GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 386

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 386

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Terwijl sommige insekten zich zo opvallend mogelijk uitdossen om roofvijanden af te schrikken, zoeken andere insektensoorten hun verweer juist in een zo onopvallend mogelijk uiterlijk. Camouflage blijft een doeltreffende manier om te onstnappen aan insektenetende rovers. Zo vertoont de mierenleeuw (links) de structuur en de kleurschakering van de zanderige bodem waarop hij leeft, evenals de dennensnuittor (onder) die de schors van naaldbomen bewoont De wants (rechts), met zijn kleurpatroon van ontluikend groen valt al evenmin op tussen het gebladerte

werken in deze werkgroep biologen die zich in de plantenwereld gespecialiseerd hebben samen met biologen die hun aandacht op dieren richten. En ook dat is bijzonder, omdat die twee groepen elkaar voorheen zelden ontmoetten. Uniek, zeker binnen de biologie, is ook de thematiek die wij bij ons onderzoek hanteren. Onder dierkundigen en dus ook onder entomologen was het lange tijd gebruikelijk om de aandacht op één afzonderlijk beestje te richten. Men was vooral systematisch bezig: het zo volledig mogelijk in kaart brengen van een bepaalde diersoort. Ik wil niet zeggen dat dat een onbelangrijk werk is — er is nog zoveel onbekend op het gebied van de insekten — maar 't kan ook ontaarden in een zich blindstaren, waarvan het nut niet iedereen altijd even duidelijk voor ogen staat. Wij hebben in deze werkgroep nu onze draai gevonden in de 'oecotoxicologie' en daarin gaat het om de grotere verbanden. We denken, dat we daarmee goed werk doen. In ons geval betreft dat de samenhang tussen verontreiniging van bodem, lucht en water en het voorkomen en verdwijnen van planten en dieren. Vandaar dan ook het thema van het congres, want als voorzitter van een organisatie-comité heb je natuurlijk wel een behoorlijke vinger in de pap. Vanzelfsprekend heb je onder entomologen altijd discussies over de vraag of insekten van oorsprong land- of waterdieren zijn, en waarom ze, ondanks alle succes elders, nooit in staat zijn geweest massaal de zeekusten te bevolken. Maar persoonlijk vind ik dat niet de meest interessante kwesties. Belangwekkender vind ik het om je als entomoloog bezig te houden met de vraag welke mogelijkheden insekten hebben om zich te verweren tegen extreme omstandigheden en allerlei beroerdigheid die wij ze aandoen." Die ecotoxicologie (oecotoxicologie is de meer oorspronke340

lijke schrijfwijze) levert een betrekkelijk nieuwe bijdrage aan het onderzoek naar de invloed van toxische (giftige) stoffen op het milieu. 'Gewone' toxicologen, meestal scheikundigen van origine, houden zich daarmee ook bezig, maar dan vanuit een wat meer beperkte optiek: het effect van één bepaalde stof op één bepaald proefdier, in een laboratoriumsituatie bij voorbeeld. De ecotoxicologie kijkt vooral naar de bredere verbanden, neemt het gehele systeem en de complexe wisselwerking tussen de stoffen onderling en de directe en indirecte effecten daarvan op plant en dier in ogenschouw. Mede om die reden ligt ecotoxicologie momenteel goed in de markt. Mevrouw Joosse: "Het maatschappelijk belang van deze tak van de biologie springt natuurlijk wel in het oog. Wij vragen ons dan ook heel duidelijk af wat wij, met ons fundamentele onderzoek, kunnen bijdragen aan het oplossen van urgente maatschappelijke problemen op het terrein van het milieu. Ik wil niet verhelen dat daarin bij ons ook redenen van lijfsbehoud hebben meegespeeld; ook wij proberen natuurlijk aan het snoeimes van de bezuinigingen te ontkomen." et maatschappelijk belang van ecotoxicologie wordt nog eens onderstreept door de uitkomsten van een onderzoek die de werkgroep zeer recentelijk wereldkundig maakte. Uit dit onderzoek, onder leiding van Nico van Straalen uitgevoerd door de studenten Carl Denneman en Michiel Kraak, blijkt dat de achteruitgang van dennenbossen als gevolg van zure regen en andere verontreinigingen, al in een zeer vroeg stadium kan worden vastgesteld, wanneer bodemonderzoek in de diagnose wordt betrokken. Nog vóór de aantasting van het bos aan de bomen zichtbaar wordt, hebben zich al ingrijpende veranderingen in de bo-

H

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 386

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's