GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1986 - pagina 194

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1986 - pagina 194

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Roelf Haan

Het Vaticaan over de vrijheid 'in het algemeen'

Wanneer ik een officieel kerkelijk stuk uit het Vaticaan zie, zoals de "Instructie over christelijke vrijheid en bevrijding" die de vorige maand werd vrijgegeven, dan denk ik altijd: welk cijfer zou een oudere-jaars student in de theologie krijgen, als hij precies dezelfde tekst als scriptie zou hebben voorgelegd aan zijn hoogleraar dogmatiek? Wanneer men pretendeert te schrijven over bevrijdingstheologie, dan moet er trouwens ook een meelezer bij uit de economische faculteit, bij voorkeur de docent voor economische geschiedenis of die voor ontwikkelingsproblematiek. Ik kom op deze oneerbiedige gedachte doordat in het stuk een aantal vaktechnische fouten voorkomen, waarbij zo'n hoogleraar vast en zeker een rode streep had gezet. De Vaticaanse instructie citeert bij voorbeeld Romeinen 8, waarin sprake is van de schepping die aan verval onderhevig is en in al haar delen zucht vanwege haar barensnood. Dit Hebreeuwse woord "schepping" wordt vertaald door de Griekse term "kosmos", en dit is, zoals ik altijd van theologen begrepen heb, een essentiële fout. Ook de hoogleraar economie moet het rode potlood hanteren, als hij leest dat het arbeidsloon niet mag worden beschouwd als een "commodity", als koopwaar. Dit heeft nooit iemand beweerd, dus kan het ook niet bestreden worden. Wat wel een fundamenteel probleem vormt is, dat het kapitalisme de arbeid beschouwt en behandelt als marktgoed. Dit zijn natuurlijk nauwelijks storende details, maar als zo'n belangrijk stuk zo weinig be-

176

trouwbaar is in de details, welk vertrouwen moet ik het dan schenken in zijn hoofdlijnen? Het geschrift waarover ik het hier heb is afkomstig van de Heilige Congregatie voor de Geloofsleer — de vroegere inquisitie — en de bedoeling ervan is om de gelovigen nadere theologische en ethische richtlijnen te geven omtrent de problematiek van de bevrijdingstheologie. In augustus 1984 kwam er een scherpe veroordeling van deze theologie, die voornamelijk werd gezien als door het marxisme beïnvloed, en dus als een ontsporing van het christelijke denken. De bevrijdingstheologen zelf herkenden zich eenvoudig niet in de karikatuur die het Vaticaan van hem maakte, terwijl zij een groot aantal punten wel degelijk accepteerden, eenvoudig omdat zij die nooit hadden bestreden. Na deze scherpe veroordeling door het Vaticaan, zou er een tweede stuk volgen, waarin niet in negatieve, maar in positieve termen het standpunt van het Vaticaan zou worden uitgewerkt over de bevrijdingsproblematiek. Dit is het document dat op 22 maart 1986 werd vastgesteld, en op 5 april via de Nederlandse Bisschoppenconferentie aan de Nederlandse pers gepresenteerd. Daags erna wijdde de IKON er zijn zondagochtendgespreksprogramma aan. Ook nu weer, net als de eerste keer, denk je: hoe veel moeten deze mannen en vrouwen van de bevrijdingstheologie in Latijns-Amerika (en elders!) wel niet over hebben voor deze roomskatholieke kerk, willen zij na zoveel onbegrip en ver-

dachtmaking (de tekst is in hun richting nergens concreet en bijna overal suggestief — tot verdenking van atheïsme toe) maar weer dóórgaan, ondanks de miskenning en het wantrouwen dat uit dergelijke stukken blijkt. Ik heb in de kantlijn van dit document voortdurend genoteerd: "insinuatie", "niet van toepassing", "open deur". Is er in het Vaticaan werkelijk iets doorgedrongen van de beheerste en weloverwogen reacties van de bevrijdingstheologen na augustus 1984? Nu vrees ik echter, dat ik met mijn kritiek typisch protestants bezig ben. Een dergelijk document mag niet op zijn theologisch en economisch gehalte alleen worden beoordeeld; of op zijn tegenstrijdigheden; of op het feit dat het hele probleem waarover de bevrijdingstheologie wil spreken eenvoudig niet aan de orde komt, maar moet gezien worden als een kerkpolitiek stuk. De vraag is veeleer of de "instructie" de voortgang van de bijbelse en oecumenische vernieuwing van de Latijnsamerikaanse theologie werkelijk blokkeert of misschien toch niet wezenlijk in de weg zal gaan staan. Het laatste is denk ik het geval. Het is de Latijnsamerikaanse theologen en bisschoppen die de zaak van de armen zijn toegedaan overigens wel toevertrouwd om creatief en op welluidende wijze gebruik te maken van officiële kerkelijke teksten, juist wanneer deze lezers over grotere theologische diepgang beschikken dan de auteurs. Ongetwijfeld zullen de DerdeWereld-theologen dit document van kardinaal Ratzinger en de zijnen ervaren als krenkend

vanwege zijn Europa-centrisme. Maar anderzijds vinden zij genoeg aangrijpingspunten, al was het alleen maar vanwege de plaats die het Exodus-verhaal en het Magnificat in het geheel krijgen toebedeeld. De bevrijdingstheologen hebben van deze bijbelse spiritualiteit hun hoofdbron van inspiratie gemaakt. Verre van zich te verwijderen van het christelijk geloofsgoed hebben zij het juist bevraagd op zijn verborgen reserves in de strijd tegen de verpletterende onderdrukking waaronder de armen in hun onmiddellijke omgeving gebukt gaan. Zij wijzen erop dat de arme anders door het Evangelie wordt aangesproken dan de rijke — een onderscheid dat het Vaticaan liever achter begripsmatige algemeenheden doet schuilgaan. De armen, zegt het Vaticaan echter, begrijpen extra goed de betekenis van Christus' dood en verrijzenis. Maar zou dat niet juist andersom zijn? Juist de rijke ervaart immers dat hij slechts door een Godswonder het Koninkrijk kan binnengaan — namelijk als door het oog van de naald.

VU-MAGAZINE — MEI 1986

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1986 - pagina 194

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1986

VU-Magazine | 496 Pagina's