de andere o n w a n k e l baar g e d a c h t e z e k e r h e d e n ; het begin van de twijfel ook, en van de a a n d r a n g om h e t d u b b e l e i s o l e m e n t t e d o o r b r e k e n dat de eilanden g e o g r a f i s c h en geestelijk betekenen. Na de ramp zal het nooit meer zijn als v o o r d i e n . Als hij MOOX studie naar A m s t e r d a m vertrekt, i s d e w e g terug definitief a f g e s n e d e n . Met name in zijn derde b u n d e l (Geheugen voor landschap, 1979} toont Z u i d e r e n t de o n z e k e r h e i d en betrekkelijke o n t r e d d e r i n g die het gevolg is. Maar: "Wat blijft is landschap"In deze en latere g e d i c h t e n fietst hij d a a r o m d o o r het l a n d s c h a p — n i e t z e l d e n dat van zijn j e u g d — op zoek naar wat verloren g i n g , naar 'de werkelijkheid ach ter de p l a a t s n a m e n ' en uiteindelijk naar een nieuw evenwicht. Want — a p r o p o s — er w o r d t in Z u i d e r e n t s poëzie heel wat afgefietst, evenw i c h t s o e f e n i n g bij uitstek. Terug ging ik vanmorgen en alleen. Daar zocht ik woorden voor: de Houtmankade, de stilte rond stapels blanke planken en rijen schepen voor de binnenvaart. Ik kende dit, wat had ik hier te zoeken? De weg hield op, op zondag vaart geen pont. Geuren van stadsrand, wind om in te blijven, alsof de toekomst al verleden was. fv^ijn droom houdt stand, zoals het pakhuis datgrootvan jaren naast het water staat. Een woord wordt beeld, een tochtje weer emotie. Zo kom ik nergens aan. Dus fietste ik terug. ( ' N a a r d e e e n z a a m h e i d ' , uit Geheugen voor landschap, ^979).

Staatsprijzen

tB ^

AdZuiderent, zelf vorig jaarbekroond met de Jan Campertprijs, maakte als deskundige, met name op het terrein van de poëzie, deel uit van de jury die voor volgend jaar de voordracht voor de PC Hooftprijs had moeten verzorgen, f^aaktè. Want de voltallige jury trad recentelijk af uit protest tegen de minister van WVC die op geruchtmakende wijze dit jaar weigerde de voor deze belangrijke staatsprijs unaniem voorgedragen Hugo Brandt Corstius de onderscheiding toe te kennen. "Voor mij was dat een principekwestie. Ik wist dat in het reglement een zin voorkomtdiede mogelijkheid openhoudt dat een minister zich een zekere vrijheid van handelen voorbehoudt. Maar ik had begrepen dat hij die vrijheid pas zou gebruiken wanneer een

,.a*.

264

**

M--* ^eeld bij de naam " W a t ik f a s c i n e r e n d vind is niet zozeer het l a n d s c h a p zelf, als wel de mogelijkheid om het beeld van een landschap op te r o e p e n , alleen maar door het noemen van een naam. Dat heeft yoor mij iets heel e m o t i o n e r e n d s . Dat dat kan. Dat je zo dat hele beeld als het ware kunt v a s t l e g g e n . O n t r o e r e n d vind ik dat. Ik herken dit ook wel bij a n d e r e schrijvers — Nescio, Krol. Het zal wel iets te maken hebben met een d r a n g tot reizen. Ik had v r o e g e r t i j d e n s vakanties de neiging om de b r o m m e r van mijn broer te p a k k e n en zoveel mogelijk op één dag te zien — plaatjes die namen waren — om te k u n n e n c o n s t a t e r e n : oh, zó ziet de wereld er hier uit. Het beeld bij de naam d u s . " Wellicht heeft er ook mee te maken dat de namen van plaatsen en rivieren op en rond Z u i d e r e n t s g e b o o r t e streek namen d r a g e n die sterk tot de verbeelding spreken, een zekere d u b b e l z i n n i g h e i d hebben en d a a r d o o r als het ware u i t n o d i g e n tot poëtisch gebruik: Mijnsheerenland, Dordtse Kil, Hollands Diep, Kijfhoek, Cromstrijen, Volkerak, Oude en Nieuwe Jonge, Biesbos, Hellegatsplaat, Beierland, Heinenoord. " T j a , d e s t r e e k tussen Ouddorpen Nieuwerkerk — op zichzelf ook al betekenisvolle namen — zit er vol mee. Dat kwam natuurlijk mooi uit. Ik heb er in mijn d e b u u t bundel d a n k b a a r gebruik van g e m a a k t . " " D a t van die w a t e r s n o o d klinkt natuurlijk heel pathetisch. Maar het is wel zo. G e b e u r t er eens wat, heb je 't ook nog meegemaakt. De w a t e r s n o o d associeer ik met het gevoel van een breuk, al heb ik dat vroeger n i e t z o beseft. Ik heb een heel h a r m o n i s c h e j e u g d g e h a d en me pas later gerealiseerd dat ik, d o o r d a t ik in een b e s c h e r m de, gesloten wereld leefde, aanvankelijk ook niet zoveel o n t s n a p p i n g s d r a n g h a d . " Wat het t h e m a van de j e u g d betreft: het w o o r d 'terug' komt opvallend vaak voor in Z u i d e r e n t s g e d i c h t e n . Het hiervoor g e c i t e e r d e g e d i c h t 'Naar de e e n z a a m heid' begint en eindigt ermee en zelfs in zijn j o n g s t e bundel, Natuurlijk evenwicht, is 't b e g i n w o o r d van een vers, 'Besluit' getiteld, dat in deze b u n d e l een

