GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1988 - pagina 66

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1988 - pagina 66

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

denkt. Dat toont aan dat die gebeurtenissen zich in de hersenen afspelen, en dat heeft niets meer met die baas te maken."

lei

"De mens lijdt wel het meest door 't lijden dat hij vreest", zegt drs. H. Dijkstra, als etholoog verbonden aan de stresswerkgroep. Hij haalt dat spreekwoord aan omdat hij door zijn onderzoek naar sociale stress bij ratten vele malen het bewijs voor die stelling heeft gevonden. Waarom koos hij de rat voor zijn laboratoriumonderzoek? "Je kunt natuurlijk moeilijk mensen van de straat plukken en die tegen elkaar ophitsen. Daarom zijn we wel aangewezen op onderzoeken bij dieren. Zo'n onderzoeksmodel moet natuurlijk wel valide zijn. In het algemeen werkt men veel met ratten omdat het dier makkelijk te kweken is, en erg goed tegen een aantal zaken, zoals infecties, bestand is. We hebben de rat ook voor dit stress-

De persoonlijke gesteldheid blijkt voor de mate van stress veel belangrijker dan de stressprikkel zelf. onderzoek gekozen, omdat het naar zijn aard een sociaal dier is, en wel op zo'n manier, dat hij een uitstekend model voor de mens vormt. Nu we weten dat angstige gespannenheid, onzekerheid, maar ook opwinding over van alles en nog wat, vaak de oorzaak zijn van stress, kunnen we een situatie creëren waarin deze verschijnselen zijn terug te vinden: in de rattenkolonie."

T

Drs. H. Dijkstra:bibberende indringer uit de kooi. Foto Peter Wolters (AVC/VU)

och blijft natuurlijk de vraag of ratten zo gemakkelijk met mensen vergeleken kunnen worden. Drs. Dijkstra erkent dat. Maar, zegt hij, het mechanisme in de hersenen dat eigenlijk het verband legt tussen de omgevingsfactoren die stress veroorzaken en de fysiologische gevolgen, het limbische systeem (een combinatie van hersenstructuren die de stemmingen en het gedrag regelt), is bij alle hogere gewervelde dieren hetzelfde. De mens staat in zijn gedrag natuurlijk sterk onder invloed van de heersende cultuur, maar als we dat laagje cultuur wegdenken, dan verschillen onze drijfveren en emoties echt niet zoveel van die van ratten. Voor zijn onderzoek stopte drs. Dijkstra acht ratten samen in een kooi: vier mannetjes en vier vrouwtjes. "De mannetjes blijken - onder invloed van de aanwezigheid van de vrouwtjes - op een gegeven moment met elkaar in de clinch te gaan om te bepalen wie de baas is. Er onstaat een bepaalde rangorde. De vier mannetjes gaan elkaar aanvallen en na één tot anderhalf uur trekt het ene na het andere mannetje zich terug en zo blijft er uiteindelijk één overwinnaar over. Een mannetje dat verliest, heeft geleerd van die erva20

ring, en zal zich een volgende keer sneller onderwerpen. In tegenstelling tot de vrouwtjes. Die kunnen ook wel agressief zijn, maar vechten bij een volgende gelegenheid evenveel of even weinig als de eerste keer." Mannetjes die eenmaal verloren hebben, zullen zich bij een nieuwe confrontatie met de overwinnaar eerder onderwerpen, of vluchten. Dit leerproces staat onder invloed van het bijnierschorshormoon corticosteron, dat na een gevecht in de verliezer veel hoger is dan in de winnaar. Deze verhoging wordt door de hersenen waargenomen en beïnvloedt zo het leerproces, Maar ook het mannelijk hormoon testosteron speelt een belangrijke rol in het ontstaan van de dominantie-hiërarchie, zo ontdekte drs. Dijkstra. In een gevecht blijkt dat hormoon vooral bij de dominante rat te zijn gestegen, en nauwelijks bij de ondergeschikten. Een hoge testosteronspiegel zal de neiging vergroten om aan te vallen. De aanvalsneiging van de dominante rat wordt dus keer op keer bekrachtigd.

D

rs. Dijkstra wilde weten of aan de hand van hormoonspiegels, waaronder ook hypofyse-hormonen, iets gezegd kon worden over emotionele toestand van de in de kolonie aanwezige ratten. Niet alleen in acute, maar vooral in chronische stresssituaties. Na twee maanden in de kolonie blijken alle mannetjes tekenen van stress te vertonen; óók de dominante rat, hoewel die vrij is te doen en te laten wat hij wil. Ook de waarde van het bijnierschorshormoon is verhoogd, in de ondergeschikten het meest. Als de rat langer dan een paar maanden aan de stresssituatie heeft blootgestaan, kunnen deze veranderingen zelfs blijvend zijn, Op de vraag of de verschillen in gevoeligheid voor stress overerfbaar zijn, aarzelt drs. Dijkstra. "Wij hebben daar niet zozeer naar gekeken. Wel is gebleken dat er verschillende types ratten zijn. Wanneer men een willekeurig aantal ratten in een kolonie plaatst, vormt zich een hiërachie

VU-MAGAZINE—FEBRUARI 19

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's

VU Magazine 1988 - pagina 66

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1988

VU-Magazine | 496 Pagina's