GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1989 - pagina 408

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1989 - pagina 408

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

m ap to

een feit dan is een permanente observatie nodig. Over realisatie van deze observatie "exploderen momenteel de ideeën".

ip

S

atellieten zijn hier inzetbaar. Vaste teams van waarnemers kunnen ter plekke worden gestationeerd. Er kunnen verassingsinspecties plaatsvinden. En er zijn nieuwe technische snufjes zoals een elektronisch 'hek' rond wapenfabrieken - een systeem dat de Ameri-

'Toen ik overstapte naar de universiteit dacht ik: daar gaat alles veel soepeler.'

i|.^,,

kanen inmiddels al uitproberen in het kader van het INF-verdrag. Van der Graaf: "Op korte termijn moet duidelijk worden welke systemen politiek, technisch en financieel haalbaar zijn. Aan ons de taak om de beleidsmakers werkbare scenario's aan te reiken." Het bestuurlijk klimaat lijkt echter nog niet rijp voor dit soort onderzoek. "Op de Nederlandse defensiebegroting vind je nergens een post 'wapenbeheersing'. Men maakt zich bij defensie wel vreselijk druk over de verwachte hoge kosten van verificatie. Terwijl het om een relatief laag bedrag gaat. Een Westeuropees verificatie-agentschap zou ongeveer 500 miljoen dollar kosten, plus jaarlijks 175 miljoen exploitatiekosten. Dat is natuurlijk niets, als je het afzet tegen de totale Westerse defensie-inspanningen. Een fregat kost al 400 tot 500 miljoen dollar, terwijl één exorcet-raket dat bedrag in één klap onder water kan brengen." Nederland kan internationaal een voortrekkersfunctie vervullen, vindt Van der Graaf. "Het buitenland-beleid is gebouwd op twee pijlers: veiligheid en wapenbeheersing. Als klein land heb je echter weinig invloed, daarom moet je je specialiseren. Verificatie is nog een braakliggend terrein. Relevante studies op dit terrein geven Nederland de kans om internationaal werkelijk invloed uit te oefenen." Zitten de militaire beleidsmakers wel te wachten op wetenschappelijk onderzoek? De oud-generaal durft hier geen volmondig "ja" op te zeggen. Natuurlijk is al het materieel dat 10

rondrijdt en schiet een vrucht van wetenschappelijke research. Maar of de centra voor polemologie nu werkelijk een politieke functie hebben... "Er wordt zeker wel geluisterd in militaire kringen, maar of er in het concrete beleid enige rekening mee wordt gehouden is onduidelijk", luidt het understatement. "Bij de Nederlandse overheid overheerst nog het idee: dat kunnen we zelf wel. In landen als de VS en Polen is dat heel anders. Daar is er een duidelijke kruisbevruchting tussen beleidsmakers en wetenschappers. Vooraanstaande wetenschappers belanden daar vaak op belangrijke Defensieposten - en andersom. Hier zie ik dat nog niet zo gauw gebeuren."

H

et verificatie-onderzoek zou deze impasse kunnen doorbreken: "De polemologische instituten ontwikkelden veelal ideeën voor de lange termijn. Ze speelden niet echt alert in op de actualiteit. Verificatie is een concreet vraagstuk. Tijdens een lezing aan de Technische Universiteit Twente riep staatssecretaris Van Houwelingen van Defensie enige jaren geleden onderzoeksinstituten en universiteiten op om, in nauwe onderlinge samenwerking, expertise op het gebied van verificatie op te bouwen. INSTEAD heeft deze handschoen opgenomen." Het interuniversitair netwerk INSTEAD, dat zich met diverse aspecten van de wapentechnologie bezighoudt, publiceerde onlangs een studie over non-provocatieve verdediging. Wetenschappers, politici en hogere militairen uit Oost en West leverden een bijdrage. Van der Graaf, die een hoofdstuk schreef over verificatie-strategieën en de reductie van de conventionele strijdkrachten in Europa, is een voorzichtig voorstander van nonprovocatieve verdediging: "Het is een aantrekkelijke optie. Natuurlijk moet de capaciteit voor grootschalig militair optreden en verrassingsaanvallen worden teruggebracht. Maar of dat snel kan, weet ik niet. Bij non-provocatieve defensie zitten in de eerste zeventig kilometer van de frontlinie alleen maar Duitsers. Is dat aanvaardbaar? Als ik Duitser was zou ik dat niet zo prettig vinden. Kortom, het concept klinkt aantrekkelijk, maar ik zeg wel: onderzoek dit eerst heel goed."

De oud-generaal geeft toe dat de nieuwe gedachte hem nog moeite kost: "Wij hebben steeds geleerd: aanval is de beste verdediging. Dat zetje niet zomaar aan de kant." Anderzijds valt er een openheid in de internationale verhoudingen te bespeuren die tien jaar geleden nog ondenkbaar was. Bij de presentatie van het INSTEAD-boek, bleek dat opnieuw: "We hebben het boek dit voorjaar in Brussel aangeboden met wetenschappers uit beide machtsblokken. Er ontstond spontaan een soort mini-symposium, onder voorzitterschap van de plaatsvervangend secretaris-generaal van de NAVO. Dat leverde een nieuw beeld op: aan de ene kant van de tafel zaten de NAVO-functionarissen, aan de andere kant wij, de wetenschappers uit Oost en West."

| f 1 | i 1 I i i

i ;

V

an generaal tot wetenschapper, de overgang valt Van der Graaf niet zwaar. Eén ding valt hem echter behoorlijk tegen in zijn nieuwe werkkring: "Er heerst hier een enorme bureaucratie. Toen ik overstapte naar de universiteit dacht ik: daar gaat alles veel soepeler dan bij defensie. Nou vergeet het maar. De universiteit met zijn scheiding van beheer en onderzoek/onderwijs is een moloch geworden. De bureaucratie is hier inmiddels logger dan bij de overheid en het leger. Voor mij is dat niet zo'n ramp, maar ik beklaag de jonge wetenschappers die in deze sfeer van bezuinigingen carrière moeten maken." Toch zou hij niet meer terug willen naar zijn oude stiel. De academische vrijheid is immers nog niet volledig de nek omgedraaid. "Het is echt een verademing dat ik niet steeds over mijn schouder hoef te kijken of hetgeen ik schrijf de instemming van derden kan wegdragen. Als onderhandelaar had je die vrijheid niet. Je moest steeds ontzettend oppassen om niet buiten het beleid te treden. Origineel zijn was er niet bij. Als je geen instructies had omdat men het in de NAVO niet eens kon worden wat nogal eens voorkwam - was je uren bezig met speeches, waarin je steeds weer hetzelfde zei... Dit werk biedt een grotere intellectuele uitdaging. Nu kan ik eindelijk eens de ideeën op papier zetten, die ik jarenlang heb opgekropt." D VU-MAGAZINE—NOVEMBER 1989

| f i i i

I

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1989 - pagina 408

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1989

VU-Magazine | 484 Pagina's