jury al ruziënd de kameruitvloog. Dat nu was niet het geval. De jury deed een unaniem voorstel. Ik vind dat een minister daar dan geen mening meer over behoort te hebben. Bij een prijs voor poëzie kun je je misschien wat minder gauw dit soort problemen voorstellen. Maar ik denk toch dat, wanneer deze minister —of een andere, dat is mij om het even — een dichterals Lucebert echt serieus zou nemen, hij met hetzelfde soort bezwaren op de proppen zou kunnen komen. Dan is het hek toch van de dam! Punt is dat de taal van een polemist — en dat is Brandt Corstius — dichter ligt bij de alledaagse taal dan die van de poëzie. Maar in feite is dat een gradueel verschil. Er zijn toch eerder schrijvers voorgedragen voor deze prijs die ook niet doorgans het volk als 'positief ingestelde wereldverbeteraars' werden beschouwd; denk aan Hermans en Reve. De weigering van Brinkman om

Brandt Corstius te bekronen is net zo mal als wanneer de minister een cartoonist een dergelijke prijs zou weigeren. Dat is óók een chargerend genre, net als de meeste genres die Brandt Corstius beoefent. Maar nogmaals: mijn beslissing had niet zozeer te maken met dit concrete geval als wel met het principe dat hier aan de orde is. Ik weet niet of dit het eind betekent van het verschijnsel staatsprijs. Ik ben benieuwd hoe 't afloopt. Aan de ene kant zou ik hethelemaal nietzo slechtvinden als hierdoor gestimuleerd werd dat er eens een écht grote prijs komt, bij voorbeeld bijeengebracht doorde gezamenlijke uitgevers. Sponsoring the arts; welja, waarom niet? Aan de andere kant kleeft daaraan het risico dat zoiets al snel ontaardt in een jaarlijks terugkerend circus, zoals nu in Engeland het geval is met de Bookerprize, doorallepubliciteiteromheen. :

VU-magazine, 14e jaargang rir 7,juli/augu.s

AD ZUIDERENT

niet kunnen uiten bij v o o r b e e l d . Een zoeken naar mogelijkheden om v o o r u i t t e k o m e n , om te bloeien. Bij 'Naar de e e n z a a m h e i d ' is de ambivalentie die jij noemt wel a a n w e z i g . 'Een woord wordt beeld, een tochtje weer emotie '. Ja, daarin liggen toch veel meer d e b e e l d e n van vroeger verankerd. En ook de d u b b e l zinnigheid van de zin: 'Zo kom ik nergens aan'; dat slaat zowel o p a a n k o m e n in de zin van 'arriveren' als op 'aanraken', ' b e t a s t e n ' . Dat zijn niet alleen d u b b e l zinnige w o o r d e n . Nee, ze slaan terug op d u b b e l z i n n i gegevóelens."

Zeicerheid en drcxKite

sleutelgedicht is ("Terug ben ik bij vroeger, bij de boom"). Niettemin ligt in dat ' t e r u g ' steeds een wereld van d u b b e l z i n n i g h e i d en tegenstrijdige gevoelens besloten. Terug verwijst meestal — en dan ook vaak niet z o n d e r nostalgie — naar de j o n g e n s j a r e n , w a a r m e e echter onlosmakelijk het complete beeld v e r b o n d e n is van het gesloten universum. En daarin kan en w i l d e dichter niet t e r u g k e r e n . In het gesprek met Tom van Deel uit '79 relativeert Zuiderent die nostalgische verlangens, waar hij zegt: ,.Achteraf denk ik dat ik mijn verleden van me afschreef, de d w a n g van d o g m a ' s , de sociale controle die het d o r p s - g o d s d i e n s t i g e met zich meebracht, en daarmee de s c h i j n h e i l i g h e i d . " Vanwaar dan dat verlangen? Een dichterlijke paradox? Z u i d e r e n t n u : " D a t w o o r d j e ' t e r u g ' komt steeds minder vaak in mijn g e d i c h t e n voor. Maar het hééft een ontegenzeglijk grote rol gespeeld, zéker in Geheugen voor landschap. Maar in mijn laatste b u n d e l , Natuurlijk evenwicht, is de aandacht t o c h wel sterk verschoven. Het gedicht 'Besluit', dat jij zoeven noemde, ademt t o c h wel een heel andere sfeer dan 'Naar de e e n z a a m h e i d ' . " Terug ben ik bij vroeger, bij de boom: de rhododendron bloeit; straks ben ik jarig. Vanmiddag lag ik te lezen in de zon, nu sproei ik rode bloemen, zwarte aarde. Elk voorjaar brengt een sterker evenwicht: geen woord hoeft straks de tijden meer te doden. Al zesendertig winters vries ik dicht; ik moest de knoppen maar eens na gaan lopen. ('Besluit' u\\ Natuurlijk evenwicht, 1984) " D i t is geen nostalgie meer, in de zin van: een t e r u g verlangen naar vroeger; eerder een stapje t e r u g d o e n om vérder te g a a n : de k n o p p e n nalopen om te kijken hoe de bloei eruit zal zien. Met de r h o d o d e n d r o n heb ik overigens een speciale band omdat die altijd bloeit als ik jarig ben. Al met al is dit juist een g e d i c h t dat eigenlijk zeer ' t o e k o m s t g e richt is'. Een v e r z e t t e g e n het 'dichtslaan', zoals het je

VU-magazine. Uejaargangnr. 7.juli/augustus 1985

o p de vraag naar de rol in Z u i d e r e n t s poëzie van 'het geloof uit zijn j e u g d ' blijft het lange tijd stil. Hij praat er kennelijk niet graag over, b e s c h o u w t het o n d e r w e r p min of meer als a f g e d a a n . Z u i d e r e n t zucht, terwijl de o v e r b u u r m a n , recht tegenover de met b o e k e n volg e s t o u w d e s t u d e e r k a m e r waar het gesprek plaatsvindt, over de b a l c o n r a n d in het zonlicht l e u n e n d , interviewer en geïnterviewde nauwlettend in het o o g houdt. Aanleiding tot de vraag is, o n d e r meer, het g e d i c h t 'Na de w a t e r s n o o d ' uit Geheugen voor landschap: Nadien, met angst voor water op de fiets naar zwemmen,/ dacht ik: — Het einde komt. Waarvan dan? Van mijn jeugd?/ De polder buiten 's Gravendeel bleef wijd en zout. Er brak geen dijk — die werden opgehoogd —, / maar mee naar Amsterdam verschoof het wereldbeeld:/ — Met een kwart eeuw soms, of met dertig? Wat heet oud? Nu ben ik drieëndertig (Christus ging toen dood/ en had zijn zegje al gezegd). Wie staat model/ voor wat ik maken moet van wie ik worden zal? Ik ben opzoek naar iemand die het land/ van voor het water kent, een Nestor die vertelt/ hoe goed het was. en hoe nog wat te maken. Iemand die in de ruimte praten kan/ zonderde noodzaak van een luisteraar, verouderd/ maar in woorden tijd metland verbindt. Een man die toont dat leeftijd niet meer telt/ voor wie het landschap onder water heeft gezien, / iemand met angst voor zekerheid en droogte. Zuiderent, nogmaals diep z u c h t e n d : "Ik had 't er met op aan willen sturen, maar je komt er t o c h vanzelf op terecht. Allereerst dit: het calvinistische milieu waaruit ik kom, speelt een erg grote rol in de o m g a n g met taal. Als je je de w a a r d e realiseert die men daar aan teksten toekent, maar ook aan de m o g e l i j k h e d e n tot uitleg die zelfs de ogenschijnlijk meest simpele zinnen h e b b e n ' Men is in die kringen geweldig gespitst op het feit dat er in taal o n t z e t t e n d veel g e f o r m u l e e r d kan w o r d e n , dat voor menigeen een heel a n d e r e betekenis heeft. Ik herinner mij discussies over de vraag in hoeverre de bijbel ' g e ï n s p i r e e r d ' is: in hoeverre iemand gew o o n g e n o t e e r d heeft wat hem werd ingegeven. Die gedachte heeft ongetwijfeld in mijn herinnering als dichter een rol g e s p e e l d . Zéker in de b e g i n p e r i o d e ,

265

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 326

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's