GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1987 - pagina 413

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1987 - pagina 413

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

V

oedseltekort is, althans op wereldschaal, niet zozeer het probleem; wèl de verdeling en de distributie daarvan, en de geringe koopkracht in grote delen van de wereld. De totale graanproduktie bijvoorbeeld, is groot genoeg om de gehele wereldbevolking adequaat te voeden. Toch sterven er ieder jaar meer mensen aan voedselgebrek en ondervoeding. Het probleem is tweeledig. Terwijl de geïndustrialiseerde landen met hun subsidie- en beschermingsbeleid de eigen voedselproducenten pogen af te schermen tegen de internationale concurrentie, werken zij daarmee overproduktie, uitputting van de grond, mestoverschotten en een overvloedig gebruik van chemicaliën (met alle kwalijke gevolgen vandien) in de hand. Tegelijkertijd kampen boeren in de Derde Wereld juist met een gebrek aan ondersteuning van de kant van hün overheid, met als gevolg een uiterst ongunstige uitgangspositie op de wereldmarkt. Vaak zien zij zich daardoor genoodzaakt hun toevlucht te zoeken in 'milieu-onvriendelijke' methoden zoals het kappen van bossen en het aan erosie blootstellen van voormalig vruchtbaar land. Met het op grote schaal verschepen van overtollige voedselvoorraden uit de westerse landen naar gebieden waar gebrek wordt geleden, spant men het paard achter de wagen: dergelijke acties ondermijnen de agrarische infrastructuur van de ontvangende landen zodanig, dat vooral de kleinere boeren daartegen uiteindelijk niet opgewassen blijken. Per saldo zullen dergelijke pseudo-hulpakties zowel de armoede als het voedselprobleem ter plaatse doen toenemen. Landhervormingen zijn nodig, evenals een geïntegreerd agrarisch beleid waarbij vooral de meest kwetsbare groepen - kleine boeren en landlozen die tezamen rond het jaar 2000 naar schatting zo'n 220 miljoen huishoudens zullen omvatten - in bescherming worden genomen. Dat een groot aantal plante-en diersoorten op onze planeet met uitsterven worden bedreigd, is algemeen bekend, óók dat dit vernietigingsproces steeds sneller gaat. Vanuit puur menselijke hoogmoed staat dit probleem als

In vijfenzestig jaar tijd blijkt het aantal stedelingen in de Derde Wereld vertienvoudigd: van 100 miljoen in 1920 tot één miljard vandaag. onderdeel van de zorg voor het milieu veelal laag op de prioriteitenlijst. Een kortzichtige houding, vooral ook om redenen van menselijk eigenbelang. Niet alleen om 'ethische' of 'esthetische' redenen baart deze ontwikkeling de WCED zorgen. Het behoud van de verscheidenheid aan soorten is namelijk bittere noodzaak voor het normaal functioneren van ecosystemen en de biosfeer als geheel, rapporteert de commissie. Het genetisch materiaal in wilde dier- en plantesoorten draagt bovendien jaarlijks miljarden dollars bij aan de wereldeconomie in de vorm van oogstverbetering, medicijnen en ruwe grondstoffen. En tenslotte is het op grote schaal ultster-

14

ven van soorten nog het meest duidelijke symptoom dat er iets grondig mis in de menselijke omgang met de natuur. In dit verband wijst de commissie ook op de exploitatie en, als gevolg daarvan, grootschalige vernietiging van tropische regenwouden die belangrijke, zichzelf regulerende reservoirs van biologische diversiteit vormen.

E

nergievoorziening stelt de wereld nu ai voor gigantische problemen. En het ziet er naar uit dat die problemen alleen nog zullen toenemen. Nü is het nog zo dat een doorsnee-bewoner van een geïndustrialiseerd land het tachtigvoudige aan energie gebruikt van hetgeen de gemiddelde Saharabewoner nodig heeft om een potje te koken en zich warm te houden. Tegelijkertijd is, globaal gezien, de helft van de mensheid aangewezen op brandhout als voornaamste energiebron; een brandstof die steeds schaarser wordt, terwijl het aantal potentiële verbruikers in hoog tempo toeneemt. Tegen de achtergrond van de groei van de bevolking in derde-wereldlanden, de industrialisatie en de noodzakelijke agrarische ontwikkeling daar, zal duidelijk zijn dat de energieproduktie substantieel zal moeten toenemen. Een gegeven met haken en ogen, niet in de laatste plaats, zoals de commissie zelf ook toegeeft, omdat de weg naar een veilige en duurzame energievoorziening tot op heden niet is gevonden.

Een cijfervoorbeeld illustreert de urgentie én de absurditeit van dit probleem. Het op gelijk niveau brengen van het energieverbruik van ontwikkelingslanden met dat van de geïndustrialiseerde wereld zou, rond het jaar 2025, een vervijfvoudiging vergen van het totale energieverbruik op aarde; een toename die het planetaire ecosysteem kan opbrengen noch verdragen. Niet alleen zijn de onvervangbare fossiele brandstoffen daarvoor ontoereikend. Ook zou in dat geval een ontoelaatbare opwarming en verzuring van de dampkring optreden. De fatale grens daarvan ligt in feite al bij een verdubbeling van het huidige verbruik. Op dit punt zit de WCED danig met de handen in het haar. Want ook deze commissie is van mening dat kernenergie, gezien de kosten en de risico's, pas probaat mag heten wanneer een uitweg Is gevonden voor de thans onopgeloste problemen, niet in de laatste plaats die met betrekking tot radio-actief afval. De enige concrete aanbeveling die zij op dit moment kan doen. Is voort te gaan met het ontwikkelen van minder energieverslindende verbruiksmethoden.

O

ok de industrieën zullen op minder energie- en grondstoffen-verspillende methoden moeten overschakelen, onder het motto; 'meer met minder produceren'. In de wereld worden vandaag zeven maal zoveel goederen vervaardigd als in 1950. Gegeven de groei van de wereldbevolking zal die industriële output tegen het jaar 2000 nog eens met het vijf- a tienvoudige moeten zijn toegenomen. De commissie signaleert hier overigens een bescheiden lichtpunt. Langzaamaan is in de grote kring der industriëlen het besef groeiend dat een efficiënter gebruik van grondstof en energie voordelig blijkt voor de eigen portemonnee, en dat schone technologie extra voordeel biedt VU-MAGAZINE - NOVEMBER 1987

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's

VU Magazine 1987 - pagina 413

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987

VU-Magazine | 485 Pagina's