GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1993 - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1993 - pagina 121

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE EEUWIGE INTELLECTUEEL J

s er een intellectueel in de zaal? Het klinkt als een onwaarschijnhjke kreet. Ja, om een dokter, timmerman of loodgieter vi^il een mens in nood nog wel eens luidkeels roepen. Maar om een intellectueel...? De intellectueel geniet bij het grote publiek een ongunstige reputatie; de term wordt niet zelden ironisch of zelfs regelrecht als scheldnaam gebruikt. "Nee Karel, nee Karel, niet vandaag. Vandaag kan ik jou niet aan m ' n lichaam velen. Ga maar lekker schaken met de intellectuelen", zong Elsje de Wijn decennia geleden met spot in haar stem. Onhandige klungels, niksnutten en onnozelaars, zijn het in de ogen van de massa, maar vaak ook leperds met een aangeboren talent om, quasi-diepzinnig achterover leunend, anderen het vuile werk te laten opknappen. Argwaan en wantrouwen zijn echter in beide gevallen hun deel. Wat vooral ook opvalt is, dat het veelal de intellectuelen zelf zijn die, als de toch al negatieve uitstraling van zichzelf en de soortgenoot ter sprake komt, nog eens een flinke extra duit in de zak doen. Zoals bijvoorbeeld Elias Canetti (zelf toch een intellectueel van het zuiverste water), naar wiens opvatting intellectuelen wezens zijn voor wie alleen de mede-intellectueel bestaansrecht heeft. Oï Dostojewski die ooit het dédain laakte waarmee de intellectueel zijn cerebraal minder begenadigde medemens tegemoet treedt. Intellectuelen, zei mij ooit een intellectualistisch ingestelde boekhandelaar, zijn zo dom dat ze altijd alles willen lezen. Voor de popuHstische polemist (en intellectueel tegen wil en dank) Jacques de Kadt waren die "zogenaam-

de intellectuelen (...) brave jongens die het hanteren van intellectuele apparaten geleerd hebben op die ambachtsscholen die men Universiteiten noemt" en die op grond daarvan zijns inziens net zoveel respect verdienden als schoenmaker en putjesschepper. En dan hebben we het over de blinde haat van de niet- of semi-intellectuele intellectuelenvreters - zoals de Amerikaanse spokenjager McCarthy er een was - die achter alles wat mis gaat de gezagsondermijnende, zedeloosheid bevorderende kracht van de krypto-communistische, Jellow-travellende intellectueel bevroeden, nog niet eens gehad. Z u r e kxitikaster Waaraan heeft de intellectueel die slechte naam toch te danken? Hoe is de publieke afkeer van hem en zijn soortgenoten te verklaren? Is deze weerzin een onveranderlijk, door de jaren heen constant gebleven gegeven? Of valt daarin een ontwikkeling te bespeuren, die dermate negatiefis dat voor de laatste der intellectuelen het doek, naar verwachting, binnenkort definitief zal vallen? Zo niet, wat kan dan vandaag de dag nog zijn taak zijn? Valt er voor hem nog wel iets zinnigs te verrichten? Uit de aard van bovenstaande kwalificaties, hoe negatief die ook mogen zijn, kan al wel enigszins v/orden opgemaakt wat voor iemand een intellectueel volgens die opvattingen is (dat wil zeggen: in de ogen van zijn 'antipatisanten'), en bovenal ook met wat voor type zaken hij zich zoal bemoeit. Een intellectueel werkt (dat houdt hij althans zelf bij hoog en bij laag vol) met zijn hoofd en dus niet, zoals de gewone man gewoon is, met zijn handen. Hij heeft 'doorgeleerd' en laat zich - al was het maar pour épater Ie bourgeois - daar ook graag en vaak op voorstaan tegenover de qua intel-

ligentie minder bedeelde Jan-metde-pet van wie de ware intellectueel zich dan ook maar al te graag distantieert. En omdat de activiteiten die, naar zijn eigen zeggen, bij voortduring achter dat imposant hoge voorhoofd plaatsgrijpen, zich per definitie aan iedere controle onttrekken, oogst hij eerst en vooral achterdocht bij degenen van v/ier belastinggeld al dat intellectuele denkwerk, gefinancierd v/ordt. Een kostbare want langdurige opleiding, en oncontroleerbare bezigheden, zijn overigens niet de enige redenen waarom de intellectueel bij het gewone publiek weinig in tel is. De intellectueel, zo luidt het verwijt, is namehjk vooral ook een irritante betweter; een goog of loog die, boeken schrijvend en/of jounalistiek bedrijvend, aan de weg timmert, die overal verstand van meent te hebben en daarvan in onbegrijpeHjk jargon gevraagd en ongevraagd getuigenis aflegt. Een intellectueel - en hier wordt hij eigenlijk pas echt gevaarlijk - doet bovendien aan politiek en betoont zich daarin steevast een onbetrouwbare dwarsligger, een zure kritikaster die bij alles vraagtekens zet, heilige huisjes omver trapt, taboes doorbreken wil, maar die er tegelijkertijd nauwlettend op toeziet dat hijzelf buiten schot blijft. Intellectuelen, kortom, zijn stuurlui aan de wal die, lafliartig en met angstvalhg schoon gehouden handen, vanuit hun ongenaakbare torens van ivoor, ongevraagd commentaar leveren op van alles en nog wat. Obscurantisme De pejoratieve betekenis van de term 'inteUectueel' is niet van vandaag of gisteren, maar valt rechtstreeks terug te voeren op de ontstaansgrond ervan. De eerste keer dat een inteliectueel-avant-la-lettre deze term naar het hoofd geslingerd kreeg

31

v u MAGAZINE M A A R T 1993

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1993 - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1993

VU-Magazine | 484 Pagina's