GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 252

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 252

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

we blij dat we daar van af waren! en die in normvervaging en normloosheid inmiddels twee geduchte tegenhangers heeft gevonden. Behoeft deze steUing nog nader betoog? Lang is de lijst met klaagzangen die het gebrek aan adequate regelgeving, en uiteraard ook aan de bijbehorende mentaliteit om naar behoren aan die regels gehoor te geven, aan de kaak stellen. Een maatschappelijk probleem is het, zó algemeen, dat de diverse politieke partijen er haast zonder uitzondering brood in zijn gaan zien, de kwestie als electoraal aantrekkelijk te beschouwen. Van Elco Brinkmans, met priemende bUk gepredikte hoeksteenprincipes van een zorgzame samenleving, tot allerhande Nieuw Flinksigheden uit het sociaaldemocratische kamp, draait het maar om één dmg: de publieke moraal, of liever: het ontbreken ervan. Hoewel het kwaad als betonrot tot diep in de maatschappelijke fundamenten is doorgevreten, dient er onverwijld iets te gebeuren. Want het gaat allang met meer alleen om voetbalvandalen, fietsendieven en tasjesrovers. Vele malen ernstiger, want onverklaar- en onomkeerbaarder is het feit dat de brave burger van weleer - steunbeer van een saamhorige samenleving - zijn onbaatzuchtig pUchtsbesef heeft ingeruild voor een zakcalculator waarmee hij de baten van zijn steels voorgenomen onmaatschappelijke, a-sociale gedrag (hij blijft een mens, nietwaar?) afzet tegen de kosten ervan: de boete, de straf, de schade, de schande. Die rekenmachine is de vervanger geworden van zijn geweten en het enige richtsnoer waarmee hij zowel zijn belastingbiljet, het rode stoplicht en het helen van mijn zojuist gestolen fiets, als het poepen van zijn hond op andermans stoep benadert: hoe groot is qua percentage de kans dat ik gepakt wordt?, en hoeveel gaat het me m dat geval qua pietermannen kosten? Klootjesvolk

30

Herman Vuijsje komt de eer toe het meest taboe-doorbrekende boek op dit terrein te hebben geschreven. Taboe-doorbrekend, vooral gegeven de omstandigheid dat wie om verregaande controle- en strafmaatregelen roept (en dat doet Vuijsje in zijn alweer enige tijd gelden verschenen 'Lof der dwang'), haast automatisch

v u MAGAZINE iUNI 19 9 3

door het denkend deel der natie bij de uiteraard niet serieus te nemen rechts-autoritaire regimenten der Telegraaflezers wordt ingedeeld. Vuijsje - een in '46 geboren, met het jaren-zestig-virus besmette socioloog die als journalist een belegde boterham verdiende met publikaties in modieus-linkse periodieken als de Haagse Post, valt evident buiten deze categorie. Twee alledaags geworden zaken kiest Vuijsje voor zijn speerpuntenbeleid (je kunt tenslotte niet alle problemen tegelijk aanpakken): hondebezitters die - gemeenteverordening of niet - hun huisdier in het wildeweg laten kakken, en drugsverslaafden die zich straffeloos steeds grotere delen van de openbare ruimte (vooral ook in het openbaar vervoer) toeëigenen en deze tot verbeurd gebied verklaren. Niet zozeer de verantwoordelijken voor genoemde misstappen vormen Vuijsjes primaire mikpunt, als wel de burger die, bang om voor bemoeiziek door te gaan, de andere kant opkijkt, de overheid die geen - of, nog erger, averechts uitwerkende - acties tegen de gewraakte normoverschrijdingen onderneemt, en de politiek tenslotte, die kennelijk al voldoende bevrediging vmdt m het plegen van verbaal geweld, ook zonder werkzame bestanddelen. Onderduikers Het beleid, schrijft Vuijsje, deugt vooral met, omdat de overheid het danig aangetaste 'openbaar domein', niet verdedigt, maar juist steeds verder prijsgeeft. De door 'problematisch druggebruik' (lof zij het eufemisme) onveiUg gemaakte sloppen en stegen in de hoofdstedelijke binnenstad, krijgen geen extra aandacht van surveillerende agenten, maar worden simpelweg afgesloten; telefooncellen die sneuvelen door vandalisme, gaan op slot of worden verwijderd; overvallen op loketten waar men een kaartje voor de metro kan betrekken, leiden onveranderlijk tot onmiddellijke opheffing daarvan. En het niemandsland dat na zulk lafhartig non-beleid resteert, blijkt in een mum van tijd bezet door de zich ongecontroleerd uitbreidende horde wetsovertreders. Zo mogelijk nog bonter maakt de overheid het met haar gedoogtactiek: praktijken die niet door de beugel kunnen, toch oogluikend

toestaan zolang zij maar plaatsvinden binnen de perken van straten en wijken die - nota bene: door het gebrek aan ordehandhaving ter plekke - feitelijk toch al waren prijsgegeven. "Dit 'gedoogdenken'", schrijft Vuijsje, "heeft m Nederland een h o ge graad van vanzelfsprekendheid bereikt." Een dusdanig hoge graad zelfs, dat, naar wij nu mogen constateren, het gedogen aUerwege op de burgers van dit land is overgeslagen, en een leefregel als 'bemoei je er niet mee' als blijk van allerhoogste wijsheid en werkelijkheidszin is gaan gelden. Voor een niet onbelangrijk deel is gebrek aan moed, op basis van een zweetuitdrijvende angst voor fysiek geweld, de an sich te respecteren reden waarom burgers die getuige zijn van illegale activiteiten van welke aard dan ook, zich afzijdig houden. Maar er is nog een andere oorzaak: de afkeer namelijk, die de doorsneeHollander alleen al vervult bij de gedachte als lulletje-rozewater of misschien nóg erger - als klikspaan te moeten fungeren. "Nederland", aldus Vuijsje in 'Lof der dwang', "is een democratische rechtsstaat en verzorgingsstaat. Een buitenstaander zou wellicht verwachten dat de bewoners, wanneer dit prachtige stelsel wordt bedreigd, de boosdoener met rieken en zeisen het dorp zouden uitjagen, of in ieder geval de veldwachter zouden waarschuwen. Maar wat gebeurt? De bewoners doen of zij niets zien, en wie toch naar de veldwachter loopt, staat al gauw te boek als bemoeial, uitslover of verraaier."

Deze, zo bezien inderdaad volstrekt onlogische schaamte valt in verband te brengen met de Tweede Wereldoorlog waarin het 'aanbrengen' van bijvoorbeeld joodse onderduikers terecht tot de meest walgelijke wandaden werd gerekend. Maar, meent Vuijsje, zo'n vergelijking met oorlogsverraad gaat mank: het aangeven van onderduikers trof onschuldige mensen in de allerzwakste positie, die door die daad ook nog in handen vielen van de wreedste overheid die zich denken laat. In de huidige situatie gaat het om mensen die willens en wetens democratisch overeengekomen regels overtreden en daarvan in veel gevallen voordeel hebben (want anders deden ze het niet, nietwaar?) en wier behandeling, mochten zij tegen de lamp lopen, in onze rechtsstaat altijd nog grondwettelijk traceer- en controleerbaar blijft. Balans De vraag naar de oorzaken van dit (laten we het eens vriendelijk uitdrukken) afnemend normbesef, brengt ons terug tot het begin van dit verhaal. Want ontkerkelijking en secularisatie hebben uiteraard de definitieve verdwijning van de oppassende burger in hevige mate bevorderd. In het verleden werd de toch al autoritaire trekken vertonende, maatschappelijke regelgeving nog eens versterkt en bevestigd door een moraliserende geloofsgemeenschap waarvan de geestelijk leiders, dreigend met hel en verdoemenis, hun kuddes wel in het rechte spoor wisten te houden.

Aangewakkerd door een explosief toenemende welvaart, is daarin, smds de Wederopbouw in de jaren vijftig en beginjaren zestig, danig de klad gekomen. Bovendien ging die welvaart - achteraf geheel verklaarbaar - gepaard met een groei naar mondigheid, persoonlijke autonomie en individualisering. De vrijblijvend geworden rehgies schaften hel en vagevuur af en predikten, om bij de tijd te blijven, voortaan nog slechts anti-autoritaire warmte, liefde en begrip. De permissive society, waarin alles te rechtvaardigen is - of sterker nog: moet kunnen - was geboren. Of de democratiseringstendens er nou eerder was dan die van de secularisering, of omgekeerd, is in feite een weinig interessante kip-of-eikwestie. Want duidelijk is dat het hier om twee, elkaar onderling versterkende ontwikkelingen gaat. "Aan de creditzijde is de Eeuwigdurende Beloning weggevallen die vroeger de premie vormde op een oppassend bestaan", schrijft Vuijsje. O p hetzelfde moment dat deze gebeurtenis zich voltrok, werd van de ene dag op de andere het verschijnsel mens tot een volstrekt autonoom, uitsluitend voor zichzelf verantwoordelijk, en volwassen individu gebombardeerd. Wellicht toch wat voorbarig, naar we achteraf moeten constateren. Lang met ieders benen bleken sterk genoeg om de weelde van die verantwoordelijkheid te dragen. Voor het verder opmaken van de boekhoudkundige balans had dit de volgende consequentie: de debetpost - vroeger de onvermijdelijke consequentie van immoreel handelen - werd aanmerkelijk verlaagd, doordat het aantal normoverschrijdingen almaar toenam terwijl de pakkans, mede daardoor, steeds geringer werd. En m een 'pakkans' in het hiernamaals - waarop de vrome burger in het nabije verleden met angst en beven anticipeerde - gelooft al bijna helemaal niemand meer. Prikkeldraad De weg terug is (gelukkig - laat ik daarover toch vooral duidelijk zijn) voorgoed geblokkeerd. Met een 'omdat-ik-het-zeg' van waarom?daarom!-dictators komen we niet ver, evenmin als met een ideahstisch appèl in de trant van vader-is-nietboos-maar-wel-heel-erg-verdrietig. De remedie die nieuwe moralisten

zoals Herman Vuijsje (en m zijn kielzog niemand minder dan premier Lubbers met zijn kampementen) propageren, is opgetrokken uit pantserglas en prikkeldraad. Lof der dwang; inderdaad. Niettemin blijft dwang-zonder-meer een noodoplossing die, hoe men het wendt of keert, toch ook weer wordt gekenmerkt door de zwakke schakel van een willekeurige, onberedeneerde, niet op voorhand geaccepteerde want externe autoriteit. Wat eraan ontbreekt is de erkenning van het wat desillusionerende feit dat, na wegstrepen van alle franje, tenslotte alleen egoïsme als het meest pure basismotief in 's mensen houding en gedrag overblijft; een drijfveer waartoe uiteindelijk alles valt te herleiden (wellicht zelfs tot de Hefde voor de naaste, en andere, schijnbaar altruïstische neigingen aan toe; anything goes, zolang het de betrokkene maar een 'goed gevoel' oplevert). Z o schokkend als het aldus opgeschreven lijkt, is de vaststeUmg van egoïsme als enig richtingevend principe in het menselijk bestaan ovengens niet. "De enige basis voor menselijke moraal", zei onlangs H.M. Kuitert in een interview met dit blad, "is uiteindelijk de simpele wederkerigheid: wat gij met wilt dat u geschiedt, doet dat ook aan een ander met." Het is een uitgangspunt dat in de publieke moraal misschien nog te weinig is uitgebuit. De wal keert op de lange duur het schip, en alleen al daarom is het uit puur egoïstische overwegingen verkieslijk je aan de tenslotte democratisch met elkaar overeengekomen regels te houden, in plaats van ze, met het oog op m o gelijk gewin op de korte termijn, te overtreden. Dat zou vóór alles een degelijke en vruchtbare basis moeten vormen voor een consistent lik-opstuk-beleid. Laat de overtreder, ingrijpender dan nu gebeurt, zien en voelen welke schade hij aanricht en hoe hij, vroeg of laat, daarvan toch vooral zelf slachtoffer zal worden. Dat is nog een belangrijk stapje verder dan dwang-zonder-meer. Calculerende burgers? Prima toch! Maar leer ze, vóór ze met een kosten/baten-analyse beginnen, wèl eerst even rekenen... En wie - tot slot - dit verhaal wil zien als het schaamteloze demasqué van een voormahge jaren-zestigadept, die heeft mijn zegen. Ik wil gewoon mijn fiets terug.

31

v u MAGAZINE JUNI 19 9 3

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 252

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's