GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 42

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 42

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Uit de Hortus

Ster van Bethlehem/ Vogehnelk door Daan Smit „Daarna verzamelde Benhadad, de koning van Aram, zijn gehele leger, trok op en sloeg het beleg voor Samaria. En er ontstond een zware honger in Samaria; want zij belegerden het zolang, dat een ezelskop tachtig zilverstukken kostte en een vierde maat duivenmest vijf zilverstrukken." (2 Koningen 6:24-25) In het Middellandse Zeegebied komen van nature verschillende soorten Ornithogalum voor, waar ze in het voorjaar massaal bloeien en met wat fantasie vanuit de verte doen denken aan uitwerpselen van duiven. Vandaar de naam duivenmest die aan deze bolgewasjes werd gegeven. Dat gold voor de bollen die bij gebrek aan beter in die tijd van armoede als voedsel dienden en waar men voor een vierde maat wel 5 zilverstukken neertelde. Daar vrijwel de meeste bollen van dit genus giftig zijn, kan met vrij grote zekerheid gesteld worden dat het hier om Ornithogalum narbonense ging, die wel eetbaar is. Deze is nauw verwant aan de in ons land inheemse Ornithogalum umbellatum, die in de volksmond algemeen bekend is onder de naam Ster van Bethlehem. De latijnse geslachtsnaam, Ornithogalum, afgeleid van een oude griekse plantennaam Ornithogalon (van ornis (ornithos) vogel en gala, melk), vogelmelk, werd door Linnaeus aan dit genus gegeven, omdat hij ervanuit ging dat het in de Bijbel als „duivenmest" omschreven gegeven, hiermee werd bedoeld. Tegenwoordig worden er wei zo'n 150 verschillende soorten onderscheiden, allen voorkomend in Europa, waar-

40

van de echte ster van Bethle- • Nederlandse inheemse flora gehem, Ornithogelum umbella- '. rekend mag worden. De meesturn, zij het vrij zeldzaam tot de '. te kans ze te vinden is in gra.s-

landen of vochtige loofbossen, met name aan de duinkant, waar ze trouwens ook verwilderd voorkomen afkomstig van bollenkwekers of uit tuinen. Het is een aardig bloeiwillig bolgewasjes, waarvan de bollen in het najaar worden aangeboden voor weinig geld. Andere soorten die hier eveneens in het najaar worden verhandeld, zij het minder algemeen, zijn Ornithogalum nutans, die in volle bloei ± 30-50 cm hoog wordt met groenachtige witte hangende bloemen en Ornithogalum pyramidale ± 40-70 cm hoog met pyramidaalvormige bloeiwijze bestaande uit vele stervormige bloemetjes. In het voorjaar daarentegen zijn Ornithogalum thyrsoides, die ook veel als snijbloem wordt gekweekt, alsook Ornithogalum arabicum als bol te koop. Beide laatste soorten zijn niet winterhard en moeten dus voor het invallen van de vorst worden gerooid en vorstvrij overwinterd worden om ze het voorjaar daarop weer uit te planten. Cultuur Alle in ons klimaat winterharde vogelmelk soorten worden in de maanden september tot november geplant. Ofschoon ze uitstekend op licht beschaduwde plekjes gedijen, groeien ze even zo goed in de volle zon en stellen zo ook aan de grondsoort hoegenaamd geen eisen. Met name de ster van Bethlehem, is een uitstekende plant om te laten verwilderen. Na het verstrijken der jaren komen ze in aantal steeds rijker terug. Het blad verschijnt reeds massaal voor de bloei die in mei-juni valt. Voor de beplanting in kleine tuinen kan dat een nadeel zijn om reden dat het vele blad, zowel voor als na de bloei minder fraai is. De planttijd van de niet winterharde soorten is na half mei. Als standplaats wordt een zonnige, voedselrijke plaats in de tuin gekozen, waar ze zich optimaal zullen ontwikkelen. Alle vogelmelk soorten laten zich zowel d.m.v. zaad als door de vele broedbolletjes die zich rondom de moederbol ontwikkelen gemakkelijk voortkweken.

VU-MAGAZINE -

JANUARI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 42

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's