GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

VU Magazine 1994 - pagina 412

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VU Magazine 1994 - pagina 412

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De volgende stap in de evolutie van de mens zou wel eens de ontwikkeling van een zesde zintuig kunnen zijn. Informatie-technologie en het zesde zintuig hebben wel wat gemeen. Het zijn beide ontwikkelingen van de geest. ^^

lijk en vervelend hoeft te zijn. De kijkers wisten dat te waarderen, dat zag je aan de kijkcijfers. Die lacherige reactie waar u op doelt, vmd je vooral m de universitaire wereld. Daar heb ik het imago van de oppervlakkige jongen." H Waarom hekijken ze u op die manier? "Misschien is het jaloezie omdat ik meer succes heb en omdat ik veel gemakkelijker geld voor mijn projecten kan aantrekken dan de gemiddelde onderzoeker. De bekendheid speelt ook een rol. Er is hier eens een hoogleraar sterrenkunde aan de deur geweest om me te vertellen, dat ik niet de enige sterrenkundige in Nederland was en dat ik me zo ook niet moest gedragen. Hij voegde daar nog aan toe dat hij veel harder werkte dan ik en dat hij veel belangrijker onderzoek deed. Dat kan waar zijn, maar hij wist het kennelijk niet uit te dragen en dat hoort er ook bij. "Gelukkig krijg ik in de universitaire wereld zo langzamerhand wat meer erkenning, vooral van de mensen die me beter hebben leren kennen. De Vrije Universiteit heeft me uitgenodigd om komend voorjaar een lezing te houden; dat zegt toch wel iets. In het buitenland is de erkenning er wel. Ik ben niet voor niets honorary lecturer aan de University van Hong Kong. "In het bedrijfsleven beoordelen ze me op mij daden en wat dat betreft kan je me letterlijk de hemel in prijzen. Ik ben overigens niet het type van de handige zakenman, veel van mijn projecten financier ik zelf, ik moet er vaak op toeleggen. Niet dat ik zielig ben, voor het geld hoef ik het allang niet meer te doen. Wanneer ik dat zou willen, dan kan ik zo ophouden met werken. Maar dat doe ik niet, zeker niet nu mijn projecten resultaat beginnen af te werpen. De medewerking die ik krijg, neemt snel toe. Bij het Huis van de Toekomst, het eerste toekomstproject, moest ik er nog hard aan trekken om bedrijven mee te krijgen, maar nu nemen ze zelf contact op. Gisteren stond er een man op

de stoep die de plafonds wilde leveren voor het Hotel van de Toekomst. Die was te laat geweest om mee te doen bij het Kantoor en wilde niet nog eens achter het net vissen." Achter Titulaer's bureau staat een wandbrede vitrinekast vol ruimtespeelgoed en robots. Aan de muur hangt een pagina uit de Russische krant Isvestia met ruimtevaartnieuws, naast afbeeldingen van ruimtevaartuigen. De ruimtevaart blijft een onderwerp waarop je in een gesprek met Titulaer steeds terugkomt. Dat leidt, in samenhang met zijn beroepsmatige preoccupatie met de toekomst haast onontkoombaar tot de vraag hoe hij de toekomst van de ruimtevaart ziet. "Somber", zegt Titulaer. "Somber vooreerst, omdat er nog maar mondjesmaat geld beschikbaar is. Het ApoUo-project heeft in het verleden veel geld opgeslokt en sindsdien hebben de bezuinigingen flink toegeslagen. De maanlandingen werden uitgevoerd op grond van politieke overwegingen; de concurrentiepositie ten opzichte van de Russen. N u ligt het anders, de Amerikanen vinden een permanent ruimtestation al te duur om zonder steun van anderen te financieren. Technisch gezien kunnen we over een jaar of tien op Mars landen, maar dat kost dan wel vijftig miljard gulden. Daarvoor ben je maar drie dagen op Mars en l o o p j e bovendien aanzienlijke risico's." I h het dat waard? "Moeilijk te zeggen. Het ruimteonderzoek was m het verleden de basis voor belangrijke technologische ontwikkelingen, zoals de microelectronica. Maar je moet natuurlijk eerst investeren voor zoiets eruit komt. Wat Nederland betreft: wetenschap is hier net poeierkoffie, zeg ik wel eens. Schenk er heet water op en je kunt het drinken. Anders gezegd: het moet direct resultaat opleveren. Maar het duurt minstens tien jaar voor de resultaten van nieuwe ontwikkelingen in een vak als natuurkunde praktisch bruikbaar zijn; voor de sterrenkunde is die termijn nog veel langer. Toch kunnen de implicaties van sterrenkundig onderzoek verstrekkend zijn. Het gaat uiteindelijk om hele wezenlijke zaken, zoals onze plaats in het heelal of de vraag of we God daar nog tegen komen." H Wat denkt u? "In tegenstelling tot veel sterrenkundigen geloof ik in God. Sterrenkundigen bestuderen de oerknal en alles wat er daarna gebeurde en ze geven daarvoor de meest schitterende verklaringen. Maar ondertussen weten ze zich geen raad met wat er aan die knal voorafging, dat kunnen ze niet verklaren. Ze zeggen dan maar dat dat geen sterrenkunde is en laten het over aan de filosofen en de theologen. Ik maak me er minder makkelijk vanaf. De oerknal en alles wat erop volgde moet, denk ik, bedacht zijn door een super-regisseur; God dus."

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's

VU Magazine 1994 - pagina 412

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1994

VU-Magazine | 484 Pagina's