GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 211

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 211

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

wijzen. Marie Anna van Herwerden werd pas op haar drieënvijftigste lector in de biologie. "Om als vrouvu te gaan studeren moetje de huid van een olifant hebben", zei Catharina van Tusschenbroek, een van de eerste vrouwelijke academici die afkomstig was uit een arbeidersgezin. Marie Anna van Herwerden beaamde het.

T

Prof. Johanna Westerdijk (rechts) in haar laboratorium

broer in Oxford zijn graad haalde met hem mee en nam deel aan de wetenschappelijke discussies van hem en zijn studievrienden. Haar vroege dood voorkwam dat zij en Balfour trouwden, maar ook in latere jaren had Balfour in zijn kring, die gekscherend 'the souls' werd genoemd, vaak vrouwen om zich heen die zijn waarachtig niet eenvoudige filosofische werken konden lezen en becommentariëren. De universiteit hadden zij echter slechts bezocht om hun broers weg te brengen.

A

lice Corthorn, die aan het begin van dit artikel genoemd werd, kwam uit minder verlichte kringen. Haar stiefdochter schrijft in het boek dat ze gedeeltelijk aan haar wijdde, hoe Alice als jong meisje uit het raam keek en haar vader aan zag komen. Ze bad God dat hij voor een keer niet dronken zou zijn. Hij was wél dronken en ze verloor haar geloof. De familie was niet rijk, maar te veel 'van stand' om haar dochters in de fabriek te laten werken. Alice ging een jaar op school in het buitenland, zoals dat in bourgeoiskringen gebruikelijk was. Daar kwam ze in contact met 'hogere cultuur', maar de eerste indrukken vonden geen vervolg toen zij thuis kwam. De financiële omstandigheden waarin de familie verkeerde, maakte het noodzakelijk dat zij op haar zeventiende in haar eigen onderhoud ging voorzien, maar omdat werken buitenshuis als oneerbaar voor een jongmeisje werd beschouwd, werd ze bij een familie ondergebracht als gouvernante. Het beviel haar niet en toen de verlossing van dit werk niet kwam in de vorm van een man met wie ze kon trouwen, besloot ze zich van haar familie af te keren en zich in Londen te vestigen. Ze hield zich zelf in le-

VU-MAGAZINE — MEI 1986

ven met het geven van lessen en studeerde ondertussen voor het behalen van het toelatingsexamen van de universiteit. Daarvoor rnoest ze het hele middelbaar onderwijs inhalen. Op haar dertigste was het zo ver en ze besloot medicijnen te gaan studeren. Haar studie verliep voorspoedig en zij hield van haar werk, maar maatschappelijk werd het haar ook na haar studententijd niet gemakkelijk gemaakt. Omdat ze in Engeland moeilijk goed werk kon vinden, vertrok ze naar India waar ze een post kreeg aangeboden in een zeer afgelegen gebied. Ondanks het feit dat ze een succesvol vaccinatieprogramma voor haar district realiseerde, werd haar promotie geweigerd. Het is het verhaal van een vrouw, die voor alles wat zij bereikte hard moest knokken en veel weerstand ondervond in haar leven. Minder schrijnend, maar ook niet benijdenswaardig was "de positie van een van de eerste Nederlandse academicae. Marie Anna van Herwerden (1874-1934). Zij was een veelbelovend student medicijnen. Ze specialiseerde zich en kreeg meteen na haar opleiding werk aangeboden in een wetenschappelijk instituut. De baan die ze kreeg was echter niet erg belangrijk in de academische hiërarchie. Ze moest toezicht houden op een laboratorium waar studenten practicum deden. Daarnaast gaf ze onbetaald les in celbiologie en werkte ze aan haar eigen onderzoek. Ze bouwde in de loop der jaren een netwerk van wetenschappelijke contacten op, werd algemeen erkend als een wetenschapper van betekenis, maar toen de hoogleraar die zij jarenlang min of meer vervangen had, gepensioneerd werd, besloot een benoemingscommissie haar te passeren en een man als opvolger aan te

och hadden beide vrouwen dit lot geambieerd en vonden ze het belangrijk dat andere vrouwen hun voorbeeld zouden volgen. Catharina van Tusschenbroek gaf dit ideaal gestalte door haar financiële nalatenschap onder te brengen in een naar haar genoemd fonds waaruit onvermogende studentes beurzen kunnen ontvangen. Niet iedere vrouw verging het zoals Alice Corthorn en Marie Anna van Herwerden. Er waren er die meer sociale vaardigheden hadden en het mannen onmogelijk maakten haar te passeren. Johanna Westerdijfi (1883-1961) werd de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Ook haar weg ging niet altijd over rozen. Tijdens haar studie werd zij gedwarsboomd, bij voorbeeld door haar hoogleraar Hugo de Vries. Deze hooggeleerde heer vond het niet juist dat er op zijn laboratorium vrouwen zouden afstuderen. Hij infecteerde de cultures die ze nodig had voor haar afstuderen, maar hij werd betrapt en heeft zich verder loyaal opgesteld. Hij schreef zelfs enkele jaren later een aanbeveling die haar een baan als directrice van een laboratorium bezorgde. Meteen na haar studie biologie kreeg Johanna Westerdijk een, voor een pasafgestudeerde ongebruikelijk hoge, post aangeboden. Ze wist haar werk met succes te verrichten en reeds tien jaar na het voltooien van haar proefschrift, in 1917, werd zij benoemd tot hoogleraar in Utrecht. De vreugde werd enigszins getemperd door het feit dat dit een post was die zo slecht betaald werd dat men er geen man voor kon krijgen. Mannen bleven liever in het goedbetalende middelbaar onderwijs werkzaam dan dit soort buitengewoon hoogleraarschappen te accepteren. Na het terugtreden van mevrouw Westerdijk werd op dezelfde post een man benoemd. Onmiddellijk werd toen ook het salaris op jaarbasis met duizend gulden verhoogd. Voor Johanna Westerdijk moet dit allemaal van ondergeschikt belang zijn geweest. Zij kon in haar functie van hoogleraar andere vrouwen tot voorbeeld zijn en hen stimuleren om zich op wetenschappelijk terrein waar te maken. In de vijfendertig jaar van haar hoogleraarschap begeleidde ze niet minder dan zesenvijftig promoties, onder wie vele van vrouwelijke promovendi. Talentvolle studentes van wie zij merkte dat ze te veel in beslag genomen werden door huishoudelijke werkzaamheden moedigde zij aan om zich te verzetten tegen de hen opgedrongen positie.

193

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 211

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's