GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1985 - pagina 282

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1985 - pagina 282

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

groeide. Een Duitsland dat 't nog extra gemakkelijk werd gemaakt om met succes een verdeel-en-heerstactiek te voeren, doordat de Oslolanden er niet toe kwamen om zich, voor wat betreft de handelspolitiek, tegenover de Duitsers gemeenschappelijk en eenduidig op te stellen. Nederland was het eerste 'Osloland' dat meende profijt te zien in een handelsovereenkomst met Duitsland. Dat verdrag werd — overigens tegen de zin van de toenmalige Nederlandse minister van Financiën — in mei '33 aangegaan. Nieuw realisme Hoezeer de gemeenschappelijke belangen op economisch gebied de samenwerking tussen de Oslolanden aanvankelijk ook bepaalden, na 1935 en '36 verschuift het accent meer naar politiek terrein. Aanleiding in die jaren is de inval van Italië in Ethiopië en de remilitarisering van het Duitse Rijnland. Er komen dan zelfs enkele bilaterale contacten op militair niveau tot stand. Van de unieke gelegenheid die toen bestond om de banden ook in politiek en militair opzicht nauwer aan te trekken, werd echter geen gebruik gemaakt. Een gemiste kans wellicht, al benadrukt Van Roon dat het politieke accent in de daaropvolgende jaren uiteindelijk tot verzwakking en isolatie van de Oslolanden heeft geleid. De reden daarvan moet dan gezocht worden in het feit dat de Scandinavische landen, toen 't er op aankwam, liever terugkeerden tot de neutraliteit die de meeste Oslolanden ook tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden betracht, terwijl Nederland en België aanvankelijk veeleer sympathiseerden met de 'Groep van Acht' van de Ontwapeningsconferentie. Ook het gezamenlijke politieke streven liep zo vast in het zand. Hoezeer sociaal-democraten in de aangesloten landen ook aandrongen op een duidelijker en actievere opstelling jegens het perfide Derde Rijk, de meeste Oslolanden beriepen zich op een zogenaamde politiek van 'nieuw realisme' en kozen angstvallig voor een 'neutrale' opstelling toen ze met het conflict tussen Duitsland en Tsjechoslowakije werden geconfronteerd. Men was zich, aldus Van Roon, nauwelijks bewust van de toch aanzienlijke, potentiële economische macht van het samenwerkingsverband die men tegenover het in feite economisch afhankelijke Duitsland in stelling had kunnen brengen. Wel beraadde men zich, na de ontmanteling van Tsjechoslowakije in 1938, nog op sa-

236

menwerking in geval van oorlog. Men legde echter liever toch de nadruk op 'verzoening en vrede', daarmee de zo noodzakelijke waakzaamheid jegens de Duitsers in feite ondermijnend. Bovendien werd met die gezamenlijk acties voor de vrede veel te lang gewacht. Pas toen het al te laat was deed Koning Leopold zijn vredesoproep; de kalender gaf 23 augustus 1939 aan... 't Was in aanvang allemaal zo goed bedoeld. En 't had zo mooi kunnen zijn. Maar helaas... Aan hoe 't verder afliep, zijn we de afgelopen maanden via de media uitvoerig herinnerd. Toch had 't dus allemaal ook anders kunnen lopen, aldus Van Roon, getuige de slotregels in het laatste hoofdstuk van zijn boek; 'Na een periode waarin zowel in de Verenigde Staten ais in de Osioianden naar een vredesconferentie was uitgezien, waren Zweden en Finiand in juni 1940 de enige Osioianden, die nog niet een prooi van de Duitse agressie waren geworden. De vraag of dit ook voorde Osiogroep ais geheei hadl<unnen geiden, zouden wij niet direct ontl<ennend wiilen beantwoorden, indien de Osioianden hun saamhorigheidsgevoel, zoals dat in de jaren 19351937 had bestaan, hadden weten te continueren en met steun van de Verenigde Staten en Engeland hun samenwerl<ing en zelfstandigheid weten

u/Y te breiden en uit te bouwen in plaats van zich steeds meer aan te passen aan de wensen en eisen van het Derde Rijk, dan zou dit Hitler misschien van een verovering hebben kunnen afhouden." Van Roon heeft met zijn studie een leemte gevuld. De geschiedenis van de kleine Europese landen in crisistijd was — voorzover ze niet het pad van een grote mogendheid kruisten — nog niet eerder geschreven. Het heeft nu dan eindelijk een uiterst gedetailleerd en grondig gedocumenteerd standaardwerk opgeleverd. Een boek bovendien met niet uitsluitend historische waarde, zoals de oud-bewindsman van Buitenlandse Zaken, C. A. van der Klaauw in een aanbevelend 'ten geleide' schrijft; "In de vaak verwarring scheppende periode waarin wij leven en waarin de democratieën van Europa zoeken naar hun waarden en de rol die zij hebben te spelen, Is het van het grootste nut om de periode der Oslostaten — hun samenwerking, successen en mislukkingen — te bestuderen. Er is veel lering uitte trekken." Er is na lezing van het boek geen enkele reden om de woorden van deze ex-minister in twijfel te trekken. (GJP) Ger van Roon: Kleine landen in crisistijd: Van Oslostaten tot Benelux, 19301940. Uitg.: Elsevier.

Ingezonden Zuid-Afrika en de oliel<raan Reeds vele jaren zijn mijn man en ik geabonneerd op het VU-magazine in het vertrouwen dat wij, door het lezen van dit blad, goed geïnformeerd werden en bij konden blijven op ,,het gevarieerde en interessante gebied dat zich uitstrekt tussen wetenschap en samenleving", zoals in een advertentiein hetblad wordtvermeld. Helaas is thans dit vertrouwen beschaamd. In het maartnummer 1985 staat een artikel van de heer Ben van Kaam waaronjuistheden instaan. Mijn man en ik waren in februari-maart jl. in Zuid-Afrika en hebben van noordoost tot zuid-west door het land gereden, een afstand van ruim 8.000 kilometer vice versa. Wij hebben geen enkele maatregel om het benzinegebruik te beperken opgemerkt, noch een snelheidsbeperking. De auto waarmee wij reden gebruikte 1 liter benzine op 4y2 kilometer, hetgeen betekende dat wij vele malen moesten tanken. De benzinestations zijn mini-

maal 12 uur per dag open, vele zelfs dag en nacht, om van distributiebonnen maar niet te spreken. De stemming in het land is niet onzeker en nerveus, zoals de heer Van Kaam schrijft. In de winkels en banken werken zowel blanke, gekleurde en zwarte mensen en het publiek is gemengd. De mensen zijn vriendelijk tegen elkaar. Ik kan slechts enkele onwaarheden vaststellen, maar hoeveel onjuistheden staan er in het artikel en in andere artikelen van zijn hand? Van een redacteur van het VU-magazine mag toch wel verwacht worden dat hij zich laat informeren omtrent de zaken waar hij over schrijft. Het blijkt dat ,,je er inderdaad geweest moet zijn" om een indruk te krijgen van de problemen waar de bevolking van Zuid-Afrika voorstaat. Santpoort F. Lok-Hofstede

vu-Magazine 14(1984) 6 juni 1985

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's

VU Magazine 1985 - pagina 282

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1985

VU-Magazine | 530 Pagina's