GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 376

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 376

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

Het woordje wij Wat betekent het woordje 'wij? Dat lijkt nogal eenvoudig. "Wij zijn gister naar de schouwburg geweest". "Wij leven in een mondiale samenleving". Maar: wie zijn wij? Wij zijn "allemaal samen" - zo te zien. "Wij" is het woord van oecumene. Moeten we daar niet allemaal voor zijn? "Wijvan-de-oecumene"? en "wij" van "voor-de-vrede"? Ik zou niet op deze ogenschijnlijk spitsvondige vraag gekomen zijn - na het schrijven over de oecumenische vredesweek in het vorige VU-Magazine - als ik niet bij het doorbladeren van een boek van luan Illich een hoofdstuk was tegengekomen met de titel De oecumenische ver-Wij-ing. In de westerse wereld - de wereld van de indogermaanse talen - is er met het woordje "wij" iets speciaals aan de hand. Het kan namelijk bijzonder verwarrend zijn, zoals ieder van ons zich herinnert, en als "wij" wel eens goed nadenken, heel vaak, te hebben meegemaakt. Dat komt omdat, zoals Illich zegt, het "wij" van de Europese wereldtalen arm aan betekenis is. Dat kan tot pijnlijke situaties leiden. Het is niet moeilijk een onschuldig voorbeeld te noemen. "In gezelschap van de heer en mevrouw Muller ontmoette ik op de hoek van een straat de Meiers. Meier zei opeens: "Wij zijn vanavond toch uitgenodigd bij Schlosser!" Zijn woorden wekten bij mij het vervelende gevoel dat ik een uitnodiging totaal had vergeten. Wie was er nu uitgenodigd: alleen de Meiers? Of de drie mannen? Of wij allemaal? Of de Meiers en degene die werd aangesproken?" Het woordje "wij" in onze taal zegt bijna niets. Naarmate het meer wordt gebruikt in ons "oe-

330

cumenische" en "mondiale" samenleving, zegt het zelfs steeds minder. In andere culturen is dat anders. In de Maleis-Polynesische talen bij voorbeeld zijn er op zijn minst twee begrippen "wij"; iedere Europeaan die Indonesisch leert heeft het daar dan ook knap moeilijk mee. Er is een insluitend "wij" {kita) en een uitsluitend "wij" (kami). Dat maakt nogal verschil. Wanneer ik tegen een bezoeker zeg: "Wij gaan om acht uur eten" en ik gebruik het woordje kita, dan betekent dat: jij bent daar niet bij uitgenodigd. Bij volken die nog niet door de westerse cultuur zijn ingelijfd wordt op een minder abstracte en oppervlakkige manier over "wij" gepraat. Men is zich sterk bewust van de bizondere en concrete relatie tot degenen die aangesproken worden, en tot derden die op een bepaalde wijze iets met dat "wij" te maken hebben. Nu klinkt, zouden we kunnen opmerken, het woord "oecumene" toch erg inclusief en humaan; het staat voor "de bewoonde wereld" en sluit toch iedereen in? Voor de Grieken was het aanvankelijk een zuiver geografisch begrip. De bewoonde wereld werd onderscheiden van de onbewoonde en onbewoonbare wereld - de woestijn. Maar met het hellenisme komt er een cultureel-politieke betekenis in. "Met de gedachte van een tot alles verplichtende mensheid, waarvoor de Griek natuurlijk normatief is, krijgt het begrip oikoumene een kosmopolitische klank'. Deze tendens zal in de westerse geschiedenis, die hoe langer hoe meer wereldgeschiedenis is geworden, voortdurend versterkt worden. Wij spreken wel van "onze wereld" zoals de NOVIB doet met zijn maandblad - maar

iedereen doet dat: de NOVIB niet alleen, maar ook de moderne economische en politieke propaganda, van links en rechts. In feite verbindt dit abstracte en pretentieuze spreken "links" en "rechts" veel meer met elkaar dan dat ze verschillen. De moderne markteconomie spreekt graag over "de mensheid" en over "onze wereld". Dat is inclusief. En het lijkt humaan. Maar net als in het Griekenland van Alexander de Grote wordt dat "mensdom" bekeken en beoordeeld door de bril van het eigen ideaal: dat is nu meer dan ooit: het ideaal van de vreedzame wereldmarkt, van de vrede.

Dit vreedzame spreken, zegt Illich nu, wast niet weg, dat het "wij" van die marktvrede, een geest ademt die agressief is. Wij zijn het ideaal; de andere culturen moeten zich in onze vrede "integreren" - en daar is "uiteraard" nog al eens oorlog voor nodig. Wij zijn dan ook met onze vredesstudies en met onze theologie van de oecumene op een verkeerd spoor! Vrede is voor ons in het westen de vrede van de markt, de pax economica. En niet de vrede van de volkeren, die te respecteren zijn in hun eigenheid, in hun eigen, andere, wij-zijn. Het is niet de vrede van het lokale woongebied en de gemeenschapsgronden. Wij spreken te gemakkelijk en te inclusief over "wij"! Dit vind ik een fundamentele opmerking van Illich. Hoe agressief onze taal op zich reeds is blijkt uit krijgszuchtige termen als "oorlog tegen de armoede", "strategie (!) van de kerken in de jaren tachtig"... Het nieuwe, historisch verantwoorde vredeonderzoek dat hij wil zal ons pas het Nica-

raguaanse, Afghaanse, Salvadoreense, Zuidafrikaanse volk in het vizier brengen, ieder in zijn concrete bestaan. Er is een "ver-Wij-ing", aldus Illich, die vreemd is aan het evangelie. De oecumenica moet binnen de theologie de sociale wetenschap zijn die zich bezig houdt met de verschillende vormen van Wij over de gehele wereld. Want ook het christelijke "wij" kan zo westers zijn dat het agressief is. Naar het boek waarin ik bladerde hoop ik de lezer nieuwsgierig te hebben gemaakt. Het heet Schaduwarbeid (y>/eesp, 1985); het bevat voorstudies voor het geschrift over geslacht en sekse, dat op deze pagina werd besproken in VU-Magazine van februari 1985.

VU-MAGAZINE — OKTOBER 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 376

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's