GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 455

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 455

1 minuut leestijd Arcering uitzetten

Het algemeen-cultureel en historisch tijdschrift De Gids heeft in het honderdvijftigjarig bestaan momenten gekend van beweging en vernieuwing, maar ook perioden waarin de fatsoensnormen zwaarder wogen dan de literaire. JOHAN DE KONING

Vernieuwing en beweging in een deftig tijdschrift De redactie van De Gids, januari 1987 op foto en in l<aral<tuur. V.l.n.r.: Wiel Rasters, A. de Swaan, H.B.G. Casimir, Harry Muli.sch en G. van Bentliem van den Bergh. Foto Taco Anema, cartoon: .Siegfried Woldhel<.

I

n 1887 bestond De Gids vijftig jaar. "De Gids gaat dood", voorspelde de jeugdige Albert Verwey bij die gelegenheid in De Nieuwe Gids. De literaire vernieuwing was aan het blad voorbijgegaan. Redacteur J.N. van Hall meende dat Kloos en Verwey fouten maakten in het rijm en het metrum en vond dat de inhoud van hun gedichten van ziekelijkheid getuigde. De inleiding van Kloos bij de sonnetten van Perk, die

programmatisch zou worden voor de beweging van Tachtig, vond hij 'eenigszins opgeschroefd'. "Trouwens die geheele Mathilde-vereering, waarvoor onze belangstelling gevraagd wordt, schijnt ons zoveel gekunstelds en onwaars, dat wij er ons moeielijk over kunnen opwinden." Toch sloeg Verwey met zijn profetie de plank mis. De Gids ligt nog steeds in de boekwinkel en op het moment dat Ver-

wey naar zijn dood uitzag, ging het eigenlijk helemaal niet slecht. De oplage van het blad was veel hoger dan vroeger onder Potgieter en juist dankzij de gematigdheid genoot het een hoge status. Aan het oorspronkelijke doel - beweging en vernieuwing wekken in het openbare en intellectuele leven - beantwoordde het echter niet meer. Potgieter had met de De Gids de Jan Salie-geest van de negentiende eeuw uit zijn

land willen verdrijven, om ruim baan te maken voor de vooruitgang. De letterkundige kritiek moest objectiever of wetenschappelijker worden, wat betekende dat de romans van Van Ixnnep niet langer werden getoetst aan de particuliere smaak van de criticus, maar werden onderworpen aan analyses die zich over vele pagina's uitstrekten.

N

a verloop van tijd werd het tijdschrift algemener. Er werd aandacht besteed aan ontwikkelingen op allerlei gebied, waaronder niet het minst aan de theologie. Als Johannes van Vloten het in 1843 opneemt voor de nieuwlichter D.F, Straus, die de historische juistheid van het evangelie in twijfel trok, leidt dit nog tot hevige conflicten binnen de redactie. In 1858 blijkt echter uit artikelen van Allard Pierson en de geruchtmakende Busken Huet dat de moderne theologie inmiddels geaccepteerd is. Kort daarna wordt zelfs beweerd dat het boeddhisme gelijkwaardig is aan het christendom en in 1861 - slechts twee jaar na de verschijning van de oorspronkelijke editie! - vindt Het ontstaan der soorten van de Engelse bioloog en natuurkundige Charles Darwin een gunstig onthaal. De recensent wijst erop dat het doel van Darwins evolutieleer geenszins is het geloof te bestrijden. Maar als bepaalde geloofsartikelen niet tegen Darwins waarheid bestand zijn, dan moet men die 'als dwalingen' afleggen, schrijft hij ruimVU-MAGAZINE - DECEMBER 1987

denkend. En: "wij (moeten) ons verheugen in eene wetenschap, die het juk der vooroordelen van onze schouderen neemt". Potgieter moet niet zo heel veel hebben opgehad met het gekrakeel over het bovenaardse. Dat leidde de aandacht maar af van zaken die van wezenlijker belang waren voor de krachtige ontwikkeling van de natie. Hij verwachtte meer van de politieke ontwikkelingen, de opkomst van het liberalisme. Toen in 1848 de grondwet werd aangenomen en de burgerij door het kiesrecht medeverantwoordelijkheid voor het staatbestuur kreeg, heerste in De Gids een hoera-stemming. Volgens de politiek-maatschappelijke opvattingen van De Gids zou vrijheid van handel leiden tot verantwoordelijkheidsbesef en ondernemingslust en daarmee tot een gezonde samenleving. Dat was geen kwestie van overtuiging, maar een wetenschappelijke waarheid, die alleen maar verbreiding behoefde. Men was tegen inmenging van de staat in de armenzorg. Dat was immers een op christelijke naastenliefde gebaseerde plicht van particulieren (de parallel met de zorgzame samenleving ligt voor de hand).

O

p den duur werd de al te grote trouw aan Thorbecke en de zijnen De Gids noodlottig. In 1865 ontstond binnen de redactie een conflict naar aanleiding van twee artikelen van de meest talentvolle redacteur. Busken Huet. In het ene voerde hij koningin Sop-

hie en haar hofdames sprekend op om een aan de koningin opgedragen prulwerk te bespreken. In het andere hekelde hij de stijl van Thorbecke en beweerde hij tevens dat deze het beginsel van volkssoevereiniteit had verloochend. De ene helft van de redactie keurde het ene artikel af en de andere helft het andere. Huet vertrok en met hem vertrok Potgieter, die als enige redacteur buiten Huet had geweten van de plaatsing van beide gewraakte artikelen. Langzaam maar zeker werd de De Gids het orgaan van de gezeten burgerij. Het liberalisme werd niet langer ten behoeve van een gezonde samenleving uitgedragen, maar om de belangen van één sociale klasse te beschermen. Keer op keer waarschuwde De Gids tegen een verdere uitbreiding van het kiesrecht. Die hechte band met het lezerspubliek, die het tijdschrift op zich welvarender maakte dan ooit tevoren, had ook literaire gevolen. Fatsoensnormen wogen veelal zwaarder dan literaire normen. De Gids werd een blad dat in gegoede kringen op de huiskamertafel moest kunnen liggen en dat ook geschikt moest zijn voor de vrouwelijke leden van het gezin. De romans van Couperus, Langs lijnen van geleidelijkheid en Noodlot, riepen hevige protesten op bij de lezers, die meenden met 'pornographic van de ergste soort' van doen te hebben. En redacteur Van Hall schreef braaf aan één van zijn lezeressen dat hij haar in vertrouwen kon mededelen "dat ook wij enkele voorstellingen in de laatste romans van

13

Links: E.J. Potgieter, van 1837 tot 1865 redacteur van De Gids. Midden; Cd. Busken Huet, redacteur van 1863 tot 1865. Rechts: J.N. van Hall, redacteur van 1880 tot 1915.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 455

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